zondag 31 juli 2016

Anne Tyler || Vinegar Girl

Anne Tyler || Vinegar Girl

Anne Tyler is de auteur die onderkoeld met onderhuids venijn familierelaties beschrijft. Ik zag dan ook uit naar haar versie van The Taming of the Shrew, Shakespeare’s ietwat gedateerde komedie over een kenau die aan de man moet. Genoeg familierelaties om op los te gaan. Ik heb het bange vermoeden dat Anne Tyler lichtelijk onder de indruk was van de opdracht die voor haar lag: vertaal dit flinterdunne verhaaltje op een eigentijdse manier en probeer daarbij de grootste toneelschrijver aller tijden te evenaren. Het probleem voor Tyler was wellicht ook nog dat anderen haar daarin zijn voorgegaan en daarmee geschiedenis hebben geschreven. Denk Kiss Me Kate maar ook de waarlijk briljante BBC-hervertelling uit 2005. Daarin lieten de BBC schrijvers zien dat een flinterdun verhaaltje best nog aardig kan uitpakken indien je maar durft los te laten. Dus konden kijkers genieten van een schmierende ambitieuze Katherine hard op weg om de tweede Britse prime minister te worden. Het enige dat nog ontbrak: een man. En die diende zich aan in de persoon van een verarmde adellijke losbol. De chemie tussen Shirley Henderson en Rufus Sewell deed de rest. En daar zit mijn probleem. Ook ik moest me losmaken. Niet zozeer van het Shakespeare origineel (ik heb dat volgens mij ooit heel vroeger gezien en dan ook nog in het Duits met overigens een geweldige Klaus Maria Brandauer als Petruccio) maar van de BBC-versie. De eerste helft van Vinegar Girl heb ik me vooral afgevraagd waarom Tyler gekozen heeft voor nogal platte overdrijving: zowel vader als Pjotr/Petruccio zijn bijna karikaturale wetenschappers die weinig op hebben met het dagelijkse leven, zus Bunny is de meer dan gemiddelde Amerikaanse puber, Kate de  bepaald wereldvreemde jonge vrouw die bij gebrek aan moeder haar zus heeft opgevoed, lichtelijk autistische trekjes vertoont en haar eigen weg ergens is kwijtgeraakt. Halverwege het boek begint dat thema belangrijker te worden en dan vindt Tyler me op haar weg. Kate is dan niet langer Pjotr’s manier om een verblijfsvergunning te krijgen maar Pjotr haar manier om afstand te nemen van haar vader en zus. Ik weet niet of Tyler Shakespeare maar in zo’n 150 pagina’s mocht hervertellen (zou het format kunnen zijn, niet waar?), ik was graag nog langer meegenomen door Tyler in de verandering die Kate doormaakt. Die is namelijk interessant en spannend en daarin laat Tyler zien waar zij goed in is: onderkoeld en lichtelijk venijnig schrijven over familie en relaties. Dat zij ook komisch kan zijn laat ze vooral zien in de geweldige huwelijksscene, die zo maar  geschreven zou kunnen zijn met de chemie tussen Sewell en Henderson in gedachten.




zaterdag 30 juli 2016

Julia Heaberlin || Black-Eyed Susans

Jaren geleden zijn in een veld de lichamen van 4 meisjes gevonden, bestrooid met Susannas met de Mooie Ogen. Eén van hen, Tessa, blijkt nog te leven. De dader lijkt gevonden, hij krijgt de doodstraf. De roman start enige maanden voordat die zal worden uitgevoerd. Een kleine groep mensen strijdt hard om de onschuld van de man te bewijzen, Tessa is één van hen. Zij is er inmiddels van overtuigd dat hij niet de schuldige is: er plant iemand regelmatig Susannas onder haar slaapkamerraam, dat moet de dader wel zijn, toch? Dit had ook een aflevering van de Midsummer Murders kunnen worden (die ik overigens al jarenlang met veel plezier kijk) maar Heaberlin heeft haar Black-Eyed Susans daarvoor te intelligent en met teveel inzicht in menselijke karakters opgebouwd. Dus springen we in tijd op en neer tussen volwassen Tessa en het jonge meisje dat net haar traumatische ervaring achter de rug heeft, komt er op 2/3e van de roman een slimme wending en is Tessa gelaagder dan de gemiddelde hoofdpersoon van een detective. Ik vrees dat op de kaft van de Nederlandse het inmiddels betekenisloze predicaat 'literaire thriller' staat, Black-Eyed Susans laat zien waarom dit predicaat ooit in het leven geroepen is. Black-Eyed Susans is een slim opgebouwde roman met een hoofdpersoon die in een zogenaamde psychologische roman niet had misstaan. Het is met recht een literaire thriller.


