zondag 29 april 2018

Daniel Kehlmann || Tijl

Een uitstapje naar een Duitse roman, gelezen voor mijn boekclub

Kehlmann laat ons niet zozeer kennismaken met Tijl Uilenspiegel, die lijkt keer op keer te ontsnappen, als wel met de rumoerige wereld om hem heen: continue oorlog, religieuze twisten, bijgeloof maar ook een – in onze ogen lachwekkende - wetenschappelijke aanpak van kennis en ziekte. Ik ben niet geheel overtuigd van de roman, sommige hoofdstukken grepen mij volledig, andere doorstond ik bijna gapend.

Ik vond het eerste hoofdstuk geweldig. In één klap laat Kehlmann zien dat Tijl en zijn vader, de molenaar, niet passen in de wereld van dorpelingen. Een wereld waarin geloof en bijgeloof even sterk vertegenwoordigd zijn, waarin een onvoorzichtige opmerking kan leiden tot je ondergang, die beheerst wordt door honger en onrust, de oorlog is nooit ver weg. Tijl is niet sterk genoeg, teveel bezig met rare dingen als over een touw proberen te lopen, hij wordt gepest door de bedienden, niet gezien door zijn vader.

Vader Uilenspiegel is te weetgierig, hij is te geobserveerd door vraagstukken als ‘waarom verschijnt de maan elke nacht op een andere plek? wanneer houdt een zak graankorrels op een verzameling te zijn?’. Deze vragen kosten hem het leven wanneer twee Jezuïeten in het dorp opduiken; zij zijn op zoek naar ‘de duivel’ en zien in de molenaar een volgeling van Satan. Beide Jezuïeten zijn niet alleen op zoek naar vijanden van God, ze zijn ook op zoek naar kennis.  Hun redeneringen hoe lachwekkend in onze ogen dan ook, zijn wel logische redeneringen. Lees vooral hun redenering waarom het bloed van een draak geneeskrachtig is, hilarisch. Kehlmann laat door deze twee mannen zien hoe zich een logische vorm van wetenschap ontwikkelt, hoe op andere wijze gekeken gaat worden naar de genezing van ziektes.

Kehlmann confronteert ons ook met wreedheden: eenmaal in de handen van de beul ben jij een knappe jongen indien je niet bekent dat je samen heult met Satan of toegeeft dat de buurvrouw elke nacht met een bezemsteel wegvliegt. Gelukkig hint Kehlmann alleen maar op de marteltechnieken en beschrijft hij ze niet uitvoerig, hij volstaat met de beschrijving van gekneusde bloedende mensen.  In een ander hoofdstuk, wanneer één van de personages midden in een slagveld belandt, zijn de beschrijvingen explicieter. Niet fijn wat mij betreft.

De derde wereld waar we mee kennis maken is die van het hof, in dit geval vooral die van de verarmde voormalige koningin van Bohemen (dochter van de koning van Engeland). Haar wereld laat zien hoe gespeeld wordt met belangen, hoe snel jij je positie kwijt kunt raken en dat er maar één persoon is die eerlijk is tegen je, de nar. In dit geval natuurlijk Tijl Uilenspiegel. In de relatie tussen deze Elisabeth, haar echtgenoot Ferdinand en Tijl komen we op een of andere manier de man, de persoon Tijl tegen. Hij laat dan even de nar voor wat die is en laat zijn persoonlijkheid zien, wat de meest ontroerende momenten in de roman oplevert.

Kehlmann neemt ons niet mee in de persoon Tijl, hij neemt ons mee in de wereld van Tijl. Dat is een verschil, we leren Tijl namelijk nooit kennen. Voor mij was de roman bij tijd en wijlen te gewelddadig, te gevuld met geschiedkundige feiten. Ik vond die hoofdstukken waarin de wereld vol bijgeloof de confrontatie aangaat met de wereld van godsdienstige dogma’s en prille wetenschappelijke concepten het meest overtuigen. Of die waarin de armoede, de honger, het vuil, de stank bijna tastbaar worden. De persoon die normaliter het meest afstandelijk zou zijn, de koningin, veranderde in haar hoofdstukken steeds meer van een concept in een persoon.

