Soms ontgaat een roman je volledig en krijg je op je verjaardag zomaar opeens een pareltje in je schoot geworpen. The Cat and the City was aan mijn aandacht ontsnapt, gelukkig kon ik in de herkansing.
Twee hoofdpersonen in The Cat and the City: Tokio en een lapjeskat. De roman is eigenlijk een verhalenbundel maar dan wel eentje waarin steeds herkenbare elementen uit andere verhalen oppoppen. De kat bijvoorbeeld, die is in elk verhaal aanwezig. En Tokio natuurlijk. Een stad aan de vooravond van de Olympische Spelen (maar nog duidelijk voor Corona) waarin oude en nieuwe wereld met elkaar in botsing raken, bewoners een plek proberen te vinden in een omgeving die menselijk contact niet stimuleert.
Bradley heeft verhalen over uiteenlopende personages gebundeld en tot één geheel samengebracht. Soms door een toevallige ontmoeting in een café, soms omdat personages uit verschillende verhalen in een later verhaal samenkomen. Op die manier slaagt Bradley erin samenhang te creëren en tegelijkertijd behoudt hij de ruimte om totaal uiteenlopende verhalen te vertellen. De kat is de consequente rode draad, in elk verhaal aanwezig. Soms alleen op een foto, soms bijna als hoofdpersoon.
Tokio komt naar voren als een bruisende metropool maar wel eentje die hoge eisen stelt aan haar bewoners. De stad is druk, in beweging, de Japanse maatschappij is veeleisend als het om werk maar ook sociale werkcontacten gaat, woonruimte is lastig te vinden, voor buitenstaanders is steeds minder plaats. De komst van de Olympische Spelen maakt dat de stad opgeruimd, opgeknapt en vernieuwd wordt. Of iedereen daar blij mee is, is maar de vraag.
Bradley laat ons kennismaken met hardwerkende mensen die hun stinkende best doen om een leven op te bouwen in de stad. Hij neemt ook een uitstapje naar de onderwereld met zwervers en criminelen. Hij geeft ook een inkijkje in de problemen die (jonge) mensen hebben om bestendige relaties op te bouwen. Carrières die veel tijd vragen maar ook de diepgewortelde Japanse cultuur die het voor vrouwen bijvoorbeeld moeilijk maakt om een gelijkwaardige relatie op te bouwen met een man. De verhalen tikken alles bijna terloops aan.
Het knappe van The Cat and the City is dat Bradley erin slaagt bijna lichtvoetig door de verhalen heen te lopen maar dan toch steeds diepere problematiek aan te tikken. Bijna speels maar wel zo dat je als lezer voortdurend alert blijft op die diepere, wat duistere onderlaag. The Cat and the City is niet zomaar een vermakelijk verhaal, de verhalen duiden keer op keer op een diepere onderlaag. Die onderlaag is uiteindelijk de kracht van The Cat and the City; subtiel verwerkt maar duidelijk aanwezig. En ach ja, het is natuurlijk hartstikke leuk dat die kat net als mijn Sophietje en Tinker een eigenwijze lapjeskat is. Geen uitleg nodig voor de lapjeskatfan.