woensdag 31 december 2014

2014 en BooksandLiliane

In BooksandLiliane deel ik mijn liefde voor boeken met andere lezers. Het afgelopen jaren ben ik ontelbare keren aangenaam verrast en helaas ook onaangenaam verrast. Ik deel mijn favorieten graag met jullie en ook de drie romans waarvan ik me echt afvraag waarom andere mensen ze zo goed vonden.

Mijn nummer één
Hoewel ik de Booker Prize winnaar van dit jaar absoluut goed vond, was hij niet mijn favoriet. Dat was How to Be Both van Ali Smith, een roman waarin ze twee goede plots, een verrassende structuur en twee geweldige personages combineerde tot een verbluffende roman.



Een speciale categorie
Drie romans die ik in 2014 gelezen heb en die heftig concurreerden met Ali Smith behoorden officieel niet tot 2014. Ik heb daarom maar een speciale categorie voor ze gecreëerd. Ik heb lang gewacht met het lezen van Stoner van John Williams, omdat ik als de dood was dat deze de hemel ingeprezen roman niet de moeite waard zou blijken te zijn. Gelukkig had iedereen gelijk en heb ik genoten van deze prachtige roman. Eén van de eerste romans die ik beschreef in BooksandLiliane was The Illuminaries van Eleanor Catton. Een indrukwekkende ingewikkelde roman die een nieuwe standaard heeft gezet voor Booker Prize-winnaars. A Girl is a Half-formed Thing is waarschijnlijk niet de roman waaraan ik het meeste plezier heb beleefd, het is wel de roman die ongelooflijk veel indruk heeft gemaakt. De door mij verafschuwde stream of consciousness zorgde in Eimear McBride's roman voor een achtbaan aan heftige emoties.

En vooral niet vergeten
Romans die absoluut de moeite waard zijn en die je beslist moet lezen: Family Life van Akhil Sharma, The Lie van Helen Dunmore, Americanah van Chimamanda Ngozi Adichie, Burial Rites van Hannah Kent, The Narrow Road to the Far North van Richard Flanagan, History of the Rain van Niall Williams, The Bone Clocks van David Mitchell, The Paying Guests van Sarah Waters and The Snow Queen van Michael Cunningham

Totale verrassingen
Ik heb in 2014 kennis gemaakt met schrijvers die ik nog niet kende of die dit jaar hun debutroman publiceerden. Courtney Collins met The Burial was de eerste verrassing. Haar roman waarin een dode baby vanuit het graf vertelt wat met haar moeder gebeurt, imponeerde. Een andere roman die ook (gedeeltelijk) in Australie speelde was  All the birds, Singing by Evie Wyld. De onderliggende angst die door de hele roman speelt, maakte deze onvergetelijk. Datzelfde gold ook voor nieuwkomer Sarah Perry. In After Me Comes the Flood leidden spanning en angst tot een tragisch, ontroerend einde.   Deborah Kay Davies's roman Reasons She Goes to the Wood ging over de destructieve verhouding tussen een moeder en dochter; wie van de twee nu echt kwaadaardig en / of gestoord was, viel niet meer op te maken. Paul Kingsnorth dwong me om zijn roman The Wake hardop te lezen. Ik kon het door hem zelf bedachte middelengels anders niet begrijpen. Het leidde tot een magische leeservaring. The Land of Decoration by Grace McCleen tenslotte beschreef liefdevol het effect van godsdienstfanatisme op een lief, onschuldig meisje.

Waarom vindt iedereen dit goed?
Ik vermoed dat Unexploded van  Alison MacLeod vooral heeft geprofiteerd van het feit dat de roman uitkwam in het jaar dat GB Duinkerken herdacht. Totaal ongeloofwaardige gebeurtenissen in een Britse familie die aan de kust de komst van de Duitsers afwacht. Ik snap al helemaal niet waarom de jury To Rise Again at a Decent Hour goed genoeg vond voor de Long List van de Booker Prize laat staan de Short List. Pas op het moment dat Joshua Ferris ophield met Woody Allen nadoen, kreeg ik enigszins plezier in de roman. Een roman waaraan ik daarentegen echt geen plezier heb beleefd is J van Howard Jacobson.  Zijn vorige roman vond ik niet om door te komen en heb ik daarom na 40 pagina's weggelegd. Deze heb ik al mopperend uitgelezen. Het leek wel alsof Jacobson een deadline moest halen en nog snel het einde had afgeraffeld, met als resultaat een totaal ongeloofwaardig bijna beledigend einde van deze toch al niet overtuigende roman.

