zaterdag 27 juni 2020

Anne Enright || Actress



Women’s Prize for Fiction Longlist 2020

De eerste hoofdstukken van Actress had ik moeite om in het verhaal te komen. Daarna kreeg vertelster Norah me te pakken en las ik haar verhaal geboeid verder. Ik merkte dat ik minder geïnteresseerd was in het hele toneelwereldje rondom haar moeder dan in moeder Katherine en dochter Norah.

In de eerste hoofdstukken van Actress ligt de nadruk zwaar op de carrière van Katherine O’Dell en de wereld van acteurs, schrijvers, regisseurs en andere artistiekelingen om haar heen. Sommige namen fictief of mij gewoon onbekend, andere van wereldformaat. Ik had moeite met de hoeveelheid personages, roddels, intriges en feitjes waarop Enright mij trakteerde. Ik ging om op het moment dat de roman zich steeds meer focuste op het leven van Katherine zelf, haar relatie met haar dochter en de ietwat vertroebelde relatie die Norah met haar eigen partner heeft.

Katherine O’Dells verhaal is mooi maar teveel jong meisje wordt te snel beroemd, krijgt geen kans om op normale manier volwassen te worden en moet dat bekopen met tragedies uitmuntend in psychose. Haar dochter is degene die zich in de schaduw van een beroemde moeder moet ontplooien en haar eigen weg moet kiezen. Groot verschil tussen moeder en dochter? Waar Katherine door het leven zweeft en nooit echt verantwoordelijkheid neemt, staat Norah nuchter en bewust in het leven. Beseft ze heel goed dat puberale acties een reactie zijn op het leven met haar moeder.

Enright schrijft prachtig en bouwt de spanningsboog in haar roman uitermate goed op. Al is het maar dat het nooit helemaal duidelijk is aan wie Norah haar vertelt, dat het pas ver in de roman duidelijk wordt dat ze steeds één persoon aanspreekt. Natuurlijk zet Enright het wereldje van film en toneel goed neer, ze overtreft zichzelf wanneer Katherine haar Iers-zijn benadrukt. De reclame met Katherine die leidt tot een gevleugelde uitdrukking in Ierland, de bewondering in de ogen van de studiomensen wanneer een oudere Katherine een interview komt geven. Prachtig beschreven.

Norah weet niet wie haar vader is. Eigenlijk vindt ze dat ze ook best zonder een vader kan, toch merkt ze op een gegeven ogenblik dat ze steeds meer zoekt naar hints wie hij zou kunnen zijn. Dan moet ze toegeven dat ze die vaderfiguur wel degelijk mist, dat zijn afwezigheid haar leven en karakter net zo zeer heeft bepaald als de dominantie van haar moeder. Wat ze uiteindelijk over de man ontdekt doet vooral pijn. 

Actress is vooral een prachtige, ontroerende beschrijving van een niet altijd even makkelijke relatie tussen moeder en dochter. En over de liefde die zij ondanks alles voor elkaar voelen.





zondag 21 juni 2020

Candice Carty-Williams || Queenie


Women’s Prize for Fiction Longlist 2020

Ergens halverwege Queenie merkte ik, dat ik, zonder het in de gaten te hebben, me schuldig maakte aan institutioneel racisme. Ik stoorde me namelijk aan het feit dat in mijn ogen Carty-Williams geen keuze maakte tussen vrouw-zijn of kleur. Tot ik me realiseerde dat voor hoofdpersoon Queenie vrouw-zijn en kleur onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Een ‘aha’-moment voor mezelf, en ook het moment waarop ik eindelijk van Queenie ging genieten.

In eerste instantie dacht ik dat ik een variant op Bridget Jones aan het lezen was maar dan minder grappig. Weer zo’n goed opgeleide vrouw met een leuke baan die stuntelend door het leven gaat en zichzelf voor veel minder vol aanziet dan haar omgeving dat doet. Voorzien van een groep goede vriendinnen die haar door dik en dun steunt. Toch is al snel duidelijk dat hoofdpersoon Queenie in tegenstelling tot Bridget een serieus probleem heeft. Ze woont tijdelijk gescheiden van haar vriend Tom en gaat in die tijd seksueel helemaal los. Ze accepteert vrijpartijen die behoorlijk op het randje van verkrachting balanceren.

Queenie’s vriendinnen zien het aan, proberen haar bewust te maken van de gevaren maar Queenie zit zo verstrikt in haar eigen wereld dat ze hun argumenten niet hoort. Zo wordt een Jamaicaanse niet geacht psychologische hulp te vragen en te accepteren. Dat hoort niet. Toch vraagt Queenie uiteindelijk wel om hulp. Nota bene haar traditionele opa spreekt het verlossende woord en geeft haar toestemming. En voor degene die zich nu afvraagt ‘haar opa?’. Queenie is de dochter van een alleenstaande moeder die op een gegeven ogenblik kiest voor haar mishandelende partner. De traumatische jeugd van haar dochter is een feit.