Gemengde gevoelens dus over deze Tijl. Voor mij bleef de roman teveel op afstand, te veel verhalend. Dat is natuurlijk een kwestie van smaak, wat blijft staan is dat Kehlmann de omgeving van Tijl in al zijn diversiteit prachtig beschrijft.  Dat ik meer iets van die Tijl had gewild die af en toe om de hoek kwam kijken is mijn eigen persoonlijke afwijking.


zondag 22 april 2018

Rachel Seiffert || A Boy in Winter


Longlist

Ik was lichtelijk teleurgesteld in A Boy in Winter, vooral omdat ik Seiffert ken als een schrijfster die met kleine middelen diep in personages kan duiken. Dat is nu naar mijn gevoel niet gebeurd, misschien omdat Seiffert heeft geprobeerd het handelen van teveel mensen bij een voorval in de geschiedenis te laten zien.

Het voorval is het deporteren van de Joden uit een klein Oekraïens dorp aan het begin van de Nazi-zegetocht door Rusland aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Vrijwillig of onvrijwillig, de groep wordt door de Nazi’s bij elkaar gedreven en na enkele dagen op brute wijze gedood. Seiffert laat zien hoe in en buiten de groep gereageerd wordt. Zij laat ons daartoe kennis maken met de SS-commandant, Pohl de ingenieur die een weg aanlegt opdat de troepen nog sneller hun opmars kunnen maken, het jonge meisje Yasia, haar verloofde  Mykola, de ouders van het jongetje uit de titel en natuurlijk de jongen zelf, Yankel.

Door haar opzet laat Seiffert de verschillende standpunten zien, in sommige aspecten is dit succesvol in andere minder. Zo is het hoofdstuk waarin Ephraim en Miryiam, de ouders van Yankel, op het verzamelpunt wachten te midden van een groeiende groep Joden ijzingwekkend. Hun angsten en zorgen zijn voelbaar maar ook hun pragmatische houding: ‘doe nu maar wat ze van ons vragen, ergens anders beginnen we gewoon weer opnieuw’. Het hoofdstuk waarin we leren hoe Pohl – om aan dienstplicht te ontsnappen – besluit voor de Nazi’s te werken lijkt verplichte kost uit een geschiedenisboekje: zo dacht de verstandige Duitser die probeerde te roeien met de riemen die er waren.

Yankel is de opstandige Jood, degene die niet in zijn lot beschikt; Yasia de boerin die impulsief haar hart laat spreken op het juiste moment. Haar familie en omgeving zijn gewend aan Russen, Partizanen die hun leven op stelten zetten, de Nazi’s zijn slechts een volgende bezetter. Wat er met de Joden gebeurt interesseert Yasia niet zo heel erg, ze is te druk met haar eigen zorgen over haar verloofde. De directe confrontatie met Yankel en zijn broertje maakt dat Yasia impulsief, tegen haar verstand in, menselijk handelt.

Bovenstaande maakt wellicht al duidelijk waar mijn teleurstelling zit: Seiffert biedt ons geen echte mensen maar clichés: de goede edoch niet al te krachtige Duitser, de SS-er, de pragmatische Joodse vader, zijn rebelse zoon, de eenvoudige boerin die handelt vanuit haar hart. Zo heel af en toe laat ze zien dat al die mensen ook een andere kant hebben maar onvoldoende. Het totaalbeeld is dat van een groep personages die een aspect belichten van de Holocaust. Yankel komt nooit aan het woord, anderen vullen zijn personage in.

A Boy in Winter geeft mij de indruk dat Seiffert teveel heeft willen doen, teveel kanten heeft willen laten zien maar daardoor net niet de verdieping en scherpte haalde die de roman nodig had. Deze blijft teveel hangen in clichés, in de oppervlakte. Op die spaarse momenten waarop Seiffert wel eventjes in de personages duikt en hen boven het cliché laat uitstijgen, laat zij weer zien dat ze dit wel degelijk kan. De roman biedt een ijselijk beeld van de Holocaust, ik had graag beter kennis gemaakt met de mensen achter de clichés.



zondag 15 april 2018

Sarah Schmidt || See What I Have Done


LONGLIST

Het verhaal zou bekend kunnen zijn: Lizzie Borden vermoordt haar vader en stiefmoeder met een bijl. Een brute moord die 19e eeuws Amerika schokt; bij gebrek aan bewijs wordt Lizzie vrij gesproken. Schmidt heeft een intrigerende versie van het verhaal geschreven waarin de vraag ‘nature of nurture’ voor mij centraal stond.

