Summer is het vierde en laatste deel van wat inmiddels de Seasonal Quartet is gaan heten. Wat in ieder geval opvalt, is de enorme alertheid waarmee Smith een nieuw thema aan haar kwartet heeft toegevoegd: zonder het ooit zo te benoemen heeft Covid-19 zijn intrede gedaan in het leven van de Britten. Wat daarnaast opvalt: het gemak waarmee Smith verhaallijnen verweeft en tot één soepel geheel maakt. Misschien ben ik lichtelijk bevooroordeeld, ik ben nu eenmaal een groot fan van Ali Smit, maar toch. Nadat ik de afgelopen maanden teveel stroeve romans gelezen heb die tot weinig leesplezier leidden, was Summer de eerste waarvan ik weer dacht ‘ja, zo moet!’.
Er gebeurt niet veel in Summer. We maken kennis met een gezin: moeder Grace, dochter Sacha en zoon Robert. Vader en zijn nieuwe vriendin zijn vaak onderwerp van gesprek maar we ontmoeten hen nooit. Grace is een gesjeesde actrice, Sacha een milieuactiviste, Robert een gepeste nerd die op foute sites zit en foute grapjes uithaalt. Eén van die grapjes leidt tot de ontmoeting met Arthur en Charlotte, webactivisten. Zij zijn op weg naar de heer Glück, een oude man (104) om een voorwerp, een ronde steen, ooit meegenomen door Arthurs moeder, bij hem terug te bezorgen. De buurvrouw die voor Glück zorgt, hebben we in één van de eerdere delen al leren kennen.
Glück leeft op geleende tijd en vertoeft vaker in het verleden dan in het heden. Met name de tijd die hij als Duitse Brit aan het begin van Wereldoorlog Twee doorbracht in interneringskampen keert steeds vaker terug. En daarmee ook de herinneringen aan zijn zusje Hannah. Die groeide in tegenstelling tot hem wel op in Duitsland en kwam als verzetsstrijdster aan haar einde. Een parallel met Sascha, Arthur en Charlotte is gelegd. Waar Hannah streed tegen een fysieke vijand, strijden de drie hedendaagse activisten tegen opwarming en vreemdelingenhaat. Voor hun eigen leven hoeven ze pas te vrezen op het moment dat Covid, de onzichtbare vijand toeslaat.
Summer is een roman vol associaties. Die associaties maken dat er verbanden gelegd worden tussen heden en verleden, dat schijnbare onbelangrijke feiten opeens een gedragen lading krijgen. De associaties maken ook dat Smith vlekkeloos tussen personages in heden en verleden kan springen, dat er een helder verband wordt gelegd tussen heden en verleden. De vluchtelingen die nu bij aankomst in Groot Brittannië ogenblikkelijk in kampen worden opgesloten, blijken dan niet de eersten die ongastvrij worden onthaald door de Britten. Glück, opgegroeid in het koninkrijk, kan ervan meepraten.
Summer is ook een roman die door de hoofdpersonen en de vele associaties maatschappelijke problematiek aan de kaak stelt. Nooit op een opdringerige manier, Smith is niet de persoon om haar lezers op weinig subtiele wijze met onrecht confronteren. Het is eerder een zoektocht. Het begeleiden naar het kwartje dat als vanzelf bij de lezer valt. Toegegeven, Smith stuurt er natuurlijk wel op dat het kwartje valt. Zij kiest haar personages zo dat het logisch is dat associaties gaan ontstaan.
Structuur, taal en verhaal vormen een naadloos geheel in Summer. Smith is de taalkunstenaar die speelt met woorden en zinsconstructies, die gecompliceerde en eenvoudige zinnen soepeltjes afwisselt. Zij is ook degene die in de opbouw van haar roman de structuur een dragende rol geeft. De wijze waarop de roman is ingedeeld, de losse elementen die speels zijn toegevoegd, ze dragen bij aan het geheel. Er is geen sprake van een verhaal in de zin van een duidelijk begin of einde: het verhaal is wat zich afspeelt in de wereld, in haar eigen land. Het eindigt niet met Summer.
De hoofdpersonen in Summer zijn stereotypen. We maken hen slechts enkele dagen mee, er kan geen sprake zijn van diepgaande karakterontwikkeling. Smith belicht natuurlijk wel bewust die karaktereigenschappen die bijdragen aan het verhaal. Op die manier slaagt ze erin individuen neer te zetten die de lezer snel herkent en die hun eigen specifieke bijdrage leveren aan het verhaal. Zo dwaalt ook Grace al wandelend op een gegeven ogenblik af naar het verleden, de tijd dat zij als jong actrice toerde door Engeland. Die mijmeringen leiden als vanzelf naar een prachtige filosofische beschouwing over de waarde van ‘zomer’*: But that’s summer for you. Summer’s like walking down a road just like this one, heading towards both light and dark. Because summer isn’t just a merry tale. Because there’s no merry tale without the darkness.’
*Leuk detail: in het Engels betekent het woord ‘summer’ ook steunbalk. Die extra lading verdwijnt in het Nederlands helaas geheel.
Summer is inderdaad een roman die licht en duisternis samenweeft. Een roman die laat zien dat in onze maatschappij het één niet kan zonder het ander. Waar xenofobie samengaat met naastenliefde, angst met hoop, individualisme en saamhorigheid allebei een plek hebben. Een samenleving waarin Brexit en Covid het beste en het slechtste in mensen naar boven halen. Toegegeven, Smith preekt voor eigen parochie. Ik betwijfel of een Covid-ontkenner of rechtsextremistische stemmer haar romans kan waarderen. Ik ben één van Smith’s parochianen en ik heb genoten van Summer. Oh ja, had ik al gezegd dat ik een groot, lichtelijk bevooroordeeld Smith-fan ben?