zondag 28 december 2014

Marilynne Robinson || Gilead

Toen deze roman jaren geleden de Pullitzer Prize won, ben ik ernaar op zoek gegaan en kon hem nergens vinden. Gilead zakte vervolgens langzaam maar zeker weg in  mijn geheugen totdat Robinson dit jaar een opvolger publiceerde: Lila. Ik besloot toen dat ik eerst Gilead wilde lezen en daarna pas Lila. Bij de bieb bleek Gilead overigens nog steeds moeilijk te krijgen, ergens in Nederland lag bij een filiaal een exemplaar. Vreemd voor een roman die het in de VS zo goed gedaan heeft.
Gilead is één lange brief van prediker John Ames aan zijn jonge zoon. Ames is pas op late leeftijd (voor de tweede keer) getrouwd en hij weet dat zijn zoon niet lang meer van zijn al oude vader kan genieten. De brief is aan de ene kant een liefdesbetuiging van Ames aan zijn zoon en aan zijn echtgenote Lila, aan de andere kant een lange terugblik op zijn leven, dat van zijn vader en zijn grootvader. Een leven waarin religie een prominente rol speelde. De drie mannen gingen echter verschillend met hun roeping om. Opa bleek een militante activist die met het pistool aan zijn gordel in zijn kerk predikte tegen slavernij en voor de burgeroorlog. Vader daarentegen was een pacifist die wapens en oorlog verfoeide, hij verruilt kerkelijke gezinten wanneer oorlog dit letterlijk noodzakelijk maakt. John combineert theologie met zijn roeping en zoekt in de theologen naar bevestiging van zijn geloof. Hij studeert en studeert maar lijkt na de dood van zijn eerste echtgenote en hun dochter het leven links te laten liggen. Het resultaat van al zijn studie lijkt dat hij nergens een mening over heeft: noch over kerkelijke kwesties noch over persoonlijkere zaken. John Ames blijft altijd op de vlakte. Hoewel John in zijn brief overkomt als een man die niet echt van verandering of afwijkend gedrag houdt, bepalen deze toch  in belangrijke mate zijn leven. Zo zal zijn gemeente niet helemaal blij geweest zijn met het huwelijk tussen de nog jonge Lila en hun bijna 70-jarige predikant. Zijn liefde voor haar en hun zoon is echter zo groot dat het hem niet interesseert wat iedereen ervan denkt: hij kiest voor zijn gezin. Deze keuze staat in schril contrast tot de keuze die zijn petekind John Ames Boughton, Jack, letterlijk niet mag maken. Dit zwarte schaap uit de familie van John's beste vriend Boughton is verliefd geworden op een gekleurde vrouw en mag volgens de wetten van de staat geen relatie met haar onderhouden. Hij vindt met moeite onderdak voor haar en hun zoon, hij wordt ontslagen wanneer blijkt dat hij een relatie heeft met een gekleurde vrouw. Het duurt even voordat Jack dit aan John Ames vertelt. De relatie tussen beide mannen is vanaf het prille begin niet goed geweest en hun gesprekken ontaarden steeds in onmin over een verkeerd gevallen opmerking, min of meer ingegeven door John's angst dat Jack kwade bedoelingen heeft met Lila. Wanneer Jack na meerdere mislukte pogingen doorzet en zijn relatie opbiecht, laat John Ames eindelijk zijn gevoelens voor de man toe. Een grote ommekeer voor de man die voortdurend alles intellectueel probeert te beredeneren. Kerkelijke dogma's zijn niet van toepassing op Jack, de man vraagt er alleen om dat hij gehoord en bemind wordt.
Ik heb één probleem met Gilead. In de roman valt John Ames regelmatig terug op de bijbel en op uitspraken van theologen. Deze mannen spelen een belangrijke rol in zijn geloofsbeleving en daarmee in feite in zijn hele leven. Ik ben onvoldoende kerkelijk om de discussies juist te kunnen volgen, ik snap al helemaal het subtiele verschil niet tussen al die kerkelijke gezinten in Gilead waarvoor opa, vader en zoon kunnen kiezen. Op het moment dat theologie de roman lichtelijk overnam, merkte ik dat ik dreigde af te haken. De momenten waarop de man John Ames overborrelend van liefde getuigt van zijn liefde voor het droge land waar hij woont, voor Lila en voor zijn zoon zijn absoluut ontroerend. Ook de inkijkjes in minder belichte kanten van de Amerikaanse geschiedenis zijn indrukwekkend: het gevecht van opa tegen slavernij, de subtiele verwijzingen naar de droogte die in de jaren 30 het Amerikaanse platteland teistert maar ook de komst van de eerste tv. Voor mij had de roman iets minder kerkelijke theorie mogen bevatten en nog wat meer van die verrassende inkijkjes in de geschiedenis van alledaagse Amerikanen. Ik ben benieuwd wat in Lila de boventoon gaat voeren.


zaterdag 20 december 2014

John Williams || Stoner

Ik heb het lezen van Stoner lang uitgesteld. Het boek was er opeens en het was meteen een hype: je moest het gewoon goed goed vinden. In dat geval kies ik ervoor te wachten met lezen. De tijd was nu eindelijk gekomen en laten we over één ding duidelijk zijn: die hype was terecht. Vanaf de eerste pagina wist ik dat ik begonnen was aan een prachtige roman; een roman die het leven beschrijft van een man waarin afgezien van de gebruikelijke zaken (onderwijs, huwelijk, baan, kinderen en ziekte) niet zo heel veel gebeurd. Williams trekt je desondanks het verhaal in: door het rustige tempo (ik kreeg bijna het idee dat ik hoorde hoe het voorgelezen werd), het prachtige taalgebruik en wat mij betreft, de 'normaalheid' van Stoner. Een tijd geleden was ik minder onder de indruk van Salter's All That Is. Het boek was mooi geschreven, elegant maar te afstandelijk, mede omdat de hoofdpersoon zijn hele leven in high society milieus vertoefde. Stoner daarentegen had iedereen kunnen zijn. Een eenvoudige boerenzoon die een universitaire opleiding in zijn schoot geworpen krijgt, een gemiddeld begaafde man met gemiddelde ambities, een man die soms onvoldoende voor zichzelf en de zijnen opkomt en soms onverwacht zijn rug recht houdt, een man die liefheeft en van wie wordt gehouden, een man die zijn passie voor literatuur steeds nadrukkelijker uitdraagt, een man bovendien die vasthoudt aan zijn principes. Williams neemt ons mee in de gedachtenwereld van Stoner en daardoor wordt hij voor lezers tastbaar, we beleven wat hij denkt en voelt. Williams doet dat bovendien in prachtige volzinnen met subtiel gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en beeldspraak. Stoner is misschien dan niet de man met ambitie, het is wel een absoluut genot om over hem te lezen. Ik heb van elk woord genoten, ik vermoed dat ik het bij deze ene keer niet ga laten. Dit wordt er eentje om vaker te herlezen en dan weer te genieten van het prachtige Engels.


dinsdag 16 december 2014

Gregory Sherl || The Future for Curious People

Stel je voor dat je verliefd bent en wilt weten of je nieuwe relatie stand gaat houden. In Sherl's roman kan dat. Je stapt dan naar een 'envisionist' die je aansluit op high tech apparatuur en je beelden toont uit de toekomst. Aan jou om te besluiten hoe je die beelden interpreteert en of je verder gaat met je geliefde. Evelyn maakt het na een bezoek aan haar envisionist, doctor Chin, uit met haar vriend Adrian. In de toekomst blijken ze te kibbelen over welke kaas ze op het brood doen. Godfrey daarentegen wordt al tegenstribbelend naar Chin gestuurd nadat hij zijn vriendin Madge ten huwelijk gevraagd heeft. Zij wil eerst zeker weten of ze als stel wel een toekomst hebben. In de wachtrij ontmoeten Evelyn en Godfrey elkaar, vanaf dat moment verschijnen ze in elkaars toekomstbeelden. Ware liefde blijkt teveel voor de high tech apparatuur, iets waar Chin eerlijk voor waarschuwt. The Future of Curious People geeft een vermakelijke doorkijk naar een wereld waarin je zekerheid kunt eisen voordat je een ring om je vinger schuift. Het laat zien hoe mensen op die schijnzekerheid reageren en hoe het hun gedrag bepaalt. Als iets duidelijk wordt uit de praktijken van de envisionists is dat er geen zekerheid bestaat; Evelyn had tenslotte ook kunnen denken dat het gekibbel over de kaas een uiting van diepe genegenheid was. Niets is zeker en ware liefde overwint, en daar zit meteen de zwakte van The Future. Evelyn en Godfrey zijn leuke mensen en het was bepaald geen straf om over hun belevenissen te lezen. Vanaf het moment dat ze elkaar in de praktijk van Chin ontmoeten is het echter duidelijk dat zij aan het einde van de roman een item zijn. De boodschap die dan overeind blijft, is 'ware liefde overwint'. Het gegeven dat de toekomst een onzekere zaak is en dat sommige mensen, Evelyn bijvoorbeeld, daar niet zo heel goed mee kunnen omgaan, sneeuwt ietwat onder. Sherl had wat mij betreft iets meer scherpte mogen toevoegen, wellicht dat in dit geval een wat minder goed einde of op zijn minst een dubbelzinnig einde beter had gewerkt. Ook het feit dat Madge na de breuk met Godfrey probleemloos zwicht voor de charmes van Adrian zwakt de strekking van de roman af. Sherl wil ons - neem ik aan - duidelijk maken dat we geen zekerheid kunnen krijgen over de toekomst en dat het een kwestie van volwassenheid is om met die onzekerheid om te gaan. Door af te sluiten met drie gelukkige stelletjes (ook de beste vriendin van Evelyn sluit aan het einde van The Future eindelijk de jongeman in de armen om wie ze al weken heen draait) ondergraaft Sherl zijn eigen boodschap lichtelijk. The Future for Curious People is daardoor een aardige roman met een kritisch tintje maar net niet kritisch genoeg.