Een traumatische jeugd waarin Queenie onzichtbaar is: voor haar mishandelende stiefvader, voor haar moeder, voor de wereld. Wanneer zij later op haar werk, tijdens het uitgaan of wanneer dan ook anders behandeld of zelfs genegeerd wordt omwille van haar kleur, versterkt het één het ander. Queenie’s vrouw-zijn en haar kleur zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het één kan niet los gezien worden van het ander. Dat de familie van haar ex weigert te accepteren dat de seksistische en racistische opmerkingen van een oom niet kunnen is exemplarisch voor Queenie’s leven. Zij heeft te leven in een wereld waarin mannen haar witte vriendinnen zien als toekomstige volwaardige partners en met haar alleen maar het bed in willen duiken.

Het is duidelijk dat de wereld een probleem heeft, dat geldt ook voor Queenie. Haar haar is een mooi symbool van de vervreemding van haar wereld en haarzelf. Met hulp van een psycholoog bestrijdt ze de effecten van een traumatische jeugd. Vanaf dat moment verandert er ook iets in de roman. Queenie hoofdpersoon en Queenie roman laten los. Dan is het tijd om ook te genieten van de scherpe en spitsvondige wijze waarop Carty-Williams de wereld van Queenie neerzet. Opa en oma die van tijd tot tijd hilarisch zijn, pubernicht Diana die overal kansen ziet om meer vrijheid te krijgen, de appgroep Corgis waarin Queenie lief en leed deelt met vriendinnen Kyazike, Darcy (die regelmatig gebruik moet maken van de Urban Dictionary om de eerste te begrijpen) en Cassandra, de hooghartige en verwende schoonheid die net zo onzeker blijkt als Queenie.

En niet te vergeten Queenie’s moeder. De vrouw die zo’n grote rol in haar dochters leven heeft gespeeld. Tussen moeder en dochter speelt zich heel wat af, hun relatie veert mee met de gemoedstoestand van Queenie. Laten we het erop houden dat de therapie niet alleen in het voordeel van Queenie werkt.

Na mijn eerste worsteling heb ik genoten van Queenie, de roman en de hoofdpersoon. De roman heeft mij bovendien bewust gemaakt van het feit dat ik in mijn neiging om literaire kwaliteit voorop te stellen, een wezenlijk probleem doodeenvoudig niet zag. In een tijd waarin #blacklivesmatter prominent aanwezig is ook voor mij een belangrijke constatering. In Queenie komen de positie van vrouwen en racisme samen. Dat de roman daarnaast ontegenzeglijk goed geschreven is natuurlijk een pluspunt.



zondag 14 juni 2020

Claire Lombardo ||The Most Fun We Ever Had



Women’s Prize Longlist 2020

In The Most Fun We Ever Had draait alles om Marilyn en David Sorenson en hun dochters Wendy, Violet, Liza en Grace. Onverwachte aanwinst Jonah zorgt voor blijdschap en spanning. Terwijl ik de roman aan het lezen was, bekroop me steeds meer het gevoel dat ik een potentieel script voor zo’n typisch Amerikaanse tv-serie over families aan het lezen was. Gedegen en goed doordacht maar nergens opzienbarend. Zo’n serie die je vervolgens wel jaren blijft volgen en die een beetje als thuis aanvoelt.

De vier dochters lijden onder een wel heel aandoenlijk jeugdtrauma. Hun ouders houden zoveel van elkaar (en uiten dat ook op oudere leeftijd nog steeds demonstratief fysiek) dat de vier meiden altijd het idee hebben gehad dat ze niet op de eerste plaats komen. Het resultaat mag er zijn: de één heeft in haar jeugd anorexia gehad en drinkt na twee drama’s in haar leven te veel. De ander is een streber die eerst in studie en werk moest excelleren en nu als fulltime moeder. De derde is succesvol maar is helaas voor haar verliefd op een ernstig depressieve man en nummer vier voelt zich door haar knappe ouders en zussen zo machteloos dat ze zich voortdurend het lelijke achtergestelde eendje voelt en tot niets komt.

