Women’s Prize for Fiction Shortlist 2020
Ana Canción is 15 jaar wanneer ze trouwt met de oudere Juan Ruiz. Niet uit vrije wil. Juan is de hoop op een beter leven voor haar hele familie. Dus verhuist Ana naar New York. Daar blijkt het leven een ietsiepietsie anders dan Juan de familie had voorgespiegeld. Juan blijkt een van de vele worstelende immigranten die alleen met hard werken en ondernemingszin de eindjes bij elkaar kunnen knopen.
Cruz mengt scenes in de Dominicaanse Republiek, soms echt soms wensdromen van Ana, af met het leven in New York. Daar blijkt Ana totaal geen vrijheid te hebben, Juan bepaalt haar leven. Daar komt pas verandering in wanneer hij enkele maanden terug gaat naar de Dominicaanse Republiek. Zijn jongere broer Cesar is verantwoordelijk voor de jonge inmiddels zwangere echtgenote. Cesar biedt Ana eindelijk de vrijheid die ze al zo lang wil. Ze gaat Engelse les volgen en samen met Cesar bedenkt ze van alles om geld te verdienen.
In eerste instantie spreekt de ongecompliceerdheid van Ana aan. Haar taalgebruik en zienswijzen passen bij dat van een 15-jarige. Na verloop van tijd merkte ik echter dat ik smachtte naar wat meer reflectie, naar mooie goedlopende zinnen. Cruz heeft van Ana helaas een wandelend cliché gemaakt. Haar lot dat van vele jonge vrouwen die begin jaren vijftig van de vorige eeuw een leven startten in een totaal andere wereld. Naar mate de roman vordert, gaat Ana steeds meer op de hoofdpersonen van die typische Amerikaanse ‘ ik kwam en overwon’-verhalen lijken. Helaas in de categorie dertien in een dozijn.
Ana denkt en praat in clichés. Vooral haar ontboezemingen over haar ontluikende seksuele gevoelens zijn tenenkrommend. Met alle respect maar ‘hij richtte zijn pistool op mij ...’? Ook al is Ana jong, ietwat inspirerendere omschrijvingen van haar gevoelens waren wel zo fijn geweest.
Cruz hint op een ander tijdperk in New York, op de veranderingen die zich daar in de jaren zestig beginnen te voortrekken. Zo wonen Ana en Juan tegenover de nachtclub waar ene Malcolm X vermoord wordt, Cruz nut de veranderingen echter nauwelijks uit. Zo blijft Ana de traditionele echtgenote die weliswaar even verleid wordt voor zichzelf te kiezen maar dan toch braaf haar familie voorop stelt. Misschien ook wat veel gevraagd van een jonge vrouw die op haar zestiende al haar eerste kind verwacht en nauwelijks scholing gehad heeft.
Ik vermoed dat de roman genomineerd is voor de Women’s Prize, omdat er nog niet zoveel romans van Dominicaans-Amerikaanse vrouwen zijn. En zo’n succesverhaal van een immigrante die haar weg weet te vinden in een vreemd, niet altijd even vriendelijk land doet het natuurlijk altijd goed. Mij heeft Cruz echter niet weten te bekoren. Ze heeft de energie die de roman aan het begin had niet weten vast te houden, daarna overwonnen de clichés. Jammer. Ana had alles in zich om een inspirerend boegbeeld te kunnen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten