zaterdag 26 november 2016

Lionel Shriver || The Mandibles

The Mandibles is een toekomstroman. Over enkele jaren gaan de VS failliet, raken aandelen, obligaties ed waardeloos en gaat de inflatie sneller dan geld bijgedrukt kan worden. De familie Mandible is één van de families die eronder lijdt. Ze gaan van stinkend rijk naar verpauperd in enkele maanden tijd. Geen ruime woningen, mooie flessen wijn en kwaliteitseten meer maar met zijn allen in een veel te krappe woning etend wat de schappen in de winkels toevallig schaffen, elk moment het risico lopend dat iemand anders hen zelfs beroofd van het schamele dak boven hun hoofd. De familieleden gaan elk anders om met wat hen overkomt. De één blijft stug doorgaan, de ander gooit zich met verve in de rol van overlever, weer een ander, een hoogleraar Economie, blijft roepen dat het allemaal wel weer goed komt en weer een ander pakt als vanzelfsprekend de rol van leider. In een tijdspanne van een kwart eeuw laat Shriver zien dat de VS veranderen in een land met goedkope arbeidskrachten, emigranten die terugkeren naar hun inmiddels rijke geboortelanden, huizen en bedrijven die worden opgekocht door buitenlanders, de jeugd die niet langer een veelbelovende toekomst heeft. Dit alles had kunnen leiden tot een boeiende roman, iets wat ik van Shriver, toch ooit de auteur van het briljante We Need To Talk About Kevin, wel had verwacht. De diepte van die roman wordt echter bij lange na niet gehaald. De Mandibles blijven clichés en doen wat er van hun cliché wordt verwacht, van enige spannende ontwikkeling is geen sprake. Voeg daar nog aan toe dat Shriver het nodig vindt veel financiële en economische informatie toe te voegen, zodat ik pagina’s lang het idee had dat ik me door de Financial Times moest worstelen en het moge duidelijk zijn: geen succes deze roman.


zondag 20 november 2016

Ian McGuire || The North Water

Veel gebeurt er niet in The North Water, en tegelijkertijd gebeurt er juist heel veel. Hoofdpersoon Sumner accepteert een baan op een walvisvaarder, reist met dit schip richting de Noordpool en keert weer terug. Hij blikt bovendien terug op de gebeurtenissen die tot zijn vertrek uit het leger, gestationeerd in India, heeft geleid. Sumner’s verhaal is echter meer. The North Water is ook de geschiedenis van een dubbeltje dat nooit dat kwartje zal worden, al is het maar omdat ‘the powers that be’ er wel voor waken dat dit ooit gebeurt. Dus loopt Sumner een aantal keer flink met zijn neus tegen de begrenzingen aan die hem door de maatschappij en de hebzucht van zijn meerderen worden opgelegd. En loopt hij zwaar het risico dat zijn eerste tocht met een walvisvaarder ook meteen zijn laatste wordt: de kapitein wordt geacht het schip te laten zinken opdat de reder een stevige verzekeringsuitkering kan opstrijken. Omringd door wat bepaald niet het puikje van de walvisvloot is, verdringt Sumner zijn teleurstellingen met grote dosissen opium. Dat hij nog iets van menselijkheid over houdt, lijkt een waar wonder. Dan vergaat het schip (helaas niet op de geplande manier) en moet Sumner zien te overleven. Hij belandt bij een missionaris die hem liefdevol opvangt, zelf blijkt hij steeds minder in staat enige menselijkheid te betrachten. Aan het einde van de roman kun je alleen maar hopen dat zijn ontberingen niet vooral psychische schade hebben aangebracht. De temperatuur in The North Water is letterlijk en figuurlijk onder het vriespunt. De prachtige beschrijvingen van de ijskoude natuur versterken de negatieve ontwikkeling die Sumner doormaakt. The North Water is zeker geen vrolijke roman. Je houdt er bepaald geen positief ‘hallelujah’-gevoel over de goedheid van de mensheid aan over, integendeel. Aan het eind blijkt overleven op een min of meer aangename manier vooral een kwestie van geluk en het lot een beetje naar je hand zetten. Ik vrees het ergste voor Sumner, Ian McGuire daarentegen zou wel eens een mooie carrière als schrijver tegemoet kunnen zien.



zondag 13 november 2016

Maggie O’Farrell || This Must Be The Place

Maggie O’Farrell staat altijd garant voor romans waarin menselijk handelen op kleine schaal centraal staat. Wat de hoofdpersonen van O’Farrell overkomt, zou ons allemaal kunnen overkomen. Zo ook in This Must Be The Place: de liefdesperikelen van Daniel en Claudette, hun huwelijk dat tegen moeilijkheden aanlopen, familieleden die overlijden, geen kinderen kunnen krijgen, het komt allemaal voorbij. Het meest uitzonderlijke aan deze roman is dat Claudette een voormalige filmster is die zich heeft teruggetrokken op het geïsoleerde platteland van Ierland; dat overkomt niet iedereen. De roman is niet lineair opgebouwd maar springt door de tijd; vertellers wisselen elkaar af, soms de hoofdpersonen, soms toevallige passanten. In één hoofdstuk vertellen de te koop aangeboden persoonlijke bezittingen van Claudette het verhaal van haar onstuimige carrière. Deze opzet werkt, omdat het O’Farrell de mogelijkheid biedt facetten uit het leven van haar hoofdpersonen vanuit meerdere standpunten te belichten. Tegen het einde leek de opzet echter uitgewerkt, de wisselingen in tijd en persoon kwamen te gekunsteld over. Ik betrapte mijzelf op de gedachte dat O’Farrell iets eerder had mogen afronden. Waar O’Farrell nog steeds onovertroffen in is, is de manier waarop zij ingetogen in de juiste woorden vertelt over persoonlijk leed. De passage waarin Claudette’s schoonzus Maeve vertelt over haar ongewenste kinderloosheid is gevoelig en verwoordt zonder sentimenteel te worden haar onmetelijke verdriet. Datzelfde geldt wanneer O’Farrell schrijft over de dood van Daniel’s dochter Phoebe. Het zijn dit soort pareltjes die O’Farrell maken tot de goede schrijfster die ze is. O’Farrell is van het kleine gebaar, van het precies op de juiste wijze verwoorden van een gebeurtenis of gevoel. Haar schrijftalent maakt dat emotie in haar romans nooit verwordt tot sentiment, zij bezit gewoon het vermogen om emotie op de juiste wijze onder woorden te brengen.