Women’s Prize for Fiction Longlist 2019
Een leven als god is zo eenvoudig nog niet. Je kunt zo maar niet bij de populaire jongens en meisjes horen, je bent net niet aantrekkelijk genoeg of je bent een pion in machtsspelletjes. Het zou ook zo maar kunnen dat je opeens ontdekt dat je machtiger bent dan je ooit had gedacht. Circe bijvoorbeeld, de dochter van Perse, een tamelijk onnozele nimf, en Helios, de Zonnegod. Hij riep bij Circe’s geboorte meteen: nutteloos, niet knap genoeg om uit te huwelijken aan een belangrijke god of mens.
Circe wordt aan haar lot overgelaten. En ontdekt langzaam maar zeker dat ze meer in haar mars heeft dan iedereen denkt. Zo is ze bijvoorbeeld zorgzaam, een unicum in de wereld van de goden. Ze maakt geen onderscheid tussen goden of mensen. Ze smacht naar liefde en aandacht. Wanneer ze verliefd wordt op een visser, smeekt ze aan de goden om haar heen om hem in een god te veranderen. Dan ontdekt ze tot haar stomme verbazing dat ze dat zelf ook kan. Ze verandert de visser in een god en haar rivale Scylla in een monster. Vanaf dat moment verandert haar leven. Ze is een gevaarlijke heks en in een soepele actie van rivaliserende goden, waaronder haar vader, wordt ze verbannen naar een onbewoond eiland, Aiaia.
Op dat onbewoonde eiland maken we kennis met drie belangrijke bezoekers die een grote rol in Circe’s leven gaan spelen: God Hermes, stervelingen Daedalys en Odysseus. Circe constateert al snel dat ze eigenlijk best wel in haar nopjes is in haar uppie daar op Aiaia. Ze kan haar heksenvaardigheden rustig verder ontwikkelen en heeft van tijd tot tijd relaxte seks met Hermes, die haar op de hoogte houdt van het wel en wee in de godenwereld. Wanneer vissers en soldaten haar eiland gaan bezoeken die haar vooral zien als een willoos object om te verkrachten, ontdekt ze een handig spelletje: ze verandert hen in biggen. Ze realiseert zich dat ze niet als de andere goden is wanneer ze haar eiland moet verlaten om haar zus te helpen. Zij is verwachting van de minotaurus.
Daedalus is de man die haar komt ophalen. Na de geboorte van de minotaurus wordt hij haar minnaar. Door hem ontdekt Circe dat ze meer opheeft met mensen dan met goden. Ze is oprecht bedroefd wanneer ze weer naar Aiaia vertrekt en hem moet achterlaten. Vele jaren later landt Odysseus daar en de geschiedenis herhaalt zich: ze worden minnaars. Hun kind zal hun leven drastisch veranderen.
Griekse mythologie speelt een belangrijke rol in de roman. Circe’s gedachtes en gevoelens een nog grotere rol. Het is vanaf het begin duidelijk dat zij een zorgende god is, ze gaat respectvol om met levende wezens, ze leeft mee met de ontberingen van de stervelingen. On Aiaia vindt ze haar ware zelf. Die zoektocht naar wie zij is, is de rode draad in de roman. Miller voert ons vakkundig en behendig door Circe’s leven, we zien haar groeien en veranderen door de pagina’s heen. Haar belangrijkste verandering, die ik natuurlijk niet zal verklappen, komt bepaald niet als een verrassing.
Circe is niet altijd even aardig, ook zij heeft haar goede en slechte kanten. Ze is waarschijnlijk wel de enige god die in de gaten heeft dat onsterfelijkheid niet per definitie je karakterontwikkeling in positieve zin bevordert. Haar mede-goden zijn egocentrisch en geven alleen maar om zichzelf. Circe is de uitzondering, zij gelooft dat het vermogen om te sterven een voordeel zou kunnen zijn.
Miller verandert Circe van een onbetekenende god in een sterke vrouw die bereid is haar eigen weg te volgen. Zij vindt sterkte in wat de andere goden als zwakte zien, het stelt haar in staat in de aanval te gaan wanneer haar zoon bedreigd wordt. Ik hield van Circe, roman én god / vrouw. Miller laat her karakter vloeiend ontwikkelen. Als lezer snap ik wat haar beweegt, waar zij voor staat. Circe is weliswaar niet perfect, ze is wel de enige god die dit erkent.
Circe is goed geschreven, het verhaal zit goed in elkaar, de karakterontwikkeling vloeiend. Detail dat de mannen in Circe’s leven wat stereotype zijn, Circe is voldoende vrouw om de roman in haar eentje te dragen.