zondag 28 april 2019

Madeline Miller || Circe


Women’s Prize for Fiction Longlist 2019

Een leven als god is zo eenvoudig nog niet. Je kunt zo maar niet bij de populaire jongens en meisjes horen, je bent net niet aantrekkelijk genoeg of je bent een pion in machtsspelletjes. Het zou ook zo maar kunnen dat je opeens ontdekt dat je machtiger bent dan je ooit had gedacht. Circe bijvoorbeeld, de dochter van Perse, een tamelijk onnozele nimf, en Helios, de Zonnegod. Hij riep bij Circe’s geboorte meteen: nutteloos, niet knap genoeg om uit te huwelijken aan een belangrijke god of mens.

Circe wordt aan haar lot overgelaten. En ontdekt langzaam maar zeker dat ze meer in haar mars heeft dan iedereen denkt. Zo is ze bijvoorbeeld zorgzaam, een unicum in de wereld van de goden. Ze maakt geen onderscheid tussen goden of mensen. Ze smacht naar liefde en aandacht. Wanneer ze verliefd wordt op een visser, smeekt ze aan de goden om haar heen om hem in een god te veranderen. Dan ontdekt ze tot haar stomme verbazing dat ze dat zelf ook kan. Ze verandert de visser in een god en haar rivale Scylla in een monster. Vanaf dat moment verandert haar leven. Ze is een gevaarlijke heks en in een soepele actie van rivaliserende goden, waaronder haar vader, wordt ze verbannen naar een onbewoond eiland, Aiaia.

Op dat onbewoonde eiland maken we kennis met drie belangrijke bezoekers die een grote rol in Circe’s leven gaan spelen: God Hermes, stervelingen Daedalys en Odysseus. Circe constateert al snel dat ze eigenlijk best wel in haar nopjes is in haar uppie daar op Aiaia. Ze kan haar heksenvaardigheden rustig verder ontwikkelen en heeft van tijd tot tijd relaxte seks met Hermes, die haar op de hoogte houdt van het wel en wee in de godenwereld. Wanneer vissers en soldaten haar eiland gaan bezoeken die haar vooral zien als een willoos object om te verkrachten, ontdekt ze een handig spelletje: ze verandert hen in biggen. Ze realiseert zich dat ze niet als de andere goden is wanneer ze haar eiland moet verlaten om haar zus te helpen. Zij is verwachting van de minotaurus.

Daedalus is de man die haar komt ophalen. Na de geboorte van de minotaurus wordt hij haar minnaar. Door hem ontdekt Circe dat ze meer opheeft met mensen dan met goden. Ze is oprecht bedroefd wanneer ze weer naar Aiaia vertrekt en hem moet achterlaten. Vele jaren later landt Odysseus daar en de geschiedenis herhaalt zich: ze worden minnaars. Hun kind zal hun leven drastisch veranderen.

Griekse mythologie speelt een belangrijke rol in de roman. Circe’s gedachtes en gevoelens een nog grotere rol. Het is vanaf het begin duidelijk dat zij een zorgende god is, ze gaat respectvol om met levende wezens, ze leeft mee met de ontberingen van de stervelingen. On Aiaia vindt ze haar ware zelf. Die zoektocht naar wie zij is, is de rode draad in de roman. Miller voert ons vakkundig en behendig door Circe’s leven, we zien haar groeien en veranderen door de pagina’s heen. Haar belangrijkste verandering, die ik natuurlijk niet zal verklappen, komt bepaald niet als een verrassing.

Circe is niet altijd even aardig, ook zij heeft haar goede en slechte kanten. Ze is waarschijnlijk wel de enige god die in de gaten heeft dat onsterfelijkheid niet per definitie je karakterontwikkeling in positieve zin bevordert. Haar mede-goden zijn egocentrisch en geven alleen maar om zichzelf. Circe is de uitzondering, zij gelooft dat het vermogen om te sterven een voordeel zou kunnen zijn.

Miller verandert Circe van een onbetekenende god in een sterke vrouw die bereid is haar eigen weg te volgen. Zij vindt sterkte in wat de andere goden als zwakte zien, het stelt haar in staat in de aanval te gaan wanneer haar zoon bedreigd wordt. Ik hield van Circe, roman én god / vrouw. Miller laat her karakter vloeiend ontwikkelen. Als lezer snap ik wat haar beweegt, waar zij voor staat. Circe is weliswaar niet perfect, ze is wel de enige god die dit erkent.

