Voor degenen die mijn blog regelmatig volgen, zal het niet als een verrassing komen dat ik niet echt iets op heb met geweld. Ik was dan ook opgelucht, dat de boeken die ik in 2016 gelezen (niet noodzakelijkerwijs geschreven in dat jaar) veelal niet gewelddadig waren. De overdosis aan geweld die ik in 2015 tot mij had genomen, bleek dit jaar dan ook beperkt. Tot mijn grote blijdschap kwam ik dit jaar volop aan mijn trekken met meer beschouwende romans die het moeten hebben van hun subtiliteit. Het zal niemand verbazen dat mijn top drie voor dit jaar bestaat uit romans waarin teruggekeken wordt, waarin op subtiele wijze gehint wordt op een moeilijk verleden en waarin mensen centraal staan.
Verrassend
Degene die mij totaal verraste was Ann Leckie met haar Sword-trilogie. Ik ben bepaald geen fan van sci-fi maar haar boeken over een sterrenstelsel waar mensen in ruimteschepen veranderen en heersers zichzelf ontelbare keren klonen, fascineerde mij van begin tot einde. Inmiddels heb ik de boeken al vaker cadeau gegeven en hoor ik ook van de ontvangers enthousiaste geluiden terug. Een andere roman die positief verraste was The Girls van Emma Cline. Ik vreesde een door de hype opgeblazen roman en werd verwend met een goed geschreven roman die mij ook nog eens aan het denken zette. Ook ik had één van The Girls kunnen zijn.
Sorry, niet voor mij
Er zijn helaas ook boeken die ik achteraf niet persé had hoeven lezen. Mijn derde poging om Howard Jacobson te waarderen mislukte ook met Shylock, ik ben inmiddels tot de conclusie gekomen dat Jacobson mij niet ligt, ik laat zijn romans vanaf nu links liggen. De twee romans over het leven van Jesus geschreven door toch echt niemand anders dan JM Coetzee vielen mij zwaar tegen. Ik had zijn gebruikelijke wrange schrijfstijl gecombineerd met een pijnlijk schurend verhaal maar kreeg een filosofisch betoog. Helaas niet mijn pakkie-an.
Mijn favorieten
Mothering Sunday van Graham Swift had wat mij betreft dit jaar de Booker mogen winnen. Het is verbazingwekkend, dat de roman de longlist niet eens gehaald heeft. Kijkend naar het contrast met de winnaar snap ik het wel. Waar The Sellout vooral snel en ‘streetwise’ is, kiest Swift voor een gedetailleerde beschrijving van een allesbepalend moment in het leven van twee personen. Langzaam maar gestaag werkt hij toe naar de apotheose.
In Lucy Barton neemt Elizabeth Strout ons ook mee in zo’n allesbepalende periode in het leven van haar hoofdpersoon. Geen grootse gebaren of gebeurtenissen maar een bijna verstild beeld van een complexe jeugd waarin het uiten van liefde niet aan de orde was. Strout schrijft bijna afstandelijk over Lucy Barton en benadrukt zo dat deze vrouw niet gemakkelijk te vatten is.
Madeleine Thien redde het wel naar de shortlist, ik had haar Do Not Say We have Nothing graag de Booker gegund. Thien vertelt een complex verhaal en slaagt erin haar hoofdpersonen met al hun fouten en tekortkomingen tot leven te wekken. Waar ik in eerdere romans over de Chineze revolutie volledig afhaakte op het totale gebrek aan zelfreflectie bij de hoofdpersonen relativeert Thien dat wat haar hoofdpersonen overkomt en de keuzes die zij maken.