zondag 31 juli 2022

Sarah Hall || Burntcoat

 Ik moet iets over de inhoud weggeven …

Sarah Hall heeft een verontrustend boek geschreven. Verontrustend omdat de hoofdpersoon er duidelijk niet goed aan toe is maar de wereld ook niet. Verontrustend omdat de hoofdpersoon een wel heel onorthodoxe opvoeding heeft gehad. Combineer dat verontrustende met prachtig geformuleerde zinnen en een goed uitgedachte opbouw van de plot en het resultaat is een indrukwekkende roman.

Hoofdpersoon Edith maakt sculpturen, enorme sculpturen van verbrand hout, een Japans procedé, die bewondering en afkeer oproepen. Ik moest meteen denken aan Blootstelling (Exposure) en Angel of the North van Antony Gormley, sculpturen die op welke manier dan ook emotie oproepen en die op publieke plekken staan waar ze aardig wat aandacht trekken. Edith’s Hecky heeft nog een ander neveneffect: ‘dat een vrouw zoiets verontrustend gemaakt kan hebben! En zo iets enorms! Dat hoort toch niet!”. Een gevoel dat Edith gemakkelijk naast zich neer kan leggen; dit soort commentaar heeft ze gekregen vanaf het moment dat ze op de kunstacademie niet voor een beter bij vrouwen horende kunstvorm koos.


Exposure - Antony Gormley



Edith’s jeugd heeft haar op een bepaalde manier voorbereid op dit soort commentaren. Ze groeit in eerste instantie op in een gelukkig gezin en dan krijgt haar moeder een hersenbloeding die haar in een totaal ander mens verandert: ‘vaarwel moeder, welkom Naomi’. Echtgenoot en vader doet zijn best maar blijkt niet te kunnen houden laat staan samenwonen met een vrouw die niet meer zijn vrouw is. Hij verlaat het gezin en laat, na een verloren, bitter gevecht om de voogdij, Edith achter bij haar moeder Naomi.

De twee verhuizen naar een afgelopen huisje ergens in het bos. Daar groeit Edith ver van de bewoonde wereld op, een groot deel van haar jeugd neemt zij taken van haar moeder over. Zij zorgt voor haar moeder, niet andersom. Niet vreemd dat zij anders in het leven staat dan de gemiddelde puber. Zeker wanneer je dit koppelt aan de voortdurend angst dat haar moeder een tweede hersenbloeding zal krijgen.

Wij leren Edith kennen wanneer ze al tegen de zestig is en een gevierde kunstenares. Ze staat op het punt een laatste sculptuur op te leveren. Al snel is duidelijk dat die oplevering zonder Edith plaats gaat vinden; een terloopse opmerking over moeheid en eigenlijk tests moeten laten doen maakt dat je als lezer meteen vermoedt dat ze ziek is. Dat ze het slachtoffer is van een pandemie wordt pas vele pagina’s later duidelijk. Net zoals pas vele pagina’s later duidelijk wordt wie de ‘jij’ is aan wie ze als laatste haar atelier heeft laten zien.

Hall neemt de tijd om via terugblikken aan de lezer te vertellen hoe Edith’s leven verlopen is. Haar eenzame jeugd, een stage in Japan, de start van haar carrière als kunstenares, de aankoop van de oude loods, Burtncoat, groot genoeg om te dienen als atelier en woning, en haar ontmoeting met Halit, de man met wie zij de laatste tijd in haar leven deelt. De eerste keer dat ze hem meeneemt naar atelier en bed komt in de roman pagina’s voor hun eerste ontmoeting.

Hall heeft namelijk gekozen voor een opbouw met korte alinea’s die niet synchroon verlopen. Ze springt voortdurend heen en weer in tijd. Dat maakt dat je alert moet zijn op tijd, plek en persoon over wie het gaat, het maakt ook dat benadrukt wordt dat er iets niet goed gaat in het leven van Edith. Zij is de ik-persoon, het zijn haar gedachtes die van hot naar her springen. Halverwege de roman noemt zij voor de eerste keer het beestje bij zijn naam: nova, een uitermate besmettelijk virus.