Circe is goed geschreven, het verhaal zit goed in elkaar, de karakterontwikkeling vloeiend. Detail dat de mannen in Circe’s leven wat stereotype zijn, Circe is voldoende vrouw om de roman in haar eentje te dragen.





zondag 21 april 2019

Kelleigh Greenberg-Jephcott || Swan Song




Women’s Prize for Fiction Longlist 2019

Ik stond bijna op het punt Swan Song dicht te slaan en naar de bieb terug te brengen. Ik zag er absoluut niet naar uit om nog honderden pagina’s vol roddel, ‘high society’ gedoetjes, wie is trendy of juist niet te lezen. Gelukkig heb ik volgehouden en werd ik beloond toen roddel veranderde in een schrijnende beschrijving van de ondergang van een man. Truman Capote op zijn kwetbaarst.

De kern van Swan Song is een nooit uitgebrachte roman van Capote. Een voorpublicatie van een hoofdstuk brengt zijn vriendenkring in rep en roer: hij onthult pijnlijke geheimen die zij in vertrouwen met hem gedeeld hebben. De grens tussen ontboezemingen tussen vrienden en literair materiaal blijkt voor Capote niet helder. Het hoofdstuk veroorzaakt een breuk tussen hem en twee van zijn beste vriendinnen, het komt nooit meer goed. Capote snapt het niet, hij wilde hen alleen maar helpen omdat de onthullingen de hypocrisie van hun echtgenoten duidelijk maakt.

Greenberg-Jephcott’s roman lijkt vele pagina’s lang op de roddelrubrieken uit bepaalde tijdschriften, qua schrijfstijl, toon en inhoud. Capote is vriendjes met de rijksten onder de rijken, we zien de wereld door hun ogen: vakanties op enorme jachten, alles binnen handbereik, designer kleding, sterreneten, drank en drugs. Het is ook de wereld waarin je verdomd voorzichtig moet zijn met wat je zegt en doet. Je echtgenoot kan zomaar van je afgepikt worden, je reputatie kan aan duigen zijn voordat je er erg in hebt. De vrouwen in deze wereld, de zwanen, hoeven niets van Capote te vrezen. Hij heeft de liefde van zijn leven, Jack, en zij iemand die zij kunnen vertrouwen. Hoe je met dat broze vertrouwen omgaat is de kern van de roman.

Je zou medelijden kunnen hebben met Capote’s zwanen: een publiek leven is bepaald niet eenvoudig. Aan de andere kant, niemand heeft Babe, Slim, Gloria, Marella, CZ, Jackie en Lee gedwongen om op zoek te gaan naar rijke en succesvolle mannen. Ze weten precies waar ze aan toe zijn, ze weten dat de rijkdom gepaard gaat met een andersoortig ongemak. Zij weten ook dat er een andere wet geldt voor hun echtgenoten. Wat te denken bijvoorbeeld van JFK die Jackie de omgang met een man verbiedt terwijl hij waarschijnlijk op hetzelfde moment het bed deelt met talloze andere vrouwen. Bepaald hypocriet.

De lezer wordt voorgesteld aan Capote op latere leeftijd. Alcohol en drugs hebben hun werk gedaan. Hij leidt aan hallucinaties, is de meerderheid van zijn vrienden kwijtgeraakt, en Jack. Het leven in de schijnwerpers is weliswaar spectaculair, het heeft ook zo zijn nadelen wanneer je verslavingsgevoelig bent. De zwanen lijken dit beter te snappen dan Capote. Hoewel ook zij grote hoeveelheden drugs en alcohol tot zich nemen, lijken zij de grens beter te onderscheiden. Het feit dat zijn moeder ongetrouwd was, dat zij bepaald geen goede moeder was, het lijken niet de enige redenen dat Capote ten onder gaat aan zijn verslaving. Van Slim en Gloria kan hetzelfde gezegd worden.

Na zijn grote succes organiseert Capote het feest onder de feesten. Iedereen vraagt zich af wie uitgenodigd is, hoe het zal zijn, welke beroemdheden gaan komen? Greenberg-Jephcott besteedt vele pagina’s aan de voorbereidingen en aan het feest zelf. Ik had zonder die pagina’s gekund. Ik snap dat ze het feest als voorbeeld gebruikt maar desondanks lijkt het alsof je de ene roddelpagina na de andere leest. Ik was wel gecharmeerd van het feit dat Greenberg-Jephcott snel en trefzeker van zwaan naar zwaan springt, de perspectiefwisselingen maken dat wij dichtbij de levens en gevoelens van vrouwen komen. Ik was ook onder de indruk van de hoofdstukken waarin de teloorgang van Capote minutieus beschreven wordt. Hij geeft toe aan zij verslaving, weet niet langer wat echt is of niet, praat met vrienden die al tijden geleden overleden zijn.