Meerdere mensen voeren het woord: Lizzie zelf maar ook haar zus Emma, meid Bridget en moordenaar Benjamin. Door de verschillende perspectieven slaagt Schmidt erin niet zozeer twijfel te zaaien over de vraag of Lizzie de moorden daadwerkelijk gepleegd heeft als wel over haar motief. Is zij een psychopate die de moord op haar ouders als het logisch resultaat ziet van het onrecht dat haar is aangedaan? Of is zij het product van een kille vader, een te beschermende zus en een stiefmoeder die haar door en door haar heeft verwend? Schmidt slaagt erin haar lezer op zijn minst over die vraag te laten nadenken.

Ik vond de introductie van Benjamin, een persoon die historisch geen rol speelt in het verhaal, briljant. Benjamin, hoewel ook het product van een bepaald niet gelukkig gezin, is het prototype psychopaat. De man heeft echt geen idee dat geweld niet het antwoord is op welk probleem dan ook. Hij slaat met evenveel gemak mensen om niets in elkaar als dat hij ze vermoordt. Zijn personage vormt een mooie parallel met Lizzie en introduceert tegelijkertijd de mogelijkheid dat iemand anders de Bordens heeft vermoord.

Lizzie Borden wordt door Schmidt niet neergezet als een aardig meisje. Of ze nu van nature een monster is of zo gemaakt door de omstandigheden, in See What I Have Done ligt de nadruk op haar gebrek aan empathie, het feit dat ze het doodnormaal vindt dat haar familie voor haar rent. Vooral het perspectief van Bridget, zelf afkomstig uit een liefdevol nest en vol heimwee naar ouderlijk huis, laat zien hoe Lizzie manipuleert en de wereld naar haar hand probeert te zetten. Bridget maakt echter ook duidelijk dat pa en ma Borden bepaald geen aardige, attente mensen zijn.

De roman heeft een haastige bijna opgefokte stijl die recht doet aan de moord en de twijfel over de daadwerkelijke moordenaar. Schmidt slaagt er bovendien ook in de 19e eeuw voel- en ruikbaar te maken. Zo ruik je bijna de bedorven schapenbouillon die ervoor zorgt dat iedereen voedselvergiftiging krijgt, de geur van de lijken die in huis opgebaard liggen, proef je met Lizzie het bloed dat overal ligt en dat zij als een roofdier op likt.

See What I Have Done is geen whodunnit. Niet alleen dat het verhaal bekend is, het ging Schmidt niet om de oplossing maar om de psychologie achter de moorden. Vooral de manier waarop Lizzie met de moorden omgaat is uitermate intrigerend. Een aanrader deze roman.


zondag 8 april 2018

Hari Kunzru || White Tears

Soms wil een schrijver te veel, dat geldt in ieder geval wat mij betreft voor Kunzru. Hij schetst een prachtig beeld van de kloof tussen kansrijk en kansarm in Amerika maar heeft het om een of andere reden noodzakelijk gevonden de spirituele wereld inclusief geesten erbij te halen.

Carter en Seth zijn vrienden. De eerste afkomstig uit een oude, welgestelde familie met veel invloed, de tweede de verlegen jongste zoon uit een gebroken gezin. Carter en Seth hebben elkaar gevonden in hun passie voor muziek, hun vermogen om nieuwe ‘sounds’ te creëren met bestaande fragmenten en zelf-opgenomen geluiden. Ze hebben een succesvolle studie, volledig gefinancierd door Carter (of liever gezegd zijn familie in een poging het zwarte schaap van de familie uit de problemen te houden). Ze delen zonder het van elkaar te weten ook nog iets anders, beide heren hebben psychische problemen die onder andere voor voren komen in hun obsessieve gedrag.

Zaken gaan verkeerd op het moment dat Seth zonder er erg in te hebben een geluidsfragment opneemt, een blues. Carter raakt totaal geobsedeerd door deze blues en gaat op zoek naar de zanger. Hij maakt bovendien een eigen versie van het nummer en knalt die het internet op, met succes. De ellende begint wanneer Seth en Carter benaderd worden door iemand die ervan overtuigd is dat het fragment authentiek was en ooit de A-kant was van een ouderwetse single.

Dan gaan realiteit en het geestenrijk door elkaar lopen, een zoektocht naar de oorspronkelijke zanger start. Er volgen fragmenten waarin Seth ‘overgenomen’ is door de jaren geleden overleden zanger. De waarheid over het geluidsfragment komt langzaam maar zeker boven tafel. Ik merkte dat ik me steeds meer begon af te vragen waarom Kunzru het nodig vond de geest van de zanger te introduceren, of hij die waarheid niet ook had kunnen delen door van tijd en perspectief te wisselen. Voor mij werd door zijn keuze de roman te vreemd.

