zondag 28 september 2014

Neel Mukherjee || The Lives of Others

Short List Booker Prize 2014

Neel Mukherjee heeft zeker geen makkelijk boek geschreven.  Het is dik, zo'n 550 pagina's en in die 550 pagina's laat hij ons kennis maken met de familie Ghosh, de militante communistische partij in het India van de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw en de klassenongelijkheid in dat land. Tegen het einde blijk je bovendien ook nog eens over een zeer sterke maag te moeten beschikken, The Lives of Others is dan bij vlagen gruwelijk. Maar het is ook in die laatste pagina's dat Mukherjee genadeloos menselijke zwakte blootlegt. Hij heeft in de pagina's ervoor de geschiedenis van de familie Ghosh gekoppeld aan de ontstaansgeschiedenis van India en dan met name de opkomst van een militante, anarchistische communistische partij. De familie Ghosh leeft zoals families eeuwen lang geleefd hebben met respect en eerbied voor rangen en standen, waar zij als welgestelde familie natuurlijk behoorlijk profijt van hebben. Bij de opsplitsting van India blijken meerdere van hun fabrieken in het 'verkeerde' land te staan; zij zijn grond, fabrieken en alle investeringen kwijt. Vanaf dat moment is het een gevecht tegen de bierkaai om hun papierfabrieken draaiende te houden. De familie ondervindt bovendien aan den lijve dat er getornd wordt aan het klassensysteem. De zoon van de kok/butler blijkt de drijvende kracht achter stakingen, zoon twee trouwt met een meisje uit een te lage klasse, wanneer zoon vier een vrouw verkracht wordt de familie daar luidkeels op straat mee geconfronteerd en kleinzoon één verlaat de familie. Hij sluit zich aan bij een groepje communisten dat op het platteland aanslagen pleegt. Hoofdstukken 'familie' worden dan afgewisseld met hoofdstukken 'anarchie'. Het rijkeluisjongetje moet zien te overleven in de omstandigheden van de allerarmsten en wordt langzaam maar zeker steeds radicaler in zijn acties om hun omstandigheden te verbeteren. En dat is waar de kracht van The Lives of Others ligt: Mukherjee legt in de veelheid van geschiedenis en natie de vinger op menselijke zwakte en de oorzaak daarvan. De familie Ghosh kraakt aan alle kanten, er is met geen mogelijkheid sprake van een liefdevol nest waarin familieleden elkaar opvangen en helpen. Het tegendeel is eerder waar. Doordat ze met zijn allen in één huis wonen waarin - als in een kleine maatschappij - rangen en standen star doorgevoerd zijn, uiten verdriet en ongeluk zich vooral in hatelijkheid, elkaar niets gunnen en elkaar zoveel mogelijk dwars zitten. De familie Ghosh heeft bovendien moeite om te accepteren dat de maatschappij om hen heen veranderd. Dus op het moment dat de kok meegenomen wordt omdat hij een ring gestolen zou hebben, twijfelt de familie aan zijn onschuld. Hij is weliswaar al een halve eeuw de spil waar de familie om draait (hij is in ieder geval de enige die de kinderen liefdevol heeft behandeld), maar als puntje bij paaltje komt is hij niet één van hen. De familie zal nooit te weten komen dat kleinzoon één, zo betrokken bij de armsten in India, de kok bewust heeft opgeofferd; met de ring kan hij een bomaanslag betalen. De familie zal ook nooit te weten komen, dat kleinzoon één nadat hij is opgepakt tijdens de vele martelingen (vandaar de sterke maag) hoopt op tussenkomst van zijn familie. Dan blijkt de anarchist opeens de voordelen van het systeem te zien. Ook zijn menselijke zwakte wordt genadeloos bloot gelegd.
Als het aan mij gelegen had, was Mukherjee gestopt met schrijven nadat hij de kok zelfmoord heeft laten plegen, een prachtig geschreven ontroerend hoofdstuk. Mukherjee gaat echter door. In het laatste hoofdstuk maakt hij de stap naar het India van 2012 waarin wederom een anarchistisch groepje een aanslag voorbereid (ik vermoed eentje die daadwerkelijk heeft geplaatsgevonden). Ik ga ervan uit dat Mukherjee die stap gemaakt heeft, omdat hij er geen twijfel over wil laten bestaan dat er helaas nog weinig veranderd is in zijn land. Dat had niet gehoeven. Al lezende was dat de gedachte die voortdurend in mijn hoofd zat: 'wat is er nog weinig veranderd ...'.  Ik kan me voorstellen dat Mukherjee de verleiding niet kon weerstaan, hij was er echter al lang in geslaagd om de zwakte van India en haar bewoners bloot te leggen. Zoals gezegd, een boek voor volhouders; een terechte nominatie voor de short list van de Booker Prize. The Lives of Others is een waardige opvolger van Salman Rushdie's Midnight Children.