dinsdag 26 juli 2016

Tessa Hadley || The Past

Soms lees je zo'n roman waarvan je denkt 'best aardig maar ken ik dit niet al?'. Voor The Past geldt dat in hoge mate. In deze roman brengen vier broers en zusters met aanhang een laatste zomer door in het huis van hun grootouders op het Britser dan Britse platteland. Hun persoonlijkheden en hun onderlinge relaties waren bijna voorspelbaar. Zelfs het feit dat de Argentijnse echtgenote te maken krijgt met naweeën van de Junta was geen verrassing. Het lijkt alsof Hadley, een Amerikaanse, teveel Britse romans gelezen heeft en teveel naar Britse series gekeken heeft (een beetje flauw gezegd: haar hoofdpersonen zouden zo in de gemiddelde Britse detective terecht kunnen). Het valt niet te ontkennen dat Hadley mooi schrijft en dat zij haar personages en hun omgeving mooi neerzet maar daar blijft het dan bij. Aan het einde knalt de boel even voorspelbaar: natuurlijk maakt één van de vier ongewenste avances naar aanhang. Dat Hadley op één van de laatste pagina's nog even losjes verwijst naar een net ontdekt knobbeltje in een borst vind ik persoonlijk hoogst irritant: het gaat geen opvolging meer krijgen en lijkt alleen gebruikt om die zus wat minder oppervlakkig te laten lijken. Best aardig dus deze roman, maar om nu te zeggen dat die diepe indruk heeft gemaakt: nee. Misschien dat Hadley een volgende keer zou moeten proberen wat dichter bij huis te blijven en haar schrijftalenten moet loslaten op mensen die ze door en door kent. Haar uitstapje over de oceaan is blijven hangen in clichés.


maandag 11 juli 2016

David Vann || Caribou Island

Wees gewaarschuwd: Ik geef de plot weg

Zenders als Discovery zetten de inwoners van Alaska neer als echte pioniers: mensen die vrijwillig de drukte van de stad ontvluchten en in Alaska midden in de wildernis met eigen handen een leven opbouwen en alle ontberingen manmoedig doorstaan. Dat beeld haalt Vann vakkundig onderuit. Echtpaar Gary en Irene leeft al jaren een net zo middelmatig leven als de gemiddelde wereldburger. Dat dit vreet aan Gary wordt al snel duidelijk: hij is van plan op een onbewoond eiland een hut te bouwen en daar te gaan wonen. Geen voorzieningen, alleen hij en de natuur, en oh ja Irene. Het zal niemand verbazen dat de bouw van de hut het begin van het einde is. Gary blijkt vooral een twijfelaar op zoek naar een geromantiseerd beeld van leven in de wildernis met twee linkerhanden en 0,0 besef dat ook het bouwen van een hut op een onbewoond eiland wellicht enige planning behoefte. Dus stranden Irene en hij tijdens hevige regen en sneeuw op Caribou Island en bouwen ze een schots en scheve hut, omdat de onderdelen die Gary nodig blijkt te hebben op het eiland nu eenmaal niet te krijgen zijn. Het echtpaar worstelt, met de hut en met elkaar. De regen bezorgt Irene een stevige voorhoofdsholteontsteking die weigert weg te gaan. Dat deze psychisch is en vooral voortkomt uit angst moge duidelijk zijn. Dat die angst niet alleen veroorzaakt wordt omdat ze opziet tegen het wonen op een onbewoond eiland in een éénkamer hutje zonder gas, licht, water of een fatsoenlijk toilet wordt ook steeds duidelijker. Irene vermoedt dat Gary haar wil verlaten; de zware fysieke klus en haar zorgen maken dat ze steeds vaker terugdenkt aan de zelfmoord van haar moeder. Irene dendert op een zenuwinzinking aan en slechts één persoon die het in de gaten heeft, haar dochter Rhoda. Zij heeft haar eigen problemen met haar verloofde, een tandarts die de eerste tekenen van een midlife crisis vertoont en haar bedriegt met een knappe toeriste. Broer Mark blijkt ondertussen een realistische exponent van de gemiddelde inwoner van Alaska: geld verdienen, veel drinken en blowen, vooral niet te ver vooruitdenken. Op het moment dat Rhoda Mark zo ver heeft dat hij met haar meegaat naar Caribou Island is het te laat: Irene heeft Gary doodgeschoten met een pijl en boog en heeft zichzelf opgehangen.
Caribou Island is bepaald geen vrolijke roman. Het leven in Alaska gaat niet over rozen. David Vann schetst een beeld van de inwoners dat afwijkt van het geromantiseerde Discovery-beeld en geeft je niet echt het idee dat de gemiddelde relatie tot een gelukkig leven leidt, integendeel. Vann schrijft mooi en beschrijft het landschap maar ook de innerlijke overpeinzingen van het gezin prachtig. Toch merkte ik dat ik nooit helemaal gevangen werd door de roman. Daarvoor schepte Vann waarschijnlijk juist door zijn beschrijvende schrijfstijl te veel afstand, wat an sich dan wel weer knap is. Mijn onvermogen om me echt in te leven correspondeert daarmee met het onvermogen van Gary, Irene, Rhoda en Mark om vat te krijgen op elkaar en op het leven.