In de roman groeit Capote nooit op. Hoewel hij volwassen is, blijft hij een kind dat wanhopig verlangt naar de moeder die hem aandacht moet geven, naar mensen die hem aardig vinden. Niet in de gaten hebbende dat zijn zucht naar roem zijn echte vriendschappen in de weg staat. Hij offert die op in de hoop op een volgende beststeller. Hij is een door en door zielige man. Het is niet voor niets dat Greenberg-Jephcott hem consequent betiteld als ‘de jongen’. 

Wat ik vond van Swan Song? Er waren vele pagina’s waar ik weinig lol aan beleefde. Hoewel de pagina’s gevuld met roddel en achterklap goed geschreven zijn en een hoge mate van opgefoktheid uitstralen door taalgebruik en zinsopbouw vond ik de inhoud gewoon niet interessant. Het kon me echt niet schelen wie het met wie deed, wie werd gedumpt of wie de jackpot trok. Mijn voorkeur gaat echt uit naar die hoofdstukken waarin de zwanen aan bod zijn. De manier waarop zij zich verhouden tot Capote, tot elkaar, hun angsten en zorgen. En naar de hoofdstukken die Capote aan het einde van zijn leven laten zien, een man die zo laag gezonken is dat hij het zelf net meer in de gaten heeft.

Greenberg-Jephcott schrijft goed Ze raakt de sfeer van de overdreven roddeljournalistiek uit de jaren vijftig en zestig die opgewonden verslag doet van het leven van de rijken en beroemden  uitstekend. Zie ik de parallel met de te schrijven roman? Natuurlijk. Desondanks zou ik gewild hebben dat ze haar schrijftalent vooral had benut met veel meer hoofdstukken over niet de zwanen maar de echte vrouwen Babe, Slim, Glorie, Lee, Marella en CZ.




zondag 14 april 2019

Lillian Li || The Number One Chinese Restaurant



Women’s Prize for Fiction Longlist 2019

Lillian Li stelt ons voor aan de familie Han en enkele van hun medewerkers. Centrale plaats van actie: de Duck House. Dit traditionele Chinese restaurant is de bron van inkomsten van de Hans en hun medewerkers. Ooit een succesvol restaurant, is het inmiddels verworden tot vergane glorie. Jongste broer Jimmy is de bedrijfsleider, oudere broer Johnny werkt tijdelijk in Hong Kong. Het is al snel duidelijk dat beide broers een ander beeld hebben bij de potentiële succesfactor van het restaurant. Dan slaat het noodlot toe.

The Number One is vooral een roman over familierelaties. De verwevenheden, de eigenaardigheden die anderen niet snappen, de geheimpjes die buitenstaanders nooit te weten komen. Eén ding is in ieder geval duidelijk: Chinese families buiten China laten in deze roman hun leven vaak nog in grote mate bepalen door traditie en trouw aan hen die hun ontsnapping naar het rijke westen mogelijk hebben gemaakt, al dan niet legaal.

Lillian Li grossiert niet in aangename persoonlijkheden. Jimmy is egoïstisch, wispelturig, behept met te weinig zelfreflectie. Johnny is lichtelijk zelfingenomen en ziet zichzelf als de enige persoon die precies weet hoe het wel moet. Nan is een schatje maar na een aantal pagina’s vraag je toch met steeds gefronstere wenkbrauwen waarom ze toch steeds weer zwicht voor zoon Pat en beste vriend Jack? De levens van deze mensen lopen parallel in de roman, Li wisselt regelmatig van perspectief tussen hen. Dan slaat het noodlot, daarbij een beetje geholpen, toe, en brandt de Duck House af. Jimmy krijgt de kans een ander restaurant te openen, met de uitstraling en de gourmetkaart die hij wenst.

Kinderen Annie, Johnny’s dochter, en Pat verbinden beide families. Hoewel beide families bepaald niet staan te juichen dat hun kinderen de grens tussen eigenaar en werknemer (of misschien toepasselijker, bediende) overschrijden. De liefde voor hun kind is het enige dat hen verbindt. De Duck House blijkt alleen zakelijk.