zondag 21 september 2014

Joshua Ferris || To Rise Again at a Decent Hour

Joshua Ferris schijnt erg goed in staat te zijn boeken te schrijven over een nietszeggend onderwerp en over zeurderige mensen. Misschien dat hij daar met To Rise net iets te goed is in geslaagd. Tandarts Paul O'Rourke navelstaart er heel wat op los, neemt je mee in ellenlange verhandelingen over zijn baseball team en roept een gevoel van plaatsvervangende schaamte op wanneer hij vertelt over zijn pogingen om goed over te komen bij potentiële schoonfamilie. Op het moment dat een onbekend iemand een website publiceert voor zijn praktijk en uit zijn naam twittert, reageert hij eerst ongecontroleerd en agressief. Dan blijkt dat de website bedoeld is om hem erop te wijzen dat hij niet zomaar een Amerikaan is maar een afstammeling van een volk dat tegelijkertijd met de Joden door de woestijn zwierf.  Kenmerk van hun godsdienst: in opdracht van God twijfelen aan God. Door of ondanks de leer van Ulm accepteert Paul beter wie hij is, het boek eindigt zelfs met een zeer positieve noot. Paul die elk jaar door zijn mondhygiëniste wordt meegesleept naar Nepal om daar gratis gebitten te behandelen, ziet een jong kind met een prachtig gebit. Hij blijkt zijn tandarts en gaat blij met het joch cricket spelen. Ik kan me voorstellen dat To Rise je aanspreekt indien je een fan bent van Woody Allen, Paul is namelijk de niet-Joodse variant van Allen. Ik word al sinds ik me kan herinneren kriegel van de acteur/regisseur. Ik kan gewoon niet tegen zijn zeurderige toontje en zijn eeuwige navelstaarderij. Het moge duidelijk zijn dat To Rise niet geheel aan mij is besteed.  Dat Ferris kan schrijven bewijst hij in de laatste 100 pagina's van zijn boek. In de eerste plaats omdat hij dan de jeugdvriendin van de stichter van Ulm aan het woord laat die een prachtig verhaal vertelt over godsdienst, liefde en geloof. En in de tweede plaats omdat Paul steeds minder is gaan lijken op Woody Allen. Geen gezeur meer maar een man die probeert iets van zijn leven te maken en daar redelijk in slaagt. Waar ik me al dagen tergend langzaam door de woordenbrij van Paul worstelde, las ik de laatste hoofdstukken met toenemend plezier uit. Jammer voor de Woody Allen fans, fijn voor mij.