zondag 3 juli 2016

Howard Jacobson || Shylock Is My Name

Dit was mijn derde en laatste Jacobson. Ik weet dat er mensen zijn die in een deuk liggen om de man en die zijn humoristische romans zeer waarderen. Ik heb helaas geen enkele keer kunnen lachen om Shylock Is My Name. Het is dat er heus wel boeken, series en films zijn waarom ik hartelijk lach, anders zou ik nog aan mijn eigen gevoel voor humor gaan twijfelen. Zonder humor blijft een roman over die zwaar op de hand is en ruim 270 pagina's lang een boodschap brengt. Voor alle duidelijkheid: die boodschap staat - het is aan alle kanten duidelijk dat Jacobson tegen racisme en discriminatie is en dat hij oproept tot mededogen en vergeving, ongeacht huidskleur, afkomst of religie. Ik vat zijn roman maar op als een allegorie waarin de aloude strijd tussen Joden en Christenen symbool staat voor racisme en discriminatie in zijn algemeenheid (dat hoop ik tenminste maar, indien het echt alleen maar gaat om de strijd tussen Joden en Christenen ben ik het spoor bij Jacobson serieus bijster). Bij een allegorie horen waarschijnlijk karikaturale hoofdpersonen, nou, die zijn er. Met name rijkeluisdochter Anna Livia Plurabella Cleopatra A Thing of Beauty Is a Joy Forever Christine afgekort tot Plurabella, spant de kroon. Ze weet van gekkigheid echt niet wat ze doet en schroomt niet om een vijftienjarig meisje te koppelen aan een 2x zo oude man. De combinatie van zware kost gekoppeld aan de karikaturale personages leverde in mijn geval bepaald geen leesgenot op. De stichtelijke boodschap was wat mij betreft beter overgekomen indien Jacobson deze niet direct had gekoppeld aan de zorg van vaders voor hun puberale dochters. Welke vader dan ook zou zich terecht zorgen gemaakt hebben, indien zijn vijftienjarige dochter een relatie zou zijn gestart met een 30-jarige man. Dat staat volledig los van religie of afkomst. Dat in dit geval de dochter Joods is en de man niet heel erg Christen maakt eigenlijk niet uit.
Conclusie: ik vat Jacobson niet, ik vind hem het tegendeel van humoristisch. Ik vrees dat ik niet de juiste persoon ben om iemand te adviseren hem al dan niet te lezen. Een tip: heb je na tien pagina's nog steeds niet gelachen, geef het dan maar op en bespaar je de rest van de roman. Dan komt het ook tussen jou en Jacobson nooit meer goed.