Vader en moeder Marilyn en David lopen natuurlijk in hun eigen leven ook tegen zaken aan. Zo rooskleurig als de dochters denken is hun leven nu ook weer niet. De lezer weet dit omdat Lombardo twee verhaallijnen volgt. We beginnen de roman met de introductie van de joker Jonah. Lombardo wisselt de huidige tijd af met flitsen uit het verleden. Deze starten kort nadat Marilyn en David verliefd zijn geworden en lopen lineair tot het nu. Vragen die de lezer heeft over het verleden van de Sorensons worden dus op een gegeven ogenblik vanzelf beantwoord.

Tijdens het lezen merkte ik, dat ik een rol mis in The Most Fun We Ever Had. Die van de ietwat saaie ‘normale’ zus die gewoon keurig doet wat ze moet doen, geen rare dingen uitspookt (of in ieder niet geval niet veel) en die redelijk gelukkig een constant leven leidt. Die ene zus was het broodnodige evenwicht geweest tussen de familieleden en hun drama’s. Omdat deze zus (of broer) ontbreekt, overstelpt Lombardo je wel erg met alles wat mis kan gaan.

Lombardo heeft zo’n typisch soepel Amerikaanse schrijfstijl: alles loopt goed en vloeit prima in elkaar over, hoogstandjes met van die zinnen die je verrukt nog een keertje tot je wilt nemen ontbreken. Zoals gezegd, gedegen maar niet opzienbarend. In haar roman kaart Lombardo aardig wat problematiek aan: adoptie, miskraam, jeugdzorg, kanker, hartaanval, alcoholisme, topprestaties willen wegzetten, net niet goed genoeg zijn om te voldoen aan de hoge eisen van je familie (of jezelf), geen carrière maken omdat de kinderen tijd van je vragen en dan op een gegeven ogenblik ontevreden worden, angst voor pensioen … Met excuses indien ik nog iets vergeten ben. Zoals gezegd, het is wat veel allemaal.

The Most Fun We Ever Had is een prima roman, niet meer maar ook niet minder. Mij bekroop te vaak het gevoel dat Lombardo teveel in één roman wilde proppen. Ik hoop dat een zender haar roman gaat omtoveren tot zo’n serie, ik vermoed dat er dan heel veel mensen met veel genoegen elke aflevering gaan kijken. 



zondag 7 juni 2020

Valerie Martin || Property


#ReadingWomenChallenge

Valerie Martin won in 2003 de Women’s Prize for Fiction voor haar roman Property.  In 2012 belandde deze in de top 10 van beste historische romans van de The Observer. Nu in 2020, terwijl de dood van George Floyd, de wereld bezighoudt, duwt de roman ons pijnlijk met de neus op de oorsprong van racisme. Hoofdpersoon Manon Gaudet weet niet beter dan dat slavernij bij het leven hoort. Een 19e eeuwse plantage kan tenslotte alleen maar gerund worden met goedkope arbeidskrachten.

Manon Gaudet is bepaald geen hoofdpersoon die je aardig vindt. Ze is getrouwd met een plantage-eigenaar die alleen maar schulden heeft, die bovendien meteen na hun huwelijk de tot slaaf gemaakte Sarah verkracht. Twee kinderen later heeft Manon hem letterlijk haar bed uitgetrapt, is het huwelijk uitzichtloos en kan Sarah niet anders dan accepteren dat Gaudet haar ziet als zijn ‘vrouw’.  Hun jongste kind wordt door hem niet geaccepteerd: te donker, niet acceptabel.

Wat gebeurt in Property is minder interessant dan hoe het beschreven wordt. Manon is de verteller, wij horen het hele verhaal uit haar mond. En die is koel, afstandelijk, bijna op het laconieke af. Desondanks is Manon’s wanhoop duidelijk. Ze voelt zich de gevangene in haar huwelijk, weet dat bij het overlijden van haar moeder een eventuele erfenis meteen opgeëist en opgemaakt gaat worden door Gaudet. Als vrouw heeft zij nu eenmaal niets in te brengen.

Manon is vol wrok, ook naar Sarah, het slachtoffer van echtgenoot Gaudet. Manon ziet alleen maar dat haar man een voorkeur heeft voor deze vrouw, zij heeft het idee dat Sarah haar minacht en met een zekere arrogantie behandelt. We zullen het nooit weten, Sarah komt nooit aan het woord. Het fraaie aan Property is dat aan de ene kant de hopeloze positie van Manon duidelijk wordt, je zult toch maar denken dat je gelukkig getrouwd gaat zijn om vervolgens meteen geconfronteerd te worden met schulden en een minnares. Aan de andere kant laat Martin ook zien dat Manon geen seconde twijfelt over het recht om mensen met een andere huidskleur als (potentieel) bezit te zien.