Nova verloopt niet hetzelfde als Covid; de verschijnselen zijn anders, het sterftecijfer veel hoger. Edith en Halit moeten een pandemie en lockdown trotseren in de eerste fase van hun liefde. Dat die liefde groot is, blijkt uit de prachtige zinnen die Edith besteedt aan Halit, aan hun relatie, aan de momenten die zij samen hebben doorgebracht. De roman wordt hierdoor een soort mengeling tussen liefdeslied, memoires en beschrijving van de pandemie. Liefde en passie samen met angst en afschuw.

Burntcoat is zeker geen eenvoudige roman. Hall maakt het haar lezers niet makkelijk. Haar zinnen bevatten vaak diepe gedachtes en vragen erom meerdere malen gelezen te worden om ze goed te vatten. De korte alinea’s maken dat die prachtige zinnen met diepe gedachtes bijna onafhankelijk gepresenteerd worden. Er is lettelrijk witte ruimte om alles even te laten bezinken. Burntcoat blinkt uit in uitzonderlijk mooie zinnen die alles beschrijven waarvan Edith houdt en heeft gehouden. Niet eentje voor op het strand, even snel tussendoor maar eentje om bewust en met gepaste rust te lezen.




 


zondag 24 juli 2022

Chang-Rae Lee || My Year Abroad

Chang-Rae Lee verweeft twee verhaallijnen en verbindt door één enkel personage, Tiller, de levens van twee mensen die zijn leven drastisch op de kop zetten: ondernemer / oplichter Pong en Val, de weduwe van een crimineel. De verhaallijn van Val begint die waar die van Pong ophoudt, Tiller neemt ons mee in hun en daarmee zijn verhaal.

Structuur is belangrijk in My year Abroad. Tiller is de verteller die vanuit het heden terugkijkt op een recente periode in het verleden. Gedurende de gehele romans wisselen hoofdstukken uit het verleden en het heden elkaar af. Tiller is degene die bepaalt wat wanneer en hoe vertelt wordt. Hij is degene die zijn stempel op het verhaal drukt; het perspectief van Val en Pong leren wij nooit kennen.

De twee verhaallijnen geven wel een steeds beter beeld van de persoon Tiller. Veranderingen in zijn leven leiden logischerwijs tot een soortement bewustwordingsproces, een groei naar volwassenheid. Op het moment dat hij met zijn roman start is hij nog steeds een prille twintiger, zijn reis met Pong start wanneer hij enkele jaren jonger is. Sommige van zijn belevenissen kunnen worden verklaard uit jeugdige naïviteit en optimisme, andere lijken toch steeds meer een relatie tot zijn jeugd en zijn karakter te hebben.

Tiller’s moeder is ooit spoorloos verdwenen, zijn vader doet zijn best maar slaagt er niet in om een innige, warme relatie met zijn zoon te bewerkstelligen. Voor Tiller is het de gewoonste zaak ter wereld dat zijn vader en hij weten dat ze van elkaar houden maar dat zeker niet laten zien. Afstand bewaren is het hoofdkenmerk van hun relatie. Tiller’s vader kenmerkt zich door middelmatigheid, hij is nergens echt goed in, heeft zich neergelegd bij het feit dat hij een degelijke baan bij een degelijk bedrijf heeft. Hij wijkt daarmee af van de vader’s van Tiller’s klasgenoten: succesvol, rijk en barstend van zelfvertrouwen. En dan ontmoet Tiller Pong.

Nu kun je als verstandige lezer meteen vraagtekens zetten bij Pong. Waarom zou een succesvolle zakenman in vredesnaam een puber op sleeptouw nemen die hij nauwelijks kent? Hoe haalt hij het in zijn hoofd een jonge knul mee te nemen op een wereldreis zonder even bij diens vader te checken wat die daar van vindt? Onbezonnen en lichtzinnig en tja, natuurlijk ook wel intrigerend. Pong is zo iemand die uitstraalt dat hij alles maar dan ook echt alles uit zijn leven wil halen en wie zou daar nu niet graag in mee gaan? Het kost Pong in ieder geval weinig moeite om Tiller ervan te overtuigen dat hij mee moet op de zakenreis.

Wat Pong precies verkoopt doet er niet zo toe, dat Pong een opportunist is die elke situatie optimaal probeert te benutten, wordt steeds duidelijker. Net zo als het ook steeds duidelijker wordt dat Tiller veel te naïef is om door te hebben wat er gebeurt en hoe hij bespeeld wordt. In eerste instantie misschien niet eens bewust maar later doelbewust als pion in een gemeen spelletje dat oplichter Pong speelt met een slachtoffer. Het is maar de vraag of Pong zich realiseert hoe zeer hij het leven van Tiller op het spel zet.

Aan het begin van de roman woont Tiller samen met Val en haar zoontje Victor. Pong is definitief uit Tiller’s leven verdwenen en het lijkt er sterk op dat het niet helemaal goed afgelopen is met hem. Tiller blijkt voor de tweede keer in korte tijd een impulsieve stap gezet te hebben die zijn leven enorm beïnvloedt. Hij is niet met hangende pootjes teruggekeerd naar zijn ouderlijk huis, op de terugweg heeft hij weduwe Val ontmoet en heeft hij maar besloten  met haar mee te gaan. Niet teveel over nadenken en gewoon intrekken bij een weduwe die net in een getuigenbeschermingsprogramma is geplaatst omdat ze haar criminele echtgenoot heeft aangegeven bij de politie.

Tiller woont met Val en haar zoontje in een klein dorp. Waar zijn leven met Pong een en al actie, drank en luxe was, dompelt hij zich nu samen met Val onder in rust en gezapigheid in een klein, onbeduidend dorp ergens in Amerika. In de maanden die volgen blijkt echter wel dat Tiller geleerd heeft van wat hem is overkomen en dat hij langzaam maar zeker verandert in een weldenkende, impulsen vermijdende volwassene.

De twee verhaallijnen begeven zich al slingerend naar het einde van de roman. Lee doseert de informatie die hij geeft goed en bouwt de spanning vakkundig op. Naarmate de roman vordert wordt steeds duidelijker dat het nog niet zo vanzelfsprekend was dat Tiller gezond en wel in Amerika is teruggekeerd. Het wordt ook steeds duidelijk dat het leven in een beschermingsprogramma van grote invloed is op je leven, dat naïviteit en onbezonnenheid dan tot het verleden moeten behoren. En dat Tiller in dit geval degene wordt met een stevige dosis verantwoordelijkheidsgevoel.

My Year Abroad is een intrigerende roman. Hoofdpersoon Tiller neemt lezers mee op een reis naar volwassenheid, een reis die hij zelf waarschijnlijk van zijn leven nooit voorzien had. Het is aan de ene kant beangstigend hoe snel hij zich laat beïnvloeden, aan de andere kant bespeur ik toch ook wat jaloezie bij mij zelf ‘hoe fijn met het zijn om nog zo naïef zonder nadenken in een situatie te springen …’.


                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               

zondag 17 juli 2022

Anthony Doerr || Cloud Cuckoo Land

Cloud Cuckoo Land lijkt op het eerste gezicht een spannend verhaal of liever gezicht meerdere spannende verhalen. Langzamerhand worden steeds meer overeenkomsten tussen de verhalen zichtbaar en werkt de roman naar een verrassende ontknoping toe. In alle verhalen springt het genot in lezen en verhalen vertellen van de pagina’s af. Ik werd op aangename manier teruggebracht naar het moment dat ik leerde lezen en voor eeuwig verslaafd raakte aan boeken.

De verhalen in Cloud Cuckoo Land spelen in verschillende tijdperken en in verschillende landen, eentje zelfs op een ruimteschip. In alle verhalen speelt het fictieve, Griekse Cloud Cuckoo Land geschreven door Antonius Diogenes een grote rol. In dit verhaal ontdekt herder Aethon na omzwervingen en transformaties in dieren hoe waardevol zijn tehuis is. Doerr laat het in elk verhaal op eigen wijze terugkomen.

Doerr linkt vier verhalen aan elkaar: dat van Anna en Omeir die de val van de stad Constantinopel meemaken rond 1439. Anna borduurt samen met haar zus de dure gewaden van priesters en breekt alle wetten door als eenvoudig meisje te leren lezen. Toevalligerwijs ontdekt ze in een ineengestort klooster een vochtige beschadigde versie van Cloud Cuckoo Land. Doerr laat door haar ogen en die van Omeir, een boerenzoon met een hazenlip, zien hoe ‘gewone’ mensen het slachtoffer worden van de expansiedrift van een sultan.

In het tweede verhaal maken we kennis met Zeno Ninis. Zijn ouders overlijden wanneer hij jong is, zijn enige uitweg lijkt dienst nemen in het Amerikaanse leger dat in de jaren vijftig een hopeloze oorlog voert in Korea. Tijdens die oorlog ontmoet Zeno Rex. De man die voor hem bevestigt dat hij op mannen valt en die hem bovendien kennis laat maken met het Grieks. Na zijn pensionering start Zeno mede door hem een gigantisch project om Cloud Cuckoo Land te vertalen.

In het volgende verhaal speelt Zeno weer een grote rol. Dit keer regisseert hij een toneeluitvoering van Cloud Cuckoo Land. Op de avond van de generale repetitie in de bibliotheek blijkt deze het doelwit van een anarchistische aanslag. Seymour is de dader van deze aanslag. Een jonge knul die al zijn hele leven aan een psychiatrische stoornis lijdt. Omdat zijn moeder twee baantjes heeft om überhaupt het hoofd boven water te houden, is er geen sprake van dat Seymour een fatsoenlijke diagnose krijgt. Jarenlang kan hij zich terugtrekken op een stukje land achter zijn huis waar hij geobsedeerd wordt door een grote uil. Die uil speelt eeuwen later een beslissende rol in het volgende verhaal.

Het vierde verhaal tenslotte speelt zich ver in de tijd af in de ruimte, op een ruimteschip: de Argos. Dit ruimteschip is op weg naar een planeet die mogelijk de redding gaat zijn van de mens. De aarde is uitgeput, een kleine groep mensen gaat zo’n eeuw of zes reizen om de verlossende planeet te bereiken. Konstance is één van de kinderen op het ruimteschip. Ik zal niet verklappen waarom zij degene is die ontdekt wat de relatie is tussen Argos en Cloud Cuckoo Land, neem vooral aan dat haar verhaal steeds beklemmender wordt, dat ook in haar geval geldt dat een kleine groep in dit geval bepaald bevlogen mensen het slachtoffer wordt van meedogenloze machthebbers.

Doerr is één van die Amerikanen die weet hoe hij een verhaal moet vertellen. Soepel geschreven, alles past precies in elkaar, de spanning wordt gestaag opgevoerd. Ik hing dan ook aan zijn lippen (figuurlijk dan). Hij slaagde er daarnaast ook nog eens in om in alle vier de verhalen te laten zien hoe eenvoudige mensen te vaak het slachtoffer zijn van het systeem. Of het nu de expansiedrift is van een sultan of de onmogelijke positie waarin alleenstaande moeders in het welvarende Amerika terecht kunnen komen.

En toch was dat allemaal niet de voornaamste reden dat ik Cloud Cuckoo Land met veel plezier gelezen heb. Dat was toch echt het feit dat Doerr door een verhaal centraal te stellen in zijn roman keer op keer benadrukte hoe belangrijk het is dat mensen kunnen lezen, dat zij verhalen kunnen vertellen en delen. Ik werd helemaal blij toen Anna in Constantinopel haar eerste les in lezen kreeg en een totaal andere wereld zich voor haar opende. Een ervaring die ik lang geleden met haar deelde en die ik iedereen gun.



 

zondag 10 juli 2022

Doireann Ní Ghríofa || A Ghost in the Throat

A Ghost in the Throat is een uitzonderlijke roman, Ní Ghíofra een auteur die, al dan niet bewust, een nieuwe dimensie toevoegt aan dé roman: de wereld van de moeder. Zij neemt ons gedetailleerd mee in het dagelijkse leven van een vrouw, in prachtige volzinnen die elke toets aan het literaire gehalte van de roman glansrijk doorstaan. Het is niet voor niets dat A Ghost in the Throat begint met ‘This is a female text, composed while folding someone else’s clothes’.  

A Ghost in the Throat is ook de roman waarin diezelfde moeder op zoek gaat de vrouw die verstopt zit achter het gedicht dat in Ierland op elke school onderwezen wordt:  Caoineadh Airt UÍ Laoghaire / The Keen for Art Ó Loaghaire. Het is ook niet voor niets dat de roman op pagina vier stelt ‘This is a female tekst, which is also a caoineadh, a dirge and a drudge-song, an anthem of praise, a chant an a keen, a lament and an echo, a chorus and a hymn. Join in’.

Ik weet niet of dat laatste gaat lukken. De enige mannelijke deelnemer aan mijn boekclub waar we A Ghost bespraken, gaf eerlijk toe dat hij de roman teveel vond, de gedetailleerde details van borstvoeding en kolven teveel van het goede, op het afstotende af. Ik moet zeggen dat ik het vooral vermakelijk vond en dat het me deed denken aan al die keren dat ik op zoek moest naar een nog niet noodzakelijkerwijs aanwezige kolfkamer voor een zwangere collega.  Ook de behoefte van de hoofdpersoon, in wie zeker Ní Ghríofa herkend mag worden, aan baby nummer vijf, leverde bij mij vooral een grinnik op en de constatering dat de dame in kwestie lichtelijk verslaafd was geraakt aan de stofjes die blijkbaar horen bij zwanger zijn en bevallen. “

Naarmate de roman vordert verschuift de nadruk van moederzaken naar de zoektocht naar de vrouw achter de klaagzang voor Art Ó Loaghaire, zijn echtgenote Eibhlín Dubh Ní CHonaill. Het vreemde verschijnsel doet zich nu voor dat de vrouw die een waarlijk prachtige, krachtige klaagzang heeft geschreven voor haar vermoorde echtgenoot zelf van de aardbodem weggewist lijkt. Ondanks alle pogingen van hoofdpersoon / Ní Ghríofa is er bijna geen informatie over deze vrouw beschikbaar. Ze is onzichtbaar geworden. De zoektocht van  Ní Ghríofa leverde nauwelijks informatie op over Eiblhín. Ik begreep tijdens de boekclub dat dergelijke klaagzangen bij het overlijden van een partner in Ierland vrij normaal waren. Omdat ze allemaal oraal waren is de ene uitzondering die wel op schrift gesteld is bewaard gebleven. Gelukkig maar, alleen al om deze klaagzang is A Ghost in the Throat de moeite van het lezen waard.

In mijn boekclub was ik de enige die vond dat Ní Ghríofa zichzelf in de roman ook voor een deel onzichtbaar maakte door nauwelijks aandacht te besteden aan het feit dat zij naast moeder een amateur-onderzoeker ook een gelauwerd dichter is. Toen voltrok zich een merkwaardig fenomeen:  ‘Ní Ghríofa heeft gekozen voor focus, fijn toch dat Ní Ghríofa zo bescheiden is en zichzelf niet op de borst slaat omdat ze een gerenommeerde prijs heeft gewonnen voor haar dichtbundel en fantastisch toch dat haar roman een stem geeft aan al die vrouwen wier stemmen om welke reden dan ook verstomd zijn.’ Eh ja, best wel, maar een beetje meer aandacht voor haar professionele leven waardoor er iets meer balans was ontstaan in Ní Ghríofa’s verschillende rollen als een vrouw had wat mij betreft best wel gemogen.

Aan het begin van dit blog schrijf ik niet voor niets dat Ní Ghríofa een vernieuwende roman geschreven heeft vanuit het perspectief van een moeder. Zij vraagt aandacht voor het dagelijks leven van een moeder en beschrijft dat waarlijk prachtig. Het ging blijkbaar nog een stapje te ver om het complete dagelijkse leven van een vrouw met kinderen en carrière te beschrijven.  Dat komt vast nog wel. Voor nu mogen wij vrouwen heel trots zijn op iemand die een baanbrekende roman heeft geschreven, een daadwerkelijk vrouwelijke tekst.



 

zondag 3 juli 2022

Eric Nguyen || Things We Lost to the Water

Huong en haar zonen Tuan en Binh arriveren berooid in New Orleans; ze zijn bootvluchtelingen die Vietnam ontvlucht zijn uit angst voor de communisten. In New Orleans zullen zij een nieuw leven moeten opbouwen, ver weg van hun vertrouwde wereld en cultuur, de mensen van wie zij houden en echtgenoot Cong die in Vietnam is achtergebleven.

Huong staat voor de zware opgave in een voor haar vreemde wereld haar zonen op te voeden. Zij mist echtgenoot Cong elke dag, voelt zich eigenlijk niet opgewassen tegen haar taak. Terwijl de tijd vordert, wordt steeds duidelijker dat Cong nooit zal komen, bouwt Huong een eigen leven op voor haar zelf en haar twee zonen. Er komt een moment dat ze zich realiseert dat New Orleans misschien meer haar tehuis is geworden dan Saigon ooit was.

Nguyen neemt ons stapsgewijs mee in de tijd. De roman begint in 1978 wanneer Huong en de kinderen net zijn aangekomen in New Orleand. De roman eindigt een paar dagen na orkaan Katrina. Af en toe laat Nguyen Huong bovendien terug denken aan haar leven in Vietnam; op die manier laat hij zijn lezers weten hoe het leven van Huong was voordat ze vluchtte en hoe groot het verschil wel niet is met haar nieuwe leven.

Nguyen belicht het leven in New Orleans in eerste instantie vooral vanuit het perspectief van Huong, naarmate de twee jongens ouder worden springt hij steeds vaker tussen de drie perspectieven van moeder en zonen heen en weer. Op die manier wordt duidelijk hoe elk van hen omgaat met het leven dat zij leiden. Huong, hoewel al Amerikaanser dan ze eigenlijk wil toegeven toch nog steeds verbonden met haar geboorteland, haar oude cultuur en gewoontes. Tuan die als puber steeds meer afdwaalt richting een groep militante cq criminele Vietnamese jongeren en Binh die door zijn jonge leeftijd het minste op heeft met Vietnam en voor zijn gevoel te maken krijgt met vooroordelen van Amerikanen over Vietnamezen en van zijn hele omgeving over zijn seksuele voorkeur.

Nguyen laat zien dat het leven in de Vietnamese gemeenschap van New Orleans niet alleen maar perfect is. Armoede, slecht betaalde baantjes, slechte woningen, een naïef beeld over het leven in Vietnam door de ogen van jongeren die te jong waren om de oorlog meegemaakt te hebben, onderlinge discriminatie. Discriminatie omdat de één een andere god aanhangt dan de ander, discriminatie omdat één ouder duidelijk Afrikaans-Amerikaans is, discriminatie omdat de regels uit het oude Vietnam niet gevolgd worden, discriminatie omdat er maar één seksuele voorkeur mogelijk is.

Water speelt een symbolische rol in de roman. Het staat synoniem voor de vluchtroute van Huong en vele andere Vietnamezen eind jaren 70 maar ook voor de armoede waarin Huong en haar landgenoten jarenlang leven. Het gezin heeft een woning gekregen aan de rand van een watertje: stilstaand, vervuild water dat vooral dienst doet als vuilnisbelt. Katrina speelt jaren later niet alleen een verwoestende rol maar ook een bijna bevrijdende: door Katrina beseffen Huong, Tuan en Binh weer dat ze familie zijn en wordt weer echt contact gelegd.

Nguyen heeft een prettige, beschrijvende schrijfstijl die gedurende de hele roman neutraal blijft. Hij laat zich niet meeslepen door emoties, hij geeft ze weer. Daardoor komen ze sterk over en maken ze indruk. Het onderwerp ligt duidelijk na aan zijn hart maar Nguyen blijft de beschouwer op afstand. Het maakte dat ik juist de wereld van Huong ingetrokken werd, juist geboeid bleef lezen.

Things We Lost to the Water is een prachtige indringende roman over het effect dat vluchten en een nieuw leven moeten opbouwen ver van je thuis heeft op mensen. Nguyen laat zien dat mensen niet voor niets vluchten, hij laat ook zien dat ze daarna niets cadeau krijgen. Die boodschap komt luid en duidelijk over.