Voor mij leidde het gedoe met de geest van de zanger af van wat Kunzru meesterlijk doet. Hij beschrijft op weergaloze wijze de kloof tussen Seth, Carter en zijn kring. Hij laat dat later terugkomen in het leven van de zanger, de kloof gaat dan zelfs nog dieper: tussen arm en rijk, tussen afro-Amerikaans en blank. Beeldspraak, prachtig geformuleerde zinnen, ze dragen bij aan een zeer realistisch beeld van de Amerikaanse maatschappij.

Seth krijgt steeds meer last van depressies en psychoses. Ik heb getwijfeld of de geest niet zijn persoonlijke demoon is, dat hij zichzelf steeds meer vereenzelvigd met de zanger. Ik vrees echter dat Kunzru het anders bedoeld heeft. Sommige passages in de roman wijzen te nadrukkelijk op de aanwezigheid van de spirituele wereld.

Kunzru laat mij met gemengde gevoelens achter. Ik vond de vermenging van dagelijkse realiteit en de spirituele wereld afleiden van wat voor mij de kern van zijn roman is. Ik was onder de indruk van het grimmige beeld dat hij schets van arm Amerika, dat was voor mij meer dan voldoende geweest. Het thema dat op de kaft geschetst wordt, ‘mogen twee blanke mannen aan de haal met authentieke Afro-Amerikaanse muziek?’, lijkt eerder toegevoegd in verband met heftige discussies over dit thema dan omdat het in de roman zelf zo'n belangrijke rol speelt.



zondag 1 april 2018

Meena Kandasamy || When I Hit You: or a Portrait of the Writer as a Young Wife



Over één ding kan ik duidelijk zijn: aan talent ontbreekt het Kandasamy niet. Ze heeft een roman geschreven die blijk geeft van een goede schrijfstijl, de kunst om adequaat te structureren en om extra lagen voor diepte toe te voegen. Ze weet ook hoe ze langzaam meer zeker de toon moet veranderen: van speels en grappig naar wreed en beangstigend naar hoopvol. Toen ik begon te lezen was ik te spreken over de roman; hoe verder ik kwam, hoe meer ik afhaakte.

In When I Hit You vergelijkt Kandasamy het huwelijk van haar hoofdpersoon met een roman of film. Het wordt al snel duidelijk dat dit een overlevingsstrategie is om de mishandelende echtgenoot te weerstaan. Deze echtgenoot, een held in de ogen van velen, mishandelt haar eerst alleen verbaal maar gaat al na enkele maanden over tot lichamelijke mishandeling. Kandasamy neemt haar lezers mee in de gedachten van het echtpaar en je mag gerust van mij aannemen dat dit steeds minder aangenaam is. Zeker wanneer hij wreder en wreder wordt.

Ik merkte dat ik steeds vaker dacht ‘trut, waarom ga je niet bij hem weg?! Je bent een slimme hoogopgeleide vrouw, waar ben je mee bezig!?’ Om mijzelf dan vervolgens streng toe te spreken: ‘ik heb makkelijk kletsen, ik ben niet de Tamil-echtgenote in India die gestrand is in situatie waarin ik slachtoffer ben van zowel mijn echtgenoot als de maatschappelijke standaard. Ik ben niet degene die erop aangekeken wordt dat ze een goede echtgenoot verlaat’. Mijn ongemak bij het volgen van de huwelijkse ellende groeide met elke bladzijde.

Zij die mij al een tijd volgen weet dat ik niets heb met expliciete beschrijvingen van geweld. Ik geef er absoluut de voorkeur aan dat er op een subtiele wijze naar geweld verwezen wordt. Er zijn meer dan genoeg schrijvers die de kunst verstaan om mij met een enkele opmerking in elkaar te laten krimpen. Rücksichtsloos de boodschap erin hameren werkt bij mij averechts. Ik heb behoefte aan de seconde-tot-seconde-beschrijving van een verkrachting van Kandasamy.

Ik was blij dat When I Hit You eindigde in een hoopvolle toon. Kandasamy heeft een beangstigende roman geschreven die – vrees ik – zeer levensecht echtelijke mishandeling beschrijft. Ik vond de realistische beschrijvingen te extreem. Ik vermoed dat de roman zeer goed dienst kan doen om mensen die echtelijk geweld relativeren ervan te overtuigen dat een echtgenoot niet het recht heeft zijn echtgenote te mishandelen. Ik haakte onder het lezen echter steeds meer af.