woensdag 17 september 2014

Jessie Burton || The Miniaturist

Laten we voorop stellen dat het echt geen straf is om Jessie Burton te lezen terwijl buiten het zonnetje heerlijk schijnt. Het is ook niet zo dat ik haar Miniaturist niet met plezier gelezen heb, maar ik snap echt niet waarom er zo'n hype geweest is over dit boek de afgelopen zomer. In Engeland regende het superlatieven op Twitter, bij Broese ligt het ons in enorme stapels te verleiden. Weet echter wanneer je dit boek wilt lezen, dat het blijft bij een aangename verpozing. Niets mis mee, maar van een hype verwacht ik meer - enorme spanning of hoogstaande literatuur bijvoorbeeld. Of dat de personages geloofwaardig zijn. En dat is in The Miniaturist bepaald niet het geval. Hoofdpersoon Nella, geboren en getogen in Assendelft, verhuist naar Amsterdam alwaar haar echtgenoot woont. Ze is niet getrouwd uit liefde maar om haarzelf uit de armoede te redden die dreigt na de dood van haar vader, niets mis mee in de Gouden Eeuw. In Amsterdam ziet ze haar echtgenoot nauwelijks, ze heeft vooral te maken met haar schoonzus en de bedienden. Burton verwacht vervolgens van de lezer dat die accepteert dat Nella ruimhartig en vergevingsgezind omgaat met de natuurlijke voorkeur van haar echtgenoot en de controle neemt over zijn handelsbedrijf. Sorry? Een meisje van 18? Net overgekomen uit een klein dorp? In de 17e eeuw waarin man en vrouw de standaard zijn en vrouwen geen rechten hebben? Dat gaat wel heel erg snel. Omdat ze voor haar volwassen poppenhuis miniatuurtjes krijgt die gebeurtenissen blijken te voorspellen? Ik wil best geloven dat Nella verandert, maar dan had Jessie Burton toch echt meer haar best moeten doen om ons kennis te laten maken met Nella. En dat geldt ook voor de andere personages. Even afgezien van het feit dat ik snel in de gaten had op wie schoonzus Marin in het echt verliefd was, maar hoe kan het dat Johannes, de echtgenoot, die Nella niet of nauwelijks gezien en gesproken heeft in de luttele maanden van hun huwelijk haar opeens een o zo sterke vrouw vindt. Wanneer heeft de goede man dan ooit de kans gehad om haar te leren kennen? Het zijn ingrepen van Burton die haar personages en daarmee de roman ongeloofwaardig maken. Dat geldt ook voor de minitiatuurmaker. Zij dwarrelt rond in Amsterdam en in het boek en beïnvloedt blijkbaar het leven van vele Amsterdamse vrouwen met haar miniatuurtjes. Een korte uitleg van haar vader aan het einde van het boek moet voor ons voldoende zijn om te snappen wie de vrouw is en waarom ze doet wat ze doet. Ik vind het lichtelijk ergerlijk dat Burton nu een soort fantasy-aspect introduceert maar dat dit verder onderbelicht blijft. Ze maakt geen keuze en daardoor blijft de roman ergens in het midden hangen. Had Burton de tijd genomen om haar personages goed uit te werken en ze echt diepte te geven (iets wat ze volgens mij wel pretendeert afgaande op sommige passages) dan had The Miniaturist kans gekregen om uit te groeien tot literatuur. Nu is het een vermakelijke roman goed om even een paar vermakelijke uurtjes mee door te brengen, maar ook niet meer. Jammer van die hype.


zaterdag 13 september 2014

David Mitchell || The Bone Clocks

Long List Man Booker Prize 2014

Toegegeven, ik houd van dikke pillen waarin op een Dickensiaanse manier verschillende verhaallijnen naadloos aan elkaar worden geweven. Mitchell is zo'n schrijver die dat tot in de puntjes beheerst. The Bone Clocks is opgedeeld in zes delen die zich afspelen in 1984, 1991, 2004, 2015, 2025 en in 2043. Het boek begint met recalcitrante puber Holly Sykes die van huis wegloopt, omdat haar moeder niet wil dat ze met haar tien jaar oudere vriend omgaat (lees: heftige sex heeft). Het boek eindigt met een bejaarde Holly die weet dat haar galblaaskanker is teruggekeerd. In de tachtig jaar die het boek omvat neemt Mitchell ons mee in een reis door Holly's leven, soms met haar in de hoofdrol soms met iemand anders. Het is een reis die al vrij snel een rare wending krijgt: Holly hoort stemmen en krijgt visioenen, ze is bovendien getuige van een gevecht tussen twee vijanden die over bovennatuurlijke krachten blijken te beschikken. Dit gevecht is de andere rode draad in het boek en komt in elk deel wel op een of andere manier terug. Soms subtiel, soms heftig. In de wereld van The Bone Clocks leven 'Atemporals', mensen die keer op keer sterven en steeds opnieuw weer tot leven komen. Zij beginnen opnieuw in een ander lichaam, vaak dat van een jong iemand die ook net gestorven is: Jacko, het broertje van Holly bijvoorbeeld, sterft aan hersenvliesontsteking maar zonder dat de familie het in de gaten heeft wordt hij 'overgenomen' door een 'atemporal'. De andere groep, 'Anchorites', kiest voor het eeuwige leven maar ten koste van andere mensen: zij drinken de ziel van hun slachtoffers en voorkomen zo dat zij ouder worden. In de loop van het boek onthult Mitchell steeds meer over de 'Atemporals en Anchorites' en wordt steeds duidelijker welke rol Holly in het geheel speelt. Een divers geheel van personages die allemaal zo hun eigen rol spelen in het gevecht, maakt de roman niet alleen nog net dat tikkeltje ingewikkelder maar ook intrigerender. Er is slechts één moment dat ik bij mij zelf dacht 'vind ik dit nog wel leuk?' en dat is wanneer in 2025 Atemporals en Anchorites daadwerkelijk met elkaar gaan vechten. Vechten en 'fantasy' samen werkt voor mij niet zo. Mitchell sloeg vervolgens grandioos weer terug met het laatste deel. In dat deel is de Westerse wereld vervallen tot armoede, anarchie en een atoomramp dreigen. Holly woont met haar kleinkinderen aan de Ierse kust en moet daar zien te overleven. Wanneer de autoriteiten hun dorp opgeven, storten milities zich op de weinige kostbaarheden die mensen nog hebben. De scene waarin een jonge knul vertelt hoe milities dorpelingen en elkaar vermoorden greep mij letterlijk bij de keel. Holly  krijgt de kans haar kleinkinderen te redden met hulp van één van de Atemporals. Zelf blijft zij achter in Ierland, bang voor wat de toekomst gaat brengen maar in de wetenschap dat die voor haar kleinkinderen weer perspectief biedt. The Bone Clocks is niet alleen een spannend verhaal het is ook een allegorie. Goed <=> kwaad, 'the powers that be' <=> de grote massa, arm <=> rijk, zij die manipuleren <=> slachtoffers dat is de eigenlijke rode draad van het verhaal. Of het nu gaat om Thatcher's Engeland, de oorlog in Irak of de verwoeste Westerse wereld van 2043. Het knappe van Mitchell is dat bij hem niet alles zwart-wit is. Holly is geen heilige die alleen maar goed doet, ze is een mens van vlees en bloed. Het blijkt vooral wanneer de personages uit het 'kwade' kamp even een glimps van hun andere kant laten zien. Dus redt één van de Anchorites Holly, omdat hij ooit lang geleden echt van haar hield en ontvangt zij van een ruwe militie-officier drie zelfmoordtabletten zodat ze aan totale anarchie kan ontsnappen. Het leven is nu eenmaal niet zwart-wit en Mitchell laat dat prachtig zien.