woensdag 10 december 2014

Grace McCleen || The Land of Decoration

Judith McPherson, tien jaar oud, is er vast van overtuigd dat zij een wonder verricht heeft. Op de dag dat haar klasgenoot Neil haar zou gaan verdrinken in de wc-pot sneeuwt het en is de school dicht. Judith gelooft heilig dat het dankzij haar gebeden begin oktober al is gaan sneeuwen. Voor degenen die nu denken 'gaat het wel helemaal goed met dat meisje?, zou ze geen hulp moeten hebben?', het antwoord luidt 'nee en ja'. Judith groeit op met haar vader en verkondigt samen met hem en een klein clubje fanaten dat het einde van de wereld nabij is. Ze groeit moederloos op in een huishouden zonder tv maar met de bijbel en wijkt behoorlijk af van haar gemiddelde klasgenoot. Niet zo vreemd dus dat Neil in haar het ideale slachtoffer ziet. Judith is er bovendien ook nog eens van overtuigd dat zij haar moeder gedood heeft en dat haar vader daarom niet van haar houdt ('n 10-jarige snapt waarschijnlijk nog niet helemaal dat die moeder zelf haar keuze heeft gemaakt door een bloedtransfusie te weigeren). Judith hoort bovendien een stem in haar hoofd: God. Hij heeft gezien dat ze het wonder verricht heeft en ziet nu in haar een ideale dienaar. God is helaas eerder het type Oude Testament dan type Nieuwe; hij is niet zozeer van 'keer Neil de andere wang toe' als wel van 'oog om oog, tand om tand'. Hij moedigt Judith aan, ondertussen wel iets prevelend over 'weet waar je aan begint, wat in gang gezet is kan niet meer worden teruggedraaid'. Een psychiater zou waarschijnlijk wel raad weten met die stem en ook de gemiddelde lezer vraagt zich bezorgd af wanneer iemand in de gaten heeft dat het de verkeerde kant op gaat met Judith. Vader weigert naar haar te luisteren, een nieuwe juf op school lijkt soulaas te bieden maar is onbedoeld de catalysator. De juf heeft meteen in de gaten dat Judith gepest wordt. Zij isoleert Neil doeltreffend en zorgt ervoor dat hij Judith op school niet meer lastig kan vallen. Ze heeft echter niet in de gaten dat Neil het treiteren met vriendjes buiten school voortzet. Wat begint met aan de bel trekken, eindigt met een brandbom die de woonkamer vernielt. Vader is ervan overtuigd dat de pesterijen plaatsvinden, omdat hij weigert te staken. Na de brandbom lopen de zaken helemaal uit de hand. Judith weet zich geen raad meer; de stem in haar hoofd maakt de zaken alleen maar erger. Ik heb pagina's lang ademloos gelezen, omdat ik doodsbenauwd was dat Judith ten onder zou gaan. Op het moment dat Judith klaar staat om zelfmoord te plegen, maakt God één verkeerde opmerking en dan dringt het tot haar door dat het misschien toch niet God was die tot haar sprak. Wanneer vader haar kamer binnenkomt, staat ze nog op een stoel maar heeft ze net haar hoofd uit de provisorische strop gehaald. Vanaf dat moment weet ze ook zeker dat haar vader van haar houdt. Een suikerzoet einde? Ja, maar wel van een beklemmende roman die laat zien wat er met een kind kan gebeuren dat gelooft dat haar vader niet van haar houdt en die op de koop toe ook nog eens zwaar gepest wordt en geen vrienden heeft. Judith is de verteller, met haar 10 jaar snapt ze duidelijk niet alles wat er om haar heen gebeurt. De lezer heeft dat beter in de gaten dan zijzelf. Dat voegt toe aan de beklemmende sfeer en maakt dat je als lezer schietgebedjes afsteekt dat alles goedkomt met Judith. Judith is namelijk een liefie, je zou haar zo in je armen willen nemen en je over haar willen ontfermen. Ze lijkt een beetje op het knulletje uit About a Boy dat enigszins onder dwang door Hugh Grant opgevangen wordt. Je snapt dat ze gepest worden maar niet door jou. Beklemmend en prachtig, absoluut de moeite van het lezen waard.


zaterdag 6 december 2014

Dave Eggers || The Circle

Ik merk dat ik op twee manieren naar The Circle kijk. In de eerste plaats als roman, in de tweede plaats als waarschuwing. In het eerste geval is The Circle aardig maar niet wereldschokkend. Daarvoor is de roman te voorspelbaar en zijn de hoofdpersonen te vlak. Met name Mae, de dame om wie alles draait in The Circle, is bijna een karikatuur van de mens die gelooft in internet, social media en delen van ervaringen en informatie. Waar Mae in eerste instantie de persoon lijkt die misschien kritisch staat tegenover de ontwikkelingen binnen The Circle, blijkt al gauw dat ze zo graag bij de club wil horen dat ze zichzelf zo ongeveer hersenspoelt. Zij wordt letterlijk en figuurlijk de belangrijkste ambassadeur van The Circle bij het grote publiek. Zelfs wanneer haar ouders alle contact met haar breken omdat zij niet gediend zijn van 24/7 controle door camera's die het mogelijk maken te observeren hoe vader, een MS-patient, reageert op zijn medicijnen, zelfs wanneer haar ex-vriend liever zelfmoord pleegt dan onderdeel te worden van Mae's dwingende sociale cirkel, valt bij Mae het kwartje niet. Sterker nog, zij gelooft alleen maar des te meer dat deze tegenstanders ooit geëlimineerd worden of toch overstag gaan. En daarmee kom ik bij de tweede manier om naar The Circle te kijken: de waarschuwing. Ik merkte tijdens het lezen dat ik steeds dacht 'maar dat wil toch niemand, is er nu niemand die ziet hoe waanzinnig dit is?'. Om vervolgens te denken aan die aardige jongeman die laatst tijdens een lezing over gadgets uitermate serieus vertelde dat hij een chip in zijn hand wil laten plaatsen. Met die chip kan hij dan bijvoorbeeld de trein of de bus betalen. Of wat te denken van die mensen die serieus meebetalen aan een gadget dat stroomstootjes geeft aan de drager wanneer deze ongeautoriseerd een greep in de ijskast doet. Ze bestaan en verschillen niet zo heel veel van de ouders in The Circle die enthousiast worden van het idee dat hun kind voorzien wordt van een chip, stevig in het beenmerg geplaatst, waardoor zij 24/7 weten waar hun kind is. En die nog enthousiaster worden van het idee dat ze met die chip hun kind voorzien van een informatiebron over studie, gezondheid, prestaties etc. Het akelige bij The Circle is dat elke volgende ontdekking wordt voorzien van het juiste peppraatje zodat de voordelen van de ontdekking meteen duidelijk worden. De nadelen worden vakkundig weggepoetst, tegenstanders worden effectief monddood gemaakt, bijvoorbeeld doordat er onverwacht belastend materiaal op hun computer blijkt te staan. Medewerkers van bedrijf The Circle zijn helden, over de werving en selectie van The Circle kun je zo je vragen stellen. Het selectiecriterium lijkt eerder 'bereidheid tot hersenspoelen' dan onafhankelijkheid in denken'. The Circle legt tijdens werk en privé maatstaven op aan haar medewerkers en die hebben daaraan te voldoen. Delen van ervaringen en informatie is niet langer een keuze maar een verplichting. De roman The Circle is in één opzicht niet voorspelbaar: het moment waarop Mae zich realiseert wat gaande is en de cirkel doorbreekt, arriveert nooit. Het einde ondersteunt zo de waarschuwing: wij gaan kritiekloos mee in nieuwe ontdekkingen zonder een idee te hebben waar dit allemaal uiteindelijk toe leidt. The Circle is misschien niet zozeer de roman voor de leeslijst, wel eentje die absoluut besproken zou moeten worden tijdens maatschappijleer (of hoe dat tegenwoordig ook moge heten).


