Women’s Prize for Fiction Longlist 2020
Mary, broers Malachi & Tristan, Elvis en Pamela wonen in Nightingale Point. Mary, een verpleegster die zo goed als alleen haar gezin heeft grootgebracht terwijl haar echtgenoot op zoek naar succes van het ene optreden naar het andere rende. Nu let ze op verzoek van hun grootmoeder op Tristan & Malachi; zij zijn na de zelfmoord van hun moeder alleen achtergebleven. Tristan, de middelbare scholier die flierefluitend door het leven gaat, Malachi de serieuze student die architect wil worden en smoorverliefd is op bijna 17-jarige Pamela. Zij mag van haar vader niet met een zwarte knul omgaan, dus beknot hij haar vrijheid en sluit hij haar zelfs op in hun flat. Elvis tenslotte, het kind in een mannenlijf die voor het eerst van zijn leven zelfstandig woont.
Op pagina 80 verandert alles op slag. Een ramp gooit het leven van iedereen overhoop. Vanaf dat moment is het een kwestie van lichamelijk en geestelijk overwinnen. Hulp komt uit onverwachte hoek. Of juist niet uit de normale hoek. Niemand komt ongeschonden uit de dramatische gebeurtenissen.
Nightingale Point is vlot geschreven. Na een poosje merkte ik echter dat de vlotte pen van Goldie één groot nadeel heeft: ze schrijft nergens mooi. Haar zinnen munten zijn rechtoe rechtaan, verbazen nergens door een indrukwekkende constructie. Haar woordkeuze past bij de mensen die ze beschrijft. Die zijn niet hoog opgeleid, kijken vooral naar soaps en reality shows, maken zich zorgen om hun dagelijkse beslommeringen. Goldie vertrouwt hen geen filosofische of poëtische gedachten toe. Die snap ik. Goldie gaat zeker wanneer ze de ramp beschrijft en de gevoelens die deze (later) veroorzaakt over tot een soort taalgebruik dat past bij ooggetuigen van rampen.
Even afgezien van de nogal plastische beschrijvingen van verwondingen, onze hoofdpersonen uiten zich in de maanden na de ramp in een soort clichés die horen bij gebeurtenissen die een grote impact hebben. Je hoort het hen bijna op tv zeggen in het type interviews waarin ze mogen vertellen wat ze voelden, hoe ze alles ervaren hebben. Luan’s taalgebruik ondersteunt eigenlijk de mensen waarover zij schrijft teveel. De taal biedt geen enkele mogelijkheid om boven de materie uit te stijgen.
Tristan biedt die mogelijkheid gelukkig wel. Wanneer de roman start is hij een flierefluiter, een wat nonchalante meeloper die te vaak de makkelijkste oplossing kiest. Hij verandert in iemand die gelukkig nog steeds gemakkelijk met mensen omgaat maar die inmiddels geleerd heeft ook respectvol om te gaan met die mensen die op het eerste gezicht niet voldoen aan zijn beeld van geschikte vrienden. Tristan blijkt een warme persoonlijkheid die klaar staat voor mensen. Waar broer Malachi eerst op hem moest letten, draait Tristan de rollen om. Malachi kan nu ook een beroep doen op hem.
Goldie besteedt niet veel tijd aan karakterontwikkeling. Zij beschrijft enkele prototypes van mensen, die ontwikkelen zich in de loop van de roman op de manier die je van het prototype kunt verwachten. Iedereen is op de laatste manier op een (positieve) manier veranderd door de roman, het is echter wel een voorspelbare manier. Tristan had twee mogelijkheden: wegzinken in drugs en misdaad of zijn leven beteren, een meer genuanceerde optie was niet voorradig.
De gebeurtenissen in Nightingale Road zijn tragisch. Goldie beschrijft ze vlot met een vleugje sensatie. Ik persoonlijk vind het jammer dat haar vlotte taalgebruik tegelijkertijd zo vlak is, zo beperkt. Ik kan me voorstellen dat mensen die gaan voor haar vlotte vertelstijl genieten van de roman en zich laten meevoeren in alle dramatiek. Ik merkte dat de verhaallijn alleen voor mij niet voldoende was. Meer diepgang en prachtige taal had ik wel gewaardeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten