vrijdag 27 november 2015

Rosalie Hamm || The Dressmaker

The Dressmaker zit op het randje van degelijke melige roman en literatuur. Er is net te weinig karakterontwikkeling voor het laatste, maar de stereotypen zijn te verrassend om The Dressmaker te laten verworden tot vlot geschreven feel good roman. De roman legt bovendien de vinger stevig op het venijn in kleine dorpsgemeenschappen en de onverdraagzaamheid die daar - zichtbaar en onzichtbaar - heerst ten opzichte van elkaar. De achterbuurtfamilie die letterlijk aan de rand staat en bijna op de vuilnisbelt woont, de politieagent die er niet voor uit kan komen dat hij liever kledingontwerper was geworden (en dan nog liever zijn eigen kleding buiten had gedragen), de dochter die omhoog trouwt maar door haar schoonfamilie niet geaccepteerd wordt, de echtgenote van de politicus die door hem bedrogen, vernederd en volgestopt wordt met kalmerende middelen en tenslotte, de ongetrouwde moeder die niet geaccepteerd wordt, haar dochter die gepest en getreiterd wordt. Deze dochter blijkt bij terugkeer in het dorp een zeer getalenteerd naaister. Ze levert niet alleen goed knip- en stikwerk, haar jurken leggen de aandacht waar die moet liggen en maken de draagster mooier. Ondanks het feit dat deze Tilly alle vrouwen in het dorp voorziet van kleding, wordt ze nog steeds niet geaccepteerd. Ze is en blijft het kind van de ongetrouwde vrouw en ook nog eens, buiten haar schuld, verantwoordelijk voor de dood van de grootste pestkont in haar klas. Die onwrikbaarheid van het dorp en de onuitgesproken spelregels van het bestaan daar worden door Hamm haarfijn vastgelegd. Pas je er niet in, zelfs al doe je nog zo je best om je aan te passen? Jammer dan, je hoort er niet bij. Tilly neemt uiteindelijk op geweldige manier wraak op het dorp en neemt daarin en passant ook degenen mee die haar wel hielpen. Daarin slaat de roman dan weer door naar gewoon ' feel good'. Ik zou zeggen een aanrader voor de donkere winterdagen.


zondag 22 november 2015

Anuradha Roy || Sleeping on Jupiter

Sleeping on Jupiter is één van de romans op de longlist van de Booker Prize en voldeed blijkbaar ook aan de onbenoemde eis van de jury: er moet vooral iets gruwelijks in voor komen. In dit geval het misbruik van jonge meisjes door een wereldberoemde guru in een ashram. Een serieus thema dat door Roy verpakt wordt in een korte roman met veel personages. Personages waarvan ik mij steeds vaker afvroeg of ze nu iets bijdroegen aan de plot. Het feit alleen al dat ik de vraag stel, geeft aan dat nut en noodzaak van een aantal personages ter discussie staat. Ik snap waarom Roy ze inzet: sommige van hun handelingen leiden tot een actie van het belangrijkste personage, Nomi. Tegelijkertijd leiden zij echter ook af van de verwikkelingen rondom Nomi en de plot waar Sleeping on Jupiter om draait.
Nomi is een jonge vrouw die terugkeert naar haar geboorteland India. Haar familie is daar ooit vermoord, zij is toen opgenomen in een ashram en daar jarenlang misbruikt door de guru. Na haar vlucht uit de ashram is ze geadopteerd door een Noorse vrouw; Nomi's verleden heeft haar altijd verhinderd om echt contact te leggen met haar adoptiemoeder. Roy kiest ervoor dit verhaal te verstoppen in subplots: over de cameraman met wie Nomi aan het werk gaat, de gids in een tempel, drie oude vrouwen die een korte vakantie vieren, de jongen op wie de gids verliefd is en de theeverkoper voor wie hij werkt. Ik vrees dat Sleeping on Jupiter had gedijd bij een beperking van personages. Roy heeft er nu voor gekozen om een soort keten van actie - reactie in te zetten waarin alle personages een plek krijgen. Ze heeft het echter ook nodig gevonden al die personages van een verhaal te voorzien, hoe beperkt dan ook. Dat ik de personages zie als onderdelen van een keten bewijst dat Roy er niet in is geslaagd de aanwezigheid van haar personages aannemelijk te maken. Die actie - reactie had ze ook op andere wijze voor elkaar kunnen krijgen. Ik weet niet of Sleeping on Jupiter ooit vertaald wordt naar het Nederlands. In dat geval, ach, je valt je geen buil aan deze roman maar deze ontstijgt de middelmatigheid niet.