zaterdag 6 september 2014

Miriam Toews || All My Puny Sorrows

De redactrice van The Guardian meldde dat ze door deze roman voortdurend in een deuk had gelegen, ik heb mijzelf op één grinnik kunnen betrappen. De scene waarin Yoli beschrijft hoe ze als zesjarige besluit dat Maria aka Elf een zus nodig heeft om haar te helpen met baby Jesus. Ik zag het helemaal voor me. Blijkbaar heb ik een afwijkend gevoel voor humor, ik weet echt niet wat er te lachen viel in All My Puny Sorrows. Het boek start veelbelovend met het daadwerkelijk fysiek verplaatsen van het huis van Yoli en Elf en de pogingen van de Mennonietengemeenschap om het gezin in het gareel te krijgen. Daarna wordt het loodzwaar. AMPS gaat namelijk vooral om de wens van Elf om, net als haar vader jaren eerder, te mogen sterven. Zelfmoordpoging na zelfmoordpoging, familie die wanhopig probeert Elf in leven te houden en Elf die even wanhopig probeert te sterven. De ronduit schofterige wijze waarop ze in ziekenhuis en psychiatrische afdeling wordt behandeld is schokkend. Yoli gaat voor een deel met de wens van haar zus mee en onderzoekt zelfs opties om Elf euthanasie te laten plegen in Zwitserland of Mexico. Diep in haar hart weet ze echter dat ze alleen tijd wil rekken. Elf wacht niet en springt net als haar vader voor de trein.
 Toews heeft een boodschap. Het is duidelijk dat zij een voorstander is van euthanasie in het geval van zwaar psychisch lijden. Het bevreemdt niet dat haar eigen vader en zus zelfmoord hebben gepleegd. AMPS is een dappere roman maar daarmee nog geen goede roman. Teveel, te druk, te weinig ruimte om de potentieel interessante karakters uit te werken en met een bepaalde Amerikaanse humor die mij niet aanspreekt. Het onderwerp is heftig, de roman valt er tegen weg.