donderdag 4 december 2014

Claire Cameron || The Bear

In ons overgeorganiseerde landje met nauwelijks nog echte natuur zal het niet snel gebeuren maar in Canada loop je nog het risico dat je wordt opgegeten door een beer. Cameron baseerde The Bear op een waargebeurd verhaal. Een stel kampeert in Algonquin Park en wordt gedood door een zwarte beer. Waarom hij dat doet is niet duidelijk; er is helaas sprake van de verkeerde plek op het verkeerde moment. Cameron voegt twee kinderen toe aan het verhaal: Anna en Sticky. Anna's moeder, zwaargewond en zich volledig bewust van het feit dat zij dit avontuur niet gaat overleven, dwingt Anna om met haar broertje in de kano te stappen en naar de overkant te varen. Wat volgt is geen keurig stappenplan waarin Anna precies bekijkt hoe zij en haar broer kunnen overleven, wat volgt zijn de verwarde en angstige gedachten van een vijfjarig meisje dat het ene moment kwaad is op haar broertje, bang is dat ze iets gedaan heeft waardoor haar ouders kwaad op haar zijn, trots omdat haar moeder zo iets belangrijks aan haar vraagt, blij is wanneer ze lekker in het water kan spelen of totaal radeloos rondrent omdat ze haar jongere broertje niet meer kan vinden. Voor de lezer is het duidelijk dat hun ouders geen schijn van kans hebben; al is het maar omdat Anna ziet hoe de beer aan de overkant een been eet met een schoen eraan. Zij snapt niet wat ze ziet, de lezer heeft het meer dan door. Al lezende is de vraag dan ook vooral: overleven Anna en Sticky het of komt de beer ook achter hun aan? Anna is een normale vijfjarige in een bepaald niet normale situatie. Het is schrijnend om te lezen hoe ze achtereenvolgens zich van haar taak kwijt en goed voor haar broertje zorgt en het andere moment woedend op hem wordt omdat hij gepoept en geplast heeft onder de boomstronk waar ze hebben geslapen. Om vervolgens totaal wanhopig rond te rennen wanneer ze Sticky maar ook haar knuffel niet meer kan vinden. The Bear is waarschijnlijk niet het beste boek dat ik de laatste tijd gelezen hebt, het is echter meer dan de moeite van het lezen waard. Zo vaak krijg je niet de kans om op deze manier mee te leven met een vijfjarig meisje.


dinsdag 2 december 2014

Lea Carpenter || Eleven Days

Voor mij bestaat Eleven Days uit twee totaal verschillende delen. In het ene deel lezen we hoe Sara terugdenkt aan haar zoon die vermist is in Afghanistan. Haar liefde voor zijn vader, zijn jeugd en zijn beslissing om toe te treden tot de zogenaamde 'teams' - de soldaten die wij vooral kennen omdat ze met van die interessante outfits 's nachts gijzelaars bevrijden of Osama Bin Laden doden. Dit deel van het verhaal is ingetogen geschreven en bevat mooie, persoonlijke herinneringen. De angst dat haar zoon Jason niet levend terugkeert, staat centraal.
In het andere deel leren we vooral via Jason het leven van een 'operator' kennen: de zware training, de ontberingen maar ook de onderlinge vriendschappen. Dit deel lijkt af en toe wel op een handboek voor 'operators'. Het is doorspekt met afkortingen, details over outfits, wapens en beschrijft gedetailleerd hoe acties verlopen. Niet alleen dat ik dit niet bijster interessant vond, ik kreeg bovendien heel erg het gevoel dat ik langzaam maar zeker een hoek in werd gedreven waarin ik moest toegeven dat 'the war on terror' en het werk van de 'teams' natuurlijk belangrijk was en dat ik zeer veel waardering zou moeten hebben voor de mannen die op deze wijze bereid zijn te vechten  / sterven voor hun land. Laat dat nu net datgene zijn waarover ik me in series als NCIS altijd erger. Op het moment dat Gibbs een bepaalde blik in zijn ogen krijgt en weer iets roept over 'hij is gestorven voor zijn land' haak ik tijdelijk af. Geef mij dan maar Homeland waarin de waarheid ietwat bruter tot ons komt.
Tijdens het lezen van Eleven Days hoopte ik af en toe op wat ironie maar die was hooguit te bekennen wanneer Carpenter schreef over de mensen die vanaf hun bureaus de wereld bestierden. Sara is weliswaar niet gelukkig met de carrierekeuze van haar zoon, ze is nooit kritisch over het leger of de USA. Alleen op het moment dat Jason aan zijn zware verwondingen overleden blijkt, laat Carpenter doorschemeren dat Sara - indien zij de keuze had gehad - land en eer aan de wilgen had gehangen en liever haar levende zoon achter zo'n schlemielig bureautje thuis had gehad. Om dat vervolgens te niet te doen, omdat bij thuiskomst blijkt dat moeders, zussen, vriendinnen en ex-seals Sara een nieuw liefdevol thuis bieden.
Ik vrees dat ik onvoldoende patriotisch aangelegd ben om deze roman te waarderen. Daar waar Sara terugdenkt aan Jason en hun leven genoot ik van Eleven Days. Zodra de soldaten weer op de proppen kwamen, haakte ik af. Iet meer Homeland had van mij gemogen.


zondag 30 november 2014

Niall Williams || The History of the Rain

Niall Williams bewijst wederom dat hij kan balanceren op de dunne grens tussen melig en gevoelig. Hoewel alle ingrediënten er zijn om een eersteklas melodrama te schrijven, houdt hij zijn roman kundig aan de kant van literatuur. De onbesliste strijd tussen vader en zoon, de liefde tussen Virgil en Mary Swain, de dood van hun zoon Aeney, de onverwachte dood van Virgil en de strijd van hun dochter Ruth tegen wat nooit zo benoemd wordt maar waarvan ik vermoed dat het leukemie is en dat allemaal tegen de achtergrond van een Ierland waar het nooit ophoudt te regenen, waar de recessie keihard toeslaat maar waar de gemeenschap nog voor elkaar klaar staat. Leg de zakdoeken maar klaar zou ik zo zeggen. Dat ik die zakdoek hooguit tegen het einde nodig had, wanneer Williams laat doorschemeren dat Ruth beter wordt en dat haar aanbidder eindelijk haar vriendje wordt, komt vooral door Ruth. Zij is een gelukkige combinatie van scherpe observant aka kluizenaar Emily Dickinson en de pittige vrouwelijke hoofdpersonen van Marian Keyes. En dat allemaal met een - voor mijn gevoel dan - sappig Iers accent dat benadrukt dat Ruth een geboren verhalenverteller is. Ruth brengt de geschiedenis van haar familie - van vaders en moeders kant - en die van haar dorp vakkundig tot leven, Ierser dan Iers (maar dat kan ook mijn vooroordeel zijn enigszins beïnvloed door Ballykissangel en The Commitments). Het onmogelijke streven naar perfectie beheerst de familie Swain en zij beschrijft prachtig hoe eerst haar grootvader en daarna haar vader bezwijken onder de last om altijd alles beter te doen.
Ik zie ook waar heel veel lezers zullen afhaken. Ruth is een verwoed lezer en dat zullen haar lezers weten ook. Voor mij was het een feest van herkenning. Ik weet wel wat ze bedoelt wanneer ze schrijft 'How public - like a frog' maar ja, ik heb de verzamelde werken van Emily Dickinson thuis op de plank staan en heb haar gedichten altijd met veel plezier gelezen. En dat gold in meer of mindere mate voor de auteurs waarmee Ruth vrijelijk strooit: Robert Louis Stevenson, Dickens, Jane Austen, Keats, etc. etc. Ik kan me echter heel goed voorstellen dat je zonder die bagage alle referenties en citaten hinderlijk vindt. Het zijn er namelijk nogal wat. Ik zou zeggen, accepteer dat Ruth haar kennis over en liefde voor literatuur graag met ons deelt en geniet vooral van haar scherpe, liefdevolle geschiedenis van de regen. Emily Dickinson krijgen jullie van mij cadeau.


I'm nobody! Who are you? (260)


'm nobody! Who are you?
Are you nobody, too?
Then there's a pair of us -- don't tell!
They'd banish -- you know!

How dreary to be somebody!
How public like a frog
To tell one's name the livelong day
To an admiring bog!

Ik stel niets voor! Wie ben jij? (vertaling Ans Bouter)


Ik stel niets voor! Wie ben jij?
Stel jij ook weinig voor?
Een stel zijn wij, zo samen – stil!
Verstoten doen ze ons

Wat triest als je wat voorstelt en
Je in het openbaar
Voortdurend voor moet stellen steeds
Aan je bewonderaars



woensdag 26 november 2014

Katy Simpson Smith || The Story of Land and Sea

In The Story of Sea and Land toont Simpson Smith treffend het onrecht van slavernij. Niet door in detail wreedheden te beschrijven maar met alledaagse, schrijnende onrechtvaardigheden. Het feit bijvoorbeeld dat een 10-jarige als vanzelfsprekend een slavin van dezelfde leeftijd voor haar verjaardag cadeau krijgt en die doodleuk op haar 16e uithuwelijkt aan een andere slaaf, want 'dat hoort nu eenmaal zo'. Of wanneer die slavin jaren later om haar vrijheid vraagt en te horen krijgt dat ze die kan verdienen met extra - betalende - klusjes. Je vrijheid moet je tenslotte eerst verdienen, die krijg je niet zo maar. Beklemmend en overtuigend in zijn eenvoud.

The Story of Land and Sea had een heel mooi boek kunnen zijn ware het niet dat Simpson Smith te vaak afwijkt van die eenvoud en juist te mooi wil schrijven. Ze vervalt dan in gekunstelde zinnen die mij het gevoel geven dat ik niet helemaal snap wat zij bedoelt (en ik me bovendien afvraag of ze het zelf nog wel snapt). Er zijn echter ook momenten waarop ze zo mooi schrijft dat ik absoluut zie waar haar kracht als schrijver ligt. Dat zijn de momenten waarop Simpson Smith vergeet dat ze voor een publiek schrijft en 'gewoon' lijkt te schrijven. Dan staat er bijvoorbeeld dat vader John door zijn huis dwaalt en zich realiseert dat op alle muren nog de vingerafdrukken van zijn overleden dochter Tabitha staan. Heel wat treffender dan een passage waarin dezelfde John zijn liefde Helen redt en Simpson Smith haar verheven laat praten over 'de man die haar vader niet was en ook niet God' (en nog meer van dat fraais). Het zou kunnen dat Simpson Smith met haar schrijfstijl de afstand tussen Asa en zijn schoonzoon John wil benadrukken of het feit dat al haar hoofdpersonen sociaal niet helemaal optimaal functioneren. De te doorwrochte keuze voor woorden zorgt er namelijk voor dat ik de afstand tussen hen voel. Het beroerde is echter dat ik sterk de indruk krijg dat Simpson Smith wel degelijk duidelijk wil maken dat haar hoofdpersonen diep van binnen heus wel gevoel hebben. En ook daarin houdt ze me op een afstand. In haar nawoord bedankt Simpson Smith de mede-cursisten van de Bennington Writing Seminars, 'where I finally grew into myself'. Het zou fijn zijn geweest indien die mede-cursisten haar op het hart hadden gedrukt dat verheven en doorwrochte zinnen niet altijd leiden tot het gewenste effect. Jammer. Juist op de momenten dat Simpson Smith die te gekunstelde stijl loslaat, overtuigt ze op superieure wijze.


zaterdag 22 november 2014

Sarah Waters || The Paying Guests

Een ding moge duidelijk zijn: Sarah Waters weet hoe ze de vaart in haar boek moet houden. Hoewel er op zich niet eens zoveel gebeurd in The Playing Guests, behalve een moord dan die ik zonder schroom onthul omdat die niet het voornaamste gegeven is in de roman, slepen de emoties van de hoofdpersonen je mee in een emotionele achtbaan. Frances Wray en haar moeder moeten in de jaren 20 noodgedwongen kostgangers in huid nemen; ze hebben niet meer genoeg geld om hun huis, de slager en de kruidenier te betalen. Met de huur van Leonard en Lilian Barber redden ze het; hun vroegere leven met dienstmeisjes is echter definitief voorbij.
Frances houdt de Barbers eerst op afstand, dan merkt ze dat ze zich steeds meer aangetrokken voelt tot Lilian. Ze bekent haar dat ze op vrouwen valt. Deze lijkt hier ietwat geschokt op te reageren maar zoekt dan toenadering. Een stormachtige relatie tussen de twee vrouwen is het gevolg. Ze benutten elke gelegenheid die ze hebben om samen te zijn, niet makkelijk wanneer of moeder of echtgenoot vaak in de buurt zijn. Frances is de eerste die hardop mijmert over de mogelijkheid samen te gaan wonen. Haar moeder heeft al eerder een relatie met een vrouw getorpedeerd, een tweede keer laat Frances dit niet gebeuren. Lilian twijfelt enorm; ze wil haar familie niet in de steek laten en vreest wat haar echtgenoot zal doen. Dan betrapt hij hen en neemt het leven een heel andere wending. Wanneer Leonard Frances de kamer uit wil zetten, slaat Lilian hem met een asbak - met fatale gevolgen. In de paniek van het moment besluiten beide vrouwen het lijk op het pad achter het huis te leggen in de hoop dat men denkt dat hij gevallen is of aangevallen. Dat komt in eerste instantie uit maar dan wordt een jonge knul van de moord beschuldigd. Lilian noch Frances durven naar de politie te gaan en de waarheid te bekennen, ze hopen tegen beter weten in dat hij onschuldig verklaard zal worden.  Lilian woont inmiddels weer bij haar familie en Frances wordt gekweld en geteisterd door een achtbaan aan gevoelens: schuld, twijfel, angst, gemis, verwijten, alles wat een eenzame jong vrouw onder die omstandigheden kan ervaren passeert de revue. Op een volstrekt acceptabele wijze, wat het talent van Waters toont; ze houdt de gevoelens van Frances perfect onder bedwang, ze ontaarden nooit in melodrama. Aan het einde van de roman is Frances aan het einde van haar latijn. Zelfs het feit dat de knul wordt vrijgesproken, lucht haar niet op. Ze verlaat de rechtbank in de diepste overtuiging dat Lilian niets meer met haar  te maken wil hebben; ze is diep ongelukkig. En dan snelt Lilian op haar af en vraagt haar waarom ze weggelopen is. Er blijkt een piepkleine opening te zijn waar beide vrouwen aarzelend en onzeker gebruik van maken. De emotionele achtbaan eindigt zo prachtig in ingetogen toenadering. Waters heeft weer laten zien dat ze kan schrijven, en hoe. Uitermate geschikt voor onder de kerstboom schat ik zo in.



donderdag 13 november 2014

Michael Cunningham || The Snow Queen

Michael Cunningham heeft een hedendaags sprookje geschreven, eentje dat vooral draait om woordkeuze en prachtige zinnen. In het sprookje worstelen twee broers, Tyler en Barrett, zich door het leven. Voor beide geldt dat zij hun belofte niet hebben waargemaakt. Tyler is een tweederangs musicus die zijn geld verdient met het optreden in obscure bars. Hij is ervan overtuigd dat er een iconisch nummer in hem schuilt, het moet er alleen nog uitkomen. Cocaïne moet hem helpen zijn inspiratie te vinden. Barrett werd aangenomen op een Ivy League universiteit maar verliet die al na korte tijd. Hij heeft zijn leven gevuld met kortstondige baantjes en liefdes; terwijl hij werkt in een zaak met vintage (geen normale 2e hands maar peperdure waar) formuleert hij in zijn hoofd filosofische theorieën gebaseerd op romanfiguren. Ooit wil hij die delen met de wereld. Voorlopig woont hij nog in bij Tyler en Beth, zijn vriendin.
Twee zaken zorgen voor een catharsis: het verloop van de terminale kanker van Beth en de mystieke belevenis van Barrett in Central Park. Hij ziet ver boven zijn hoofd een licht en beeldt zichzelf in dat God of een superieur wezen contact met hem heeft gemaakt. Hij keert voorzichtig terug naar de katholieke kerk en accepteert langzaam maar zeker dat er misschien niet meer voor hem in het vat zit dan die baan in de winkel waar hij fröbelt aan zijn literair filosofische theorieën.

Veel gebeurt er niet in The Snow Queen: Barrett en Tyler denken na over het leven, hun verleden en hun toekomst. Ze werken (of niet), gebruiken drugs en ontmoeten een klein clubje vrienden. Cunningham slaagt er echter wonderwel in dit niets en de vele overpeinzingen prachtig te beschrijven. Tyler die hartstikke stoned naakt in het open raam nadenkt over zijn liefde voor Beth, Barrett die in bad terugdenkt aan hun overleden moeder; opzienbarend is het allemaal niet maar o zo mooi opgeschreven.

Op het laatst komt het sprookjeskarakter meer naar voren. Tyler heeft na de dood van Beth de cocaine gelaten voor wat die is en gebruikt nu heroïne. Opeens krijgt hij inspiratie voor muziek en via You Tube slaagt hij er zowaar in een contract bij een kleine productiemaatschappij te krijgen. Verslaafd of niet, zijn leven gaat opeens de goede kant op. Barrett heeft erin berust dat hij is wie hij is en dat hij waarschijnlijk nooit meer dé man vindt. En ontmoet hem dan natuurlijk in de supermarkt bij de vakken met Pepsi en Coke. Tevreden met zijn baan in de winkel en met zijn nieuwe minnaar maakt hij zich op voor een prettig leven dat rustig voortkabbelt. Af en toe denkt hij nog na over zijn mystieke ervaring; hij accepteert dat hij nooit zal weten of het inderdaad een uiting van een hoger wezen was of een overvliegend vliegtuig. Hij maakt zich er niet meer druk om.
The Snow Queen is magisch, niet door het onderwerp of de bijna banale personages maar door de manier waarop Michael Cunningham vertelt. Absoluut de moeite waard.




dinsdag 11 november 2014

Rachel Joyce || The Unlikely Pilgrimage of Harold Fry

The Unlikely Pilgrimage of Harold Fry valt in de categorie "Forrest Gump of De Oude Man die uit het Raam Klom", een moderne variant op een parabel waarin onze held allerlei ontberingen moet doorstaan of inzichtvolle ontmoetingen heeft. Waar ik bij Forrest en de Oude Man echter al snel het idee kreeg dat alles wel erg vergezocht was (en ik de Oude Man persoonlijk niet echt boeiend geschreven vond) slaagt Rachel Joyce