dinsdag 10 november 2015

Jeanette Winterson || The Gap of Time

The Gap of Time is een hervertelling: het is Wintersons versie van Shakespeare's A Winter Tale. Winterson sluit daarmee aan op een oude traditie uit Shakespeare's tijd, ze voegt er bovendien iets extra's aan toe. The Gap of Time is namelijk ook een zeer persoonlijke hervertelling. A Winter's Tale draait om een vondeling, Perdita. Ook Winterson is ooit ten vondeling gelegd. Ik weet niet of het die persoonlijke betrokkenheid is, ik weet wel dat ik door Winterson onnavolgbaar meegezogen werd in The Gap of Time. Haar vondeling groeit op in een herkenbare moderne wereld inclusief het vondelingenluik dat onlangs ter discussie stond. De hoofdpersonen zijn op effectieve wijze verplaatst in de tijd zonder aan geloofwaardigheid in te boeten. Sterker nog, ik kan me heel goed voorstellen dat Winterson's slimme gebruik van rolmodellen haar hoofdpersonen voor ons in deze tijd juist herkenbaarder maakt. Leo, de jaloerse echtgenoot is een mix van een gehaaide zakenman en Tom Jones. Zijn energie, viriliteit en ambitie hoeven nauwelijks uitgelegd, die kennen we uit series, films en kranten. Datzelfde geldt voor metroman Xeno, frêle zangeres MiMi en PA Pauline. Ze zijn geboetseerd op basis van mensen die wij kunnen kennen en behoeven daardoor nauwelijks introductie of karakterontwikkeling om te overtuigen. Leo spat door Winterson's woordkeuze zo ongeveer van het papier af, Xeno zweeft er bijna over heen. Bij Perdita's stiefvader Shep ruik je als vanzelf de geuren van gumbo en hoor je blues en soul. Winterson brengt in haar korte roman op weergaloze wijze energie en rauwe ambitie over. Om dat vervolgens keer op keer in contrast te stellen met filosofische, overpeinzende, langzame passages. Alsof een onbenoemde verteller overneemt. Pas tegen het einde openbaart die verteller zich: het blijkt Winterson zelf te zijn. het contrast werkt. Ik merkte bovendien dat ik zeker de overpeinzende passages opnieuw wilde lezen, ze beter in mij op wilde nemen. Hun bijna poëtische schrijfstijl vroeg om langzaam lezen terwijl de korte, af en toe staccato zinnen over Leo het tempo juist opzweepten. Winterson heeft A Winter's Tale niet zomaar herverteld, ze heeft van een prachtig toneelstuk op meer dan overtuigende wijze haar persoonlijke verhaal gemaakt. The Gap of Time voegt iets toe aan A Winter's Tale en is daarmee een waardevolle aanvulling geworden. Winterson doet de oude meester recht aan, ik vermoed dat hij deze versie van zijn verhaal met luid applaus had begroet.


zondag 8 november 2015

George Gissing || New Grub Street

New Grub Street is een klassieker die mij tot nu toe ontgaan is. Ik heb of ooit niet opgelet tijdens college of hij is ook degenen ontgaan die indertijd de verplichte leesstof samenstelden. De roman is onlangs vertaald naar het Nederlands en kwam door de recensie van Hans Bouman in de Volkskrant eindelijk tot mij. Hij gaf de roman vijf sterren, mede omdat New Grub Street de tand des tijds zo goed doorstaan heeft. Die mening deel ik volledig met Bouman. Toegegeven, de setting is niet meer van deze tijd. In de tijd van bijstand en WW hoeven mensen niet meer te vrezen voor honger en ziekte en hoeven ze niet meer op zoek naar een partner die hen kan onderhouden. Veel van de stress van de hoofdpersonen uit New Grub Street zou in deze tijd niet meer aan de orde zijn. Andere zaken zijn nog echter steeds uitermate herkenbaar. De zelfingenomenheid waarmee de literaire kliek in de roman de wereld beschouwt en de eigen belangrijkheid in de wereld zwaar overschat kan zonder enig probleem worden doorvertaald naar het verschijnsel BNN-er. En ook de wijze waarop Jasper Milvain zijn toekomst plant, is helemaal van deze tijd. Sterker nog, het lijkt alsof Gissing het eerste prototype van de carrière plannende ambitieuze professional heeft opgetekend. Hul Jasper in een strak gesneden maatpak of de volle baard van de hipster en hij is van deze tijd. Egoïstische ouders, echtgenoten die vinden dat hun partner hun ontwikkeling in de weg staat, vrouwen die klein gehouden worden door hun familie, vrouwen die desondanks hun kansen grijpen, auteurs die pas na hun dood ontdekt worden, uitermate herkenbaar. Ik weet niet of ik de vijf sterren van Bouman deel, ik weet wel dat New Grub Street een van de betere romans is die ik de afgelopen tijd gelezen heb. Ik heb meegeleefd met sommige personages en me verbaasd over anderen, Gissing's vaardige pen bracht ze moeiteloos tot leven. Ik kan me voorstellen dat voor lezers die de context te letterlijk nemen New Grub Street te ouderwets is, kun je daar doorheen kijken en zien hoe ver Gissing eigenlijk zijn tijd vooruit was in de beschrijving van zijn personages, dan is het New Grub Street de moeite van het lezen absoluut waard.