Met oom Pang introduceert Lillian Li de wereld van afpersing en misdaad in The Number One Chinese Restaurant. Pang is bepaald niet de vriendelijke oom die hij claimt te zijn, hij is Chinese maffia en aarzelt geen moment om grove middelen in te zetten wanneer zijn financiën in gevaar komen. Hij bepaalt succes of mislukking.

Het nieuwe restaurant bewijst dat een nieuwe locatie alleen niet voldoende is om je leven compleet te veranderen. Je neemt je oude gewoontes helaas mee, je stapt weer in diezelfde valkuil. Ik zal niet verklappen wie erin slaagt oude patronen te doorbreken en een nieuw leven te starten. The Number One Chinese Restaurant is net als de Duck House: een vlot lezende, aardige pretentieloze roman. Geen hoogstaande literatuur maar daarom niet minder aangenaam.



zondag 7 april 2019

Sarah Moss || Ghost Wall





Women’s Prize for Fiction Longlist 2019

Het begin van Ghost Wall intrigeert al: we zijn getuigen bij een executie, eeuwen geleden. Later wordt het duidelijk dat het ging om een ceremonieel offer. Zo eentje waaraan wij af en toe herinnerd worden wanneer een lijk gevonden wordt in het veen.

Moss schakelt daarna  over naar het hier en nu: een groep mensen die het leven in het stenen tijdperk naleeft in een national park, met veel veen en moerassen. Een docent en zijn leerlingen proberen het leven te leiden van mensen die moesten verzamelen en jagen om te kunnen overleven. Een buschauffeur met zijn gezin heeft zich bij de groep gevoegd. Hij blijkt het fanatiekst van allemaal, hij staat zijn vrouw en jonge dochter geen enkele concessie toe. Zij moeten realistische ontberingen van hem ondergaan.

Sylvie, de puberdochter, vertelt het verhaal vanuit haar standpunt. Al vertellende onthult ze langzaam maar zeker de minder aardige kanten van haar vader. En ook dat een grapje nare consequenties kan hebben. Op een bepaald moment herinnert Ghost Wall aan voorgangers als Lord of the Flies. Wat gebeurt er wanneer een groep zichzelf moet zien te redden? Verdwijnt dan elk besef van beschaafdheid en fatsoen? Aangezien ik het iedereen gun dit voor zichzelf te ontdekken houd ik mijn mond.

Hoewel Ghost Wall eerder een novelle is, slaagt Moss er desondanks een complex geheel neer te zetten. We krijgen inzichten in mogelijk prehistorisch denken en handelen, in het brein van een puber die wanhopig probeert te ontkomen aan haar beperkende, gewelddadige omgeving, in het verschil tussen mensen die hun lot ondergaan en degenen die in opstand komen. Het moment dat Sylvie studente Molly begint te vertrouwen is een kantelpunt in haar leven. Molly helpt haar waar haar hulpeloos gemaakte moeder faalt.

Sylvie’s vader is een expert op het vlak van prehistorisch leven, hij heeft zijn kennis door zelfstudie opgedaan. Hij leest alles dat hij over het onderwerp kan vinden en oefent de techniek van het verzamelen tijdens lange wandelingen in ruige parken. Dochter Sylvie vergezelt hem daarbij. Het biedt haar een kans om te leren en beperkt haar tegelijkertijd, ze moet bij haar controlerende vader in de buurt blijven. Als lezer voel je met haar mee, ook omdat het aan alle kanten duidelijk is dat zij niet in staat is om te zien hoe ze aan haar leven kan ontsnappen. Zij ziet alleen weglopen als een optie. Door het contact met de studenten gaat een andere wereld voor haar open, nieuwe mogelijkheden. Haar hulpeloze moeder is niet langer het voorbeeld.

Ghost Wall intrigeert, Moss is daarnaast ook een vakkundig schrijver. Haar novelle is goed opgebouwd, de taal is prachtig, de beelden van de natuur verplaatsen je ogenblikkelijk naar buiten. Je ruikt, voelt en proeft de kampeerplek waar de prehistorie weer tot leven komt.

Aan het einde van de roman lopen zaken uit de hand. Lees Ghost Wall vooral zelf om te ontdekken wie op het punt staat opgeofferd te worden, wie de waanzin stopt. Ik was onder de indruk van Ghost Wall en zou het in één ruk uitgelezen hebben ware het niet dat … Absoluut de moeite van het lezen waard.