Ergens tegen het einde van de roman, ik zal niet verklappen wat er is gebeurd waardoor Manon tot deze uitspraak komt, zegt onze hoofdpersoon over een ontsnapte slavin die niet aan haar achtervolgers is kunnen ontkomen: ‘zij heeft echte vrijheid gekend, zij heeft gereisd als een blanke man’. In die ene zin laat Martin zien dat voor Manon haar ongelijkheid als vrouw telt, dat zij smacht naar een leven waarin haar echtgenoot niet de baas kan spelen alleen maar omdat hij een man is. Die ene zin laat ook zien dat in de 19e eeuw het bezit van mensen volledig geaccepteerd was, dat Manon niet eens op het idee komt dat voor deze vrouw vrijheid iets anders zou kunnen betekenen.

Property is beklemmend. De roman laat zien waar één van de kiemen van hedendaags racisme zit. Juist de afstandelijke houding van Manon maakt dat je als lezer een steeds ongemakkelijker gevoel krijgt. Het is beangstigend dat de afstammelingen van Manon en de mensen in haar omgeving mensen met een andere huiskleur nog steeds als minderwaardig beschouwen. Juist doordat Martin de persoonlijke vrijheid van twee vrouwen in een totaal andere positie naast elkaar plaatst, komt de boodschap keihard aan. Racisme is fout, mensen als Manon, toen en nu,  dragen eraan bij. 


maandag 1 juni 2020

Angie Cruz || Dominicana




Women’s Prize for Fiction Shortlist 2020

Ana Canción is 15 jaar wanneer ze trouwt met de oudere Juan Ruiz. Niet uit vrije wil. Juan is de hoop op een beter leven voor haar hele familie. Dus verhuist Ana naar New York. Daar blijkt het leven een ietsiepietsie anders dan Juan de familie had voorgespiegeld. Juan blijkt een van de vele worstelende immigranten die alleen met hard werken en ondernemingszin de eindjes bij elkaar kunnen knopen.

Cruz mengt scenes in de Dominicaanse Republiek, soms echt soms wensdromen van Ana, af met het leven in New York. Daar blijkt Ana totaal geen vrijheid te hebben, Juan bepaalt haar leven. Daar komt pas verandering in wanneer hij enkele maanden terug gaat naar de Dominicaanse Republiek. Zijn jongere broer Cesar is verantwoordelijk voor de jonge inmiddels zwangere echtgenote. Cesar biedt Ana eindelijk de vrijheid die ze al zo lang wil. Ze gaat Engelse les volgen en samen met Cesar bedenkt ze van alles om geld te verdienen.

In eerste instantie spreekt de ongecompliceerdheid van Ana aan. Haar taalgebruik en zienswijzen passen bij dat van een 15-jarige. Na verloop van tijd merkte ik echter dat ik smachtte naar wat meer reflectie, naar mooie goedlopende zinnen. Cruz heeft van Ana helaas een wandelend cliché gemaakt. Haar lot dat van vele jonge vrouwen die begin jaren vijftig van de vorige eeuw een leven startten in een totaal andere wereld. Naar mate de roman vordert, gaat Ana steeds meer op de hoofdpersonen van die typische Amerikaanse ‘ ik kwam en overwon’-verhalen lijken. Helaas in de categorie dertien in een dozijn.

Ana denkt en praat in clichés. Vooral haar ontboezemingen over haar ontluikende seksuele gevoelens zijn tenenkrommend. Met alle respect maar ‘hij richtte zijn pistool op mij ...’? Ook al is Ana jong, ietwat inspirerendere omschrijvingen van haar gevoelens waren wel zo fijn geweest.

Cruz hint op een ander tijdperk in New York, op de veranderingen die zich daar in de jaren zestig beginnen te voortrekken. Zo wonen Ana en Juan tegenover de nachtclub waar ene Malcolm X vermoord wordt, Cruz nut de veranderingen echter nauwelijks uit. Zo blijft Ana de traditionele echtgenote die weliswaar even verleid wordt voor zichzelf te kiezen maar dan toch braaf haar familie voorop stelt. Misschien ook wat veel gevraagd van een jonge vrouw die op haar zestiende al haar eerste kind verwacht en nauwelijks scholing gehad heeft.

Ik vermoed dat de roman genomineerd is voor de Women’s Prize, omdat er nog niet zoveel romans van Dominicaans-Amerikaanse vrouwen zijn. En zo’n succesverhaal van een immigrante die haar weg weet te vinden in een vreemd, niet altijd even vriendelijk land doet het natuurlijk altijd goed. Mij heeft Cruz echter niet weten te bekoren. Ze heeft de energie die de roman aan het begin had niet weten vast te houden, daarna overwonnen de clichés. Jammer. Ana had alles in zich om een inspirerend boegbeeld te kunnen zijn.