zondag 1 november 2015

Ann Leckie || Ancillary Justice

Sci-fi was voor mij altijd iets dat zich beperkte tot de tv en soms de film: Doctor Who volg ik nog steeds, de eerste drie Star War-films blijven geweldig en Star Trek is en blijft favoriet. Om een heel duidelijke reden: in Star Trek is de ‘alien’ niet als vanzelfsprekend gewelddadig en belust op oorlog met alles en iedereen. Natuurlijk waren er in Star Trek ook wezens die het wat minder goed met het heelal voor hadden, toch kun je stellen dat in deze serie het geloof in het goede in welk wezen dan ook het uitgangspunt was. Misschien dat ik daarom Ann Leckie de moeite waard vond. Ancillary Justice biedt geen zwart-witte oplossing voor een zwart-wit probleem, in de wereld van Leckie ligt eea ietwat genuanceerder. Zo is de hoofdpersoon geen mens maar een soort supercomputer samengesteld uit onderdelen van denkende, levende wezen. Deze computer is tegelijkertijd een ruimteschip, Justice of Toren, en één van de vele menselijke robots, One Esk, die via een soort ‘cloud’ gelinkt zijn aan Justice of Toren. Bedenker van de ‘ancillaries’ zijn de Radch, een volk met een strikt hiërarchische maatschappij die uitgaat van hun superioriteit en aangestuurd door een heerser, Anaander Minaai, die erin geslaagd is zichzelf vele malen te klonen. Ook hij / zij deelt zo een brein met vele lichamen. Eén van die lichamen blijkt echter in opstand gekomen tegen de agressieve wijze waarop de Raadchai werelden veroveren en rassen gebruiken als levende robot. Justice of Toren heeft dit ontdekt en heeft deze ontdekking moeten bekopen met vernieling. One Esk is de enige overlevende en zoekt nu zijn / haar weg in het heelal. Ik zal niet verklappen met welk doel One Esk onder de schuilnaam Breq op pad gaat en of dit lukt, wat ik wel kan melden is dat in Ancillary Justice juist One Esk de robot verrassende menselijke trekjes  toont, terwijl Anaander Minaai alle menselijkheid kwijt geraakt lijkt te zijn in de duizenden jaren van zijn / haar bestaan (oh ja, de Raadchai wereld kent geen geslachten). Leckie legt bovendien het manco van de Radch-wereld bloot in de Radch die zij ten ten tonele voert: Seivarden, Skaaiat en Awn, zij onttrekken zich aan de dictatuur van de Radch-cultuur en tonen zich goede vrienden die bereid zijn hun leven of carrière op te offeren voor de goede zaak.

Soms was Ancillary Justice knap ingewikkeld. Zeker op momenten dat Justice of Toren, One Elk en Elk’s lotgenoten samen opereerden was het niet eenvoudig uit elkaar te houden wie nu wat deed. Datzelfde geldt voor de vele vormen van Anaander Minaai. Aan de andere kant was het ook zeer intrigerend om te bedenken hoe zoiets zou werken en met One Esk / Breq te bedenken welke Anaander Minaai nu degene was die gevolgd zou moeten worden.  Ancillary Justice is meer dan een Sci-fi roman, het is een roman die de pijnlijke vinger legt op goed en kwaad. Ik vermoed dat ik deel twee binnenkort wel ga aanschaffen, ik wil namelijk weten hoe het gaat afgelopen met One Esk, Seivarden en Skaaiat.