In The Glass Hotel zijn het niet zozeer de gebeurtenissen of personages die een belangrijke rol spelen als wel de zaken waar ze voor staan. Of misschien ook niet voor staan. The Glass Hotel draait om niet weten, om alternatieve waarheden, om het ontkennen van de realiteit, om de vraag hoe en waar je gelukkig bent.
Op één niveau draait The Glass Hotel om de belevenissen van Vincent, haar minnaar Jonathan Alkaitis, haar broer Paul en een groep mensen die ze in de loop van enkele jaren tegenkomen. Ze ontmoeten elkaar, gaan uit elkaar, leven eigen levens, meer niet. The Glass Hotel is één plek waar ze allemaal op een bepaald moment aanwezig zijn. Op een ander niveau draait The Glass Hotel om de waarheid achter die levens die geleefd worden.
Om het feit dat Vincent na de verdwijning en waarschijnlijk dood van haar moeder nooit de draad van haar leven heeft kunnen oppakken. Instemt met een leven als schijnechtgenote van een rijke man en tenslotte gelukkiger dan ooit is als kok op een vrachtboot. Altijd onderweg, nergens en overal thuis. Zich niet druk makend om het feit dat ze jaren lang geleefd heeft ten koste van de slachtoffers van haar rijke, frauderende echtgenoot, dat haar broer succes heeft met haar video’s.
En om het feit dat Vincent Alkaitis, op het oog een succesvol zakenman, in werkelijkheid een meedogenloze Ponzi-fraude uitvoert. Niet schroomt om naïeve mensen, zelfs vrienden, in die fraude mee te sleuren. Nadat de fraude uitkomt, belanden zij in alternatieve werelden: die van de armoede soms eindigend in zelfmoord, die van het relatief comfortabele bestaan in de gevangenis. In die gevangenis blijft Alkaitis in alternatieve werelden leven: die van de gevangenis zelf en zoals hij het benoemt de andere werkelijkheid waarin hij nooit betrapt is of op tijd, met zijn bij elkaar bedrogen geld, had kunnen ontsnappen. Langzaam maar zeker voegt zich daar een derde werkelijkheid aan toe: die van de niet-corporale wereld. Steeds meer van zijn slachtoffers verschijnen aan hem. Voor hem zijn ze net zo realistisch als zijn mede-gevangenen.
St.John Mandel schrijft goed, ze heeft haar roman bovendien knap gestructureerd. We beginnen en eindigen met een stervende Vincent, tussendoor springen we naar verleden en heden en soms de toekomst. Soms is het niet duidelijk dat St. John Mandel naar een andere tijd gesprongen is en lopen werkelijkheden in elkaar over. Dit maakt dat de lezer voortdurend alert moet zijn, voortdurend in de gaten moet houden vanuit wiens perspectief verteld wordt. Het effect is vervreemding.
St. John Mandel confronteert ons met een wereld waarin geluk niet altijd op de logische manier gevonden wordt. Zo blijkt nachtmanager Walter gelukkiger als beheerder van het lege Glass Hotel met alleen de natuur en de eenzaamheid als gezelschap dan in de drukke stad. Blijft broer Paul terugvallen op drugs om zijn geluk te vinden, vindt Vincent uiteindelijk haar geluk op zee. Haar thuis blijkt een eenvoudige kombuis waar ze negen maanden per jaar vertoeft. Eén van Alkaitis’ slachtoffers trekt nadat hij al zijn geld is kwijt geraakt met zijn vrouw in een camper door het land, van baantje naar baantje, een vorm van geluk vindend op lege kampeerplaatsen in overweldigende natuur.
In The Glass Hotel is niets wat het lijkt. St.John Mandel speelt met zekerheden, laat ons op knappe wijze zien dat er meerdere waarheden bestaan. Ik vermoed dat haar roman niet voor de grote massa’s is, daarvoor is die te abstract. De lezer die zich kan overgeven aan de onzekerheid, wordt beloond met prachtig opgeschreven onzekerheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten