zondag 30 augustus 2020

Kiley Reid || Such a Fun Age


Booker Prize Longlist 2020

Such a Fun Age is één van de vele debuutromans op de Booker Longlist in 2020. Volgens The Guardian is het een ‘firecracker debut’, The Times heeft het over een ‘new literary star’ en mij bekriupt het gevoel dat ik na het lezen van Sally Rooney ook had: ik word oud. 

Hoofdpersoon in Such a Fun Age is Emira, een 25-jarige die haar leeftijd waarschijnlijk helemaal niet zo leuk vindt. Emira is omringd door familie en vrienden die precies weten wat ze willen en hoe ze daar gaan komen, die gepassioneerd kunnen zijn over zaken. Emira vindt eigenlijk alles wel best en niets echt leuk. Dat baart haar zorgen. Zo fijn is het tenslotte niet dat je als 25-jarige twee parttime baantjes hebt: eentje als typiste en eentje als babysitter. Let wel, babysitter, niet nanny. Een groot verschil: de laatste komt namelijk met een vast inkomen en een ziektekostenverzekering.

Emira wordt terwijl ze uit is gebeld door de ouders van haar babysitkind. Of ze hen alstublieft te hulp wil schieten door hun dochter even mee te nemen naar een winkel? In die winkel gaat men ervan uit dat Emira de kleine Briar gekidnapt heeft. Logisch toch wanneer een donkere jonge vrouw gekleed in een sexy jurkje een klein, wit meisje bij zich heeft ... !? Alles komt goed maar het incident verandert Emira’s leven.

Niet omdat Emira werk maakt van de valse beschuldiging en deze activistisch inzet om onrecht tegen zwarte mensen aan te kaarten. Dat past niet bij haar, het is teveel gedoe. Ze wil het incident het liefst zo snel mogelijk vergeten. Wel omdat de jonge witte man die alles gefilmd heeft  uiteindelijk haar vriendje wordt. Een vriendje dat ooit het eerste vriendje was van Briar’s moeder. En ze zijn bepaald niet vriendschappelijk uit elkaar gegaan.

Dus, tot nu toe hebben we Emira: twijfelend, weifelend, geen plan, geen fatsoenlijke baan, huurt een rotkamertje dat eigenlijk ook nog te duur voor haar is. Daar voegen we aan toe: vriendje Kelly en werkgeefster Alix. Kelly is wat we nu ‘woke’ noemen. Zo goed als al zijn  vrienden hebben een donkere huidskleur, Alix is de enige witte vriendin die hij ooit gehad heeft. Hij heeft een goede baan en zijn bedoelingen met Emira lijken goed. Haar vriendinnen wantrouwen echter zijn mate van ‘woke’, en niet helemaal onterecht. 

Alix is een soortement influencer. Zij heeft ooit ontdekt dat ze door goede brieven te schrijven, firma’s producten kan ontfutselen. Op basis van deze gave bouwt ze aan een carrière als consultant, als expert, als ‘u zegt het maar’. Ze is de suburbs van Philadelphia ontvlucht, naar New York verhuist en noodgedwongen daar weer vertrokken. Op basis van het gedeelde inkomen van haarzelf en haar echtgenoot is thuisstad Philadelphia namelijk de betere, betaalbare optie. Met pijn in het hart laat Alix haar vriendinnen en de stad achter en werpt zich op het schrijven van een boek gebaseerd op haar brieven. Hoe ik het draai of keer, ik mag Alix niet. Ze is een nitwit die carrière heft gemaakt op basis van een schijnwereld en is te oppervlakkig voor woorden. Ze blijkt bovendien de boel behoorlijk te manipuleren. 

Alix en haar vriendinnen zijn dertigers en veertigers. Ze zijn al moeder, hebben het enigszins gemaakt. Die vriendinnen ondersteunen haar, ook wanneer ze Emira een stevige loer draait (die ik natuurlijk niet verklap). Vriendin Tamara, een zwarte vrouw, bejegent Emira op een manier die bij mij de haren overeind deden komen. Zwaar betuttelend, bevoogdend: ‘luister nu maar naar mij, doe wat ik je zeg, en jij - sterke zwarte vrouw - gaat het maken’. Dat Emira wellicht haar eigen keuzes kan maken gaat er bij deze Tamara niet in. Toegegeven, Emira wekt natuurlijk helaas ook niet de indruk dat ze precies weet wat ze wil. 

Emira’s vriendinnen staan nog aan het begin van hun leven, zij hebben dat ietwat beter op orde dan Emira. Zij steunen haar echter door dik en dun, helpen haar om de juiste beslissingen te nemen. Schromen niet om haar af en toe de waarheid te vertellen. En omdat ze nog jong zijn, gaan ze natuurlijk elk weekend grof uit en worden heerlijk dronken. Hun taalgebruik is spits en scherp, om van te genieten. Om heel eerlijk te zijn: ik had graag meer van Emira en haar vriendinnen en minder van de rest gehad. 

Wat er in Such a Fun Age gebeurt, is eigenlijk niet zo relevant. Het gaat vooral om de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Alix die haar drukke oudste dochter verwaarloost, misbruik maakt van Emira, haar een vriendschap probeert op te dringen. Haar vriendinnen die zich superieur voelen ten opzichte van een jonge vrouw die haar leven nog voor zich heeft, die niet schromen om vals te spelen indien dat zogenaamd de toekomst van Emira ten goede  komt. Wat ik jammer vind, is dat  ook dit aspect eigenlijk onvoldoende uit de verf komt. Het blijft nu allemaal net wat op de vlakte. Misschien dat dit mijn grootste bezwaar tegen Such a Fun Age is: Kiley Read probeert teveel in één niet al te lijvige roman te proppen met als resultaat dat ze nergens echte diepgang bereikt. 

Kiley Reid zet de scheidslijn tussen zwart-wit scherp neer zonder te overdrijven. Ze schetst een generatiekloof tussen mensen in verschillende fasen in hun leven. Haar hoofdpersonen zijn geen van allen perfect. Alix leeft in een soort schijnwereld waarin de realiteit minder er toe doet dan de schone schijn, Emira is een laatbloeier die haar weg nog moet zien te vinden. En tja, ik merkte dat ik te vaak bij mijzelf dacht ‘waar zijn jullie nou toch mee bezig? Doe normaal en doe iets’. Over generatiekloof gesproken. Reid is er vooral in geslaagd mij de hoofdpersonen niet interessant genoeg te doen vinden. 

Ik herken dat Kiley Reid een roman heeft geschreven die op subtiele wijze de kloof tussen zwart en wit benadrukt, de kloof tussen zogenaamd geslaagde vrouwen en hun potentiële opvolgers. Maar om nu te zeggen dat ik de roman verslonden heb en met heel veel plezier gelezen ….  




zondag 23 augustus 2020

David Mitchell || Utopia Avenue

 In Utopia Avenue mengt Mitchell twee magische werelden: die van tijdreizigers en demonen én die van de popscene in de jaren zestig in Londen en Californië. Zij komen samen in hoofdpersoon Jasper de Zoet, een nakomeling van Jacob de Zoet, een eerdere hoofdpersoon van Mitchell. Jasper is een begenadigd gitarist, hij is al sinds zijn pubertijd bezeten door een demon, ‘Knock Knock’. In een wereld waarin drugs normaal zijn en veel van de muzikanten afwijkend gedrag vertonen, is hij slechts één van de zonderlingen.

Utopia Avenue is de naam van een band die niet spontaan tot stand komt maar samengesteld wordt door producer Levon. Hij blijkt vier mensen te hebben samengebracht die samen een unieke ‘sound’ creëren:  Elf, toetsenist, schrijfster, afkomstig uit de ‘folk’; Griff, noorderling, een gepassioneerde drummer met een jazz-achtergrond; Dean, opgegroeid in een volksbuurt, de eindjes bij elkaar knopend om te overleven, zijn basgitaar is op de pof gekocht. En Jasper, een getalenteerde gitarist met een kostschool- en psychiatrische inrichting verleden. Hij is de illegale zoon van een rijke reder, muziek één van zijn reddingen. 

Niet alle leden van de band krijgen evenveel aandacht in de roman. Je zou kunnen zeggen dat Griff, de enige van het gezelschap die niet schrijft, door Mitchell en de bandleden in een uitzonderingspositie wordt geplaatst. Hij is er, af en toe krijgen we iets meer over hem te weten, het blijft echter allemaal beperkt. Hij is de perfecte drummer voor de band, dat is eigenlijk het belangrijkste dat we over hem moeten weten. 

Elf krijgt meer aandacht, en dan met name haar liefdesperikelen: oude en nieuwe vriendjes, mannen of misschien toch vrouwen? Of de tragedie in de familie: haar neefje sterft aan wiegendood wanneer hij nog geen twee maanden oud is. Het is dat Mitchell haar het nodige talent heeft toebedeeld: een groot aantal van de successen van Utopia Avenue is door haar geschreven, haar stem en orgelspel bepalen de ‘sound’ van de band voor een belangrijk deel. 

Dean en Jasper zijn de twee eigenlijke hoofdpersonen. Twee totaal verschillende mannen uit totaal verschillende milieus die noodgedwongen met elkaar in één huis wonen en langzaam maar zeker tot elkaar groeien. Hun diepste geheimen onthullen ze echter nooit: Dean’s alcoholistische mishandelende vader komt nooit aan de orde, Jasper’s verblijf in de psychiatrische inrichting én de terugkeer van ‘Knock Knock’ komen nooit aan de orde, ze delen vooral hun passie voor muziek. 

Het viertal ontdekt de wereld van de popmuziek. Een wereld die voor een beginnende band vooral bestaat uit armoede, sappelen en lange tochten in een oude auto naar optredens die niet altijd even goed verlopen. En soms heel soms een glimp van wat zou kunnen, op feestjes waar succesvolle muzikanten hun opwachting maken: het succes, maar voor de lezer vaak met een zwart randje. Utopia Avenue ontmoet de goden die jong stierven: Brian Jones (Rolling Stones), Janis Joplin, Jimi Hendrix, John Lennon. Maar ook zij die over een tijdje toch echt gaan maken: David Bowie, Leonard Cohen. 

Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik soms wel het idee kreeg dat Mitchell wel heel erg met bekende namen aan het gooien was. Het is dat ik een paar weken geleden een documentaire heb gezien over Laurel Avenue (Los Angeles) waar een beeld uit naar voren komt dat volledig overeenkomt met dat van Mitchell: een ons kent ons wereldje waarin naïviteit al snel plaats moet maken voor realisme en zakelijkheid. Ik kan me overigens ook heel goed voorstellen dat het namen roepen snel verveelt indien je de namen niet herkent. 

Ergens tijdens een tour door de Verenigde Staten ontmoeten we eindelijk Mitchell de man van het magisch-realisme. Het hoofdstuk waarin hij Jasper’s gevecht met ‘Knock Knock beschrijft is vintage Mitchell. Op één of andere vreemde manier past de wereld van drugsgebruik en hallucinerende dromen prima er prima bij. Sterker nog, in Utopia Avenue is de vraag of ‘Knock Knock’ magisch-realistisch is of een psychotisch verschijnsel verergerd door drugsgebruik zeer gerechtvaardigd. 

Mitchell onderscheidt zijn hoofdpersonen ook door taal. Bij alle vier de bandleden kiest hij een manier van praten en schrijven die optimaal bij hen past. Bij Dean, de rauwdauwer, veel korte zinnen, actief en gedreven. Bij Jasper, de in zichzelf gekeerde autodidact erudiet en met veel verwijzingen naar geschiedenis en literatuur. 

Utopia Avenue, de band, is om één belangrijke reden uitzonderlijk. De band heeft een goudeerlijke producer. De bandleden onderling vertonen daarnaast ook een grote mate van betrokkenheid en saamhorigheid: voor hen is of allemaal of niets. Subtiel heeft Mitchell daarmee een boodschap af, hij laat zien dat ook in een harde, commerciële wereld saamhorigheid en eerlijkheid tellen. Roman Utopia Avenue krijgt daarmee een subtiel positieve boodschap. 

Is Utopia Avenue de beste Mitchell die ik ooit gelezen heb? Is Mitchell de taalkunstenaar die passend bij de hoofdpersonen zeer treffend en bij vlagen briljant taalgebruik neerzet? Zeker. Nee. Is het een vermakelijke roman waarin wordt gespeeld met realiteit of droom? Absoluut. 




zondag 16 augustus 2020

Kiran Millwood Hargrave || The Mercies

 Ergens in de  17e eeuw verdrinken alle mannen op het Noorse eiland Vardo tijdens een plotseling opgekomen storm. De vrouwen blijven alleen achter.  Omdat ze ervoor kiezen niet te verhongeren maar de taken van hun mannen overnemen, worden ze onbedoeld het doelwit van een heksenjacht. Millwood Hargrave heeft dit waargebeurde verhaal gebruikt als basis voor haar roman The Mercies.

Na het eerste verdriet van de vrouwen, gebeurt er iets interessants. De vrouwen krabbelen op en realiseren zich dat ze om in de barre winter te kunnen overleven mannelijke taken moeten oppakken. Vissen bijvoorbeeld. Voor sommige vrouwen is het bittere noodzaak, voor een  kleine groep betekent het de realisatie dat ook vrouwen in staat zijn dit werk uit te voeren, dat zij minder afhankelijk zijn van mannen dan ooit gedacht.

Dat komt hen duur te staan. Er is namelijk ook een kleine groep vrouwen die niet in staat blijkt over fatsoensnormen heen te stappen. Kerk en maatschappelijke normen tellen voor hen zwaarder dan overleven en zelfstandigheid. Dat die kerk en de autoriteiten liever zien dat de vrouwen verhongeren dan dat zij buiten de gevestigde normen stappen, maakt hen niet uit.

Een ambitieuze gouverneur tekent het lot van de vrouwen. Hij stelt een fanatieke heksenjager aan die op de Orkney-eilanden een groep heksen heeft ontmaskerd en heeft laten verbranden. Deze man, Absalom Cornet, ziet in de onafhankelijke vrouwen zijn nieuwe slachtoffers. Hij creëert een sfeer waarin de ene vrouw de andere zal verraden. Devotie verandert in hysterie en een bijna slaafs verlangen om Absalom te helpen in zijn gevecht tegen de duivel. 

Oude vetes tussen de vrouwen, jaloezie, wantrouwen, het groeit allemaal uit tot een ware hetze. De enige Sámi is het eerste doelwit van Cornet, zij weet – geholpen door haar grote kennis van het land - gelukkig met haar kind te ontsnappen. Twee vrouwen zijn niet zo gelukkig. Informeel leider Kristin en de welgestelde Fru Olufsdatter worden gearresteerd. Na langdurige marteling bekennen zij beide schuld en belanden in 1621 op de brandstapel. 

De voornaamste personages in de roman zijn Ursa, de echtgenote van Cornet, en Maren, een jonge vrouw wier verloofde is verdronken tijdens de storm. Zij heeft geen andere keuze dan bij haar moeder en schoonzus te blijven wonen. Het perspectief dat Kirsten biedt trekt haar echter aan. Maren geniet van het wekelijkse vis vangen, zij ziet dat het leven zonder de mannen haar kansen biedt. Wanneer haar moeder onder invloed van de kerkelijke vrouwen komt, komt Maren in gewetensnood. 

Een gewetensnood die nog verergert, omdat Maren gevoelens ontwikkelt voor Ursa die bepaald niet passen binnen de normen van de kerk en de maatschappij. De twee vrouwen raken bevriend en zien met lede ogen toe hoe Cornet met zijn heksenjacht Vardo verdeelt en de vrouwen tegen elkaar opzet. Het is ironisch dat Ursa en Maren onder zijn ogen verliefd worden op elkaar.

The Mercies is zo’n roman die je op veel lijstjes ziet terugkomen en die de hemel in geprezen wordt. Misschien dat ik wat teleurgesteld ben omdat mijn verwachtingen hoog waren. Millwood Hargrave besteedt veel tijd aan de relatie tussen Ursa en Maren,  de ontwikkelingen op Varso zelf worden in grote lijnen geschetst. Ik had geloof ik liever gezien dat Millwood Hargrave meer tijd had besteed aan de hysterie die groeit en groeit en die leidt tot de dood van Kirsten en Fru Olufsdatter. Millwood Hargrave besteedt zoveel pagina’s aan de jonge vrouwen, dat de heksenjacht die om hen heen plaatsvindt bijna afgeraffeld wordt. Jammer. 

Hoewel Millwood Hargrave naar verhouding veel tijd besteed aan Ursa en Maren, is er weinig sprake van karakterontwikkeling. De beide vrouwen zijn wie ze zijn; de één de dochter van een succesvolle handelaar, de ander de dochter van een visser. Beide kunnen niet lezen of schrijven, zijn normaliter afhankelijk van de mannen om hen heen. Ook hun ontluikende liefde had door Millwood Hargrave steviger aangezet kunnen worden. Het blijft nu een beetje hangen in verwarring en onbegrepen verlangens. 

The Mercies is geen slechte roman, het is ook geen overtuigende roman. Daarvoor raffelt Millwood Hargrave de rode draad van de heksenjacht teveel af, laat ze de ware ongehoorzaamheid aan kerk en maatschappij, de liefde tussen twee vrouwen, te onderontwikkeld. Jammer.  


zondag 9 augustus 2020

Lavie Tidhar || By Force Alone

 Ooit, lang geleden ben ik afgestudeerd op moderne versies van het Koning Arthurverhaal. Toen dacht ik, dat ik daarmee een interessant onderwerp afsloot. Inmiddels weet ik beter: Koning Arthur blijft inspireren, er verschijnen nog steeds boeken over hem. Mijn verzameling moderne Koning Arthurromans is inmiddels tot een metertje of vier uitgegroeid. Lavie Tidhar is de laatste toevoeging, eentje interessant genoeg voor mijn blog.

Alle spelers uit de Arthurlegende passeren de revue in By Force Alone. Ze lijken echter bepaald niet op de verheven ridders en edelvrouwen uit Malory’s Le Morte d’Arthur, beeldbepalend voor de legende.  Een kort geschiedenislesje. Zo’n 2.000 jaar geleden veroverden de Romeinen een groot deel van Europa, ook wat wij nu kennen als Groot-Brittannië. Na hun vertrek zo rond 500 na Christus, lieten ze het land in chaos achter. Keltische stammen vochten elkaar de tent uit, aan de overkant van de Noordzee stonden Saxen, Angelen en aanverwante stammen klaar om de oversteek te wagen en een plek op te eisen op het o zo vruchtbare eiland. In de Arthurlegende verenigt Arthur de Kelten en zorgt voor een laatste opleving van zijn volk. 

Tidhar is niet de eerste die dit beeld weerlegt. Opgravingen maken inmiddels ook duidelijk dat de realiteit waarschijnlijk ver ligt van de legende die ooit gecreëerd is.  Waar eerdere auteurs ermee volstaan dat Arthur een ruwe bolster type legeraanvoerder is, zet Tidhar hem neer als de leider van een ‘gang’. Een criminele bende die in Londen leeft van diefstal en de verkoop van cannabis. En aangezien Arthur nogal ambitieus is, doet hij een gooi naar de macht. Na aardig wat gevechten, eindigt hij uiteindelijk als de enige echte koning van de Kelten. En sneuvelt hij, net als in de legende, op het slagveld. Gedood door zijn eigen zoon, Mordred. 

En dan houdt de gelijkenis met welke versie van het Arthurverhaal dan ook op. Met name omdat de spelers absoluut niet lijken op hun voorgangers. Merlijn is daadwerkelijk een heks, iemand die net als alle andere heksen gevoed wordt door macht. Kay is de homoseksuele halfbroer van Arthur die, nadat Arthur de macht veroverd heeft, het succesvolste bordeel in Londen runt. Guinevere is net als Arthur de baas van een bende, eentje met alleen maar vrouwen. Arthur’s macht is één reden om voor hem te kiezen, wat haar niet verhindert om zonder enige gene het bed te delen met Lancelot, bepaald niet de hoffelijke ridder uit legendes maar een huurmoordenaar afkomstig uit het Midden-Oosten. 

Ooit schreef T.H. White de roman over Arthur die legende en een fantasiewereld innig aan elkaar verbond. By Force Alone is The Once and Future Kind ‘on steroids’. Alles wat T.H. White ooit had bedacht en dan nog wat meer aangezet. Waar ik nog altijd vind dat The Once and Future King onterecht onder Fantasy wordt geschaard,  is By Force Alone zeker fantasy: een hervertelling van een legende uit ons verleden met heksen, geesten, rare wezens en een materie die dood en verderfenis zaait. Een hervertelling die duidelijk eigen gemaakt is aan onze tijd. En dat is wat mij in deze versie wel bevalt. De wereld die Tidhar schetst is eentje waarin orde ver te zoeken is, chaos heerst. Een wereld waarin de macht van de sterkste regeert, waarin we over zeer dodelijke massawapens beschikken. Ik geloof dat we niet zover om ons heen hoeven te kijken om die wereld ook nu nog te ontdekken. 

Ik laat het aan de geïnteresseerde lezer over om te ontdekken welke sifi-element Tidhar heeft toegevoegd (niet het sterkste aspect van de roman wat mij betreft). Ik heb me kostelijk vermaakt met deze hervertelling. Had ik nu mijn scriptie moeten schrijven, dan had die een kans gemaakt om erin opgenomen te worden. 




zondag 2 augustus 2020

Marilynne Robinson || Home



#Reading Women

Home is de derde Robinson’ roman die zich afspeelt in het kleine drop Gilead. Zij keert terug naar de familie Boughton, een groot gezin met vader-predikant Boughton in de hoofdrol. In Home is hij oud geworden, hij preekt al lang niet meer. Twee van zijn kinderen keren terug naar huis: Glory en Jack.

Glory is de jongste. Ze is na een scheiding naar huis teruggekeerd om voor haar vader te zorgen. Jack is het zwarte schaap van de familie. Wanneer hij voor de deur staat, ziet Glory een oude, vermoeide man. Armoede en alcohol hebben hun tol geëist. Hoewel zowel Boughton als Glory blij zijn dat Jack is teruggekeerd, veroorzaakt zijn aanwezigheid ook de nodige spanningen.

Jack is altijd het buitenbeentje geweest, hij paste nooit helemaal in het gezin, hij slaagde er altijd in om foute dingen te doen. Hoewel Robinson niet veel loslaat over zijn, is het aan alle kanten duidelijk dat hij nog steeds een buitenbeentje is. Zijn leven is niet eenvoudig geweest, hij weet zelf als beste dat hij zelf verantwoordelijk is voor alles dat niet goed gelopen is. Inclusief de relatie met de vrouw die hij elke dag schrijft.

Glory heeft daarentegen altijd gewoon haar best gedaan. Ze is lerares en haar enige fout is dat ze zich heeft laten misleiden door een bedrieger. Ze probeert nu haar leven weer op orde te krijgen. Ze is om alle goede redenen teruggekeerd naar huis, ze realiseert zich echter verdomd goed dat ze het risico loopt dat ze nooit meer weg zal gaan. En of dat goed voor haar zal zijn?

Boughton, Jack en Glory proberen met elkaar samen te leven in het ouderlijk huis. Het is echter overduidelijk dat er teveel gebeurd. Doen alsof er niets aan de hand is, is niet aan de orde. Jack en Glory, die nogal wat jaren schelen, hebben in het verleden nooit veel met elkaar te maken gehad. Ze proberen nu langzaam maar zeker het contact te herstellen. Heel voorzichtig, heel langzaam aan. Boughton en Jack slaan voortdurend de plank mis. Ze slagen er niet in om op het juiste moment het juiste te zeggen. Ondanks hun liefde voor elkaar worstelen ze in hun onderlinge communicatie. En falen zo goed als altijd.

Boughton en Jack, bijgestaan door familievriend Ames, proberen de Bijbel te laten spreken. Jack blijkt zijn bijbel en zijn hymnes te kennen. Nu ben ik zelf niet Bijbels, veel van hun gesprekken gingen dan ook langs mij heen. Ik waardeerde de archaïsche toon van de bijbelteksten niet echt, ik snapte niet altijd wat ze ermee duidelijk wilden maken. Een betere kennis van de Bijbel is wel zo handig wanneer je Robinson leest.

Ik was onder de indruk van de manier waarop Robinson de voorzichtige interactie tussen Glory en Jack weerspiegelde in haar schrijfstijl. Het lijkt wel alsof er over elk woord lang is nagedacht, niets is aan het toeval overgelaten. Elk woord is het resultaat van een voorzichtig denkproces. De voorzichtige afstandelijk aandoende taal brengt extra diepte, extra betekenis.  De afstandelijke derde persoon die het dichtst tegen Glory aan leunt, versterkt het effect. Het geheel weerspiegelt op perfecte manier de interactie tussen drie mensen die wanhopig proberen het contact te herstellen maar die nooit dapper genoeg zijn om een stapje verder te gaan.

Glory en Jack worstelen met hun gevoelens voor elkaar. Ze doen o zo hun best om de ander niet te kwetsen. En slagen daar steeds net niet in. Naar het einde toe wordt pijnlijk duidelijk dat al hun goede bedoelingen niet kunnen voorkomen dat Jack nog steeds buiten de boot valt. Hoe graag ze het ook wil, Glory kan hem niet helpen. Zij moet accepteren dat ze hem waarschijnlijk voor eeuwig zal verliezen. Hun liefde voor elkaar betekent dat ze elkaar los moeten laten, hun eigen leven moeten laten leiden.

Tegen het einde van de roman, ondanks alle afstand die Robinson in haar taal stopt, voelde ik de pijn van Glory en Jack in een aantal verbluffend mooie passages. In Robinson’s woorden sprak de pijn van een broer en zuster die elkaar uit liefde laten gaan. Ik was tot tranen toe geroerd.