woensdag 3 september 2014

Robert Allison || The Letter Bearer

Een potentieel goede en aangrijpende roman die lichtelijk wordt verpest, omdat de auteur te verliefd is op zijn vermogen om mooie zinnen te schrijven. En te laten merken dat hij echt wel heel erudiet is. De basis van The Letter Bearer is vrij simpel: officier in WO2 raakt gewond, verdwaalt in de Sahara, wordt voor dood achtergelaten door Duitsers, gevonden door een groep deserteurs, dwaalt rond met de deserteurs, vermoordt één van hen. zoekt zijn eigen weg weer, wordt gevangen genomen door Duitsers en loopt tegen het einde van de oorlog zijn vrijheid tegemoet. En oh ja, hij is zijn geheugen verloren. Allison laat zien dat hij een goede verteller is, wanneer hij bijvoorbeeld beschrijvingen geeft van de omgeving. Om dan vaak te ontsporen omdat er weer zo nodig een intellectueel feitje vermeld moet worden of een teveel aan adjectieven nodig is om de hemel te beschrijven. Zelfs als je bedenkt dat hij dit doet omdat hij op die manier wil laten zien dat de naamloze officier in werkelijkheid iemand met een goede, wellicht zelfs universitaire opvoeding is, slaat hij toch de plank mis. Het voegt niets toe en irriteert daardoor alleen maar. Ik moet bekennen dat het boek weken op mijn nachtkastje gelegen heeft, omdat ik steeds weer een excuus vond om eerst iets anders te gaan lezen. Meestal geen goed teken.
Ik vermoed dat Allison zou kunnen uitgroeien tot een goede schrijver. Dan moet hij wel leren om zijn liefde voor poëtisch taalgebruik functioneel in te zetten en een uitgever tegen het lijf lopen die het lef heeft om zijn volgende boek daar streng op te lezen. 'In de beperking toont zich de meester' riep mijn aardrijkskundejuf altijd, hopelijk is er iemand in Allison's omgeving die dit ook vaak tegen hem gaat zeggen.


maandag 1 september 2014

Paul Kingsnorth || The Wake

 Longlist Man Booker Prize 2014

Ik betwijfel of dit boek aftrek gaat vinden in Nederland, al is het maar omdat ik betwijfel of er een vertaler is die in staat / bereid is het pseudo oud-engels van Kingsnorth te vertalen naar pseudo oud-nederlands. Een andere optie is er helaas niet, de klasse van The Wake zit voor een belangrijk deel in het spel van taal en inhoud.
In 1066 valt Willem de Veroveraar Engeland binnen; een periode van verzet en onderdrukking start. Een van de mensen die verzet pleegt is 'buccmaster of Holland'. Hij gaat op pad met het grote zwaard dat hij van zijn opa heeft geërfd en vecht voor Engeland, dat wil zeggen, hij vecht voor een Engeland dat niet eens meer bestaat. Het land van de Angelen die op hun beurt het eiland veroverden op de Kelten, het land van oude goden die allang in de vergetelheid zijn geraakt. Buccmaster hoort de stem van Wodan en vecht uit zijn naam met de Fransen. Dat wil zeggen,Buccmaster roept vooral heel veel vaak dat hij gaat vechten tegen de Fransen. In werkelijkheid schept hij vooral veel op, is jaloers op andere verzetsstrijders en gaat er opvallend vaak vandoor. Buccmaster vindt zichzelf heel belangrijk en overtuigt een tijd lang een klein groepje mannen dat zij samen de Fransen zullen verjagen. Het wordt echter steeds duidelijker dat Buccmaster dat niet zal doen. Aan het einde van het boek blijkt hij een lafaard met grootheidswaanzin en mogelijk schizofrenie.  Terwijl 'zijn mannen' in de pan worden gehakt door de Fransen, rent Buccmaster wederom weg.

Buccmaster is geen hoofdpersoon waarvoor je bewondering bent. Daarvoor blijkt al te snel dat hij meer woorden dan daden is en vraag jij jezelf af waarom iemand in 1066 nog gelooft in Wodan, die was toen toch echt al heel lang verleden tijd. Omdat Buccmaster zijn verhaal vertelt in pseudo oud-engels dat makkelijker te begrijpen is wanneer je het hoort, heb ik mijzelf voorgelezen: 340 pagina's lang. En dan wordt The Wake opeens een bijna magisch boek, wat voor een belangrijk deel te maken heeft met de korte zinnen en herhaling die Kingsnorth gebruikt. Ik kreeg daardoor steeds meer het idee dat ik naar een ouderwetse bard luisterde die mij meenam in zijn verhaal. Een knettergekke bard weliswaar maar toch. Ik vond dit boek een unieke ervaring, al is het maar omdat ik zelden of nooit zo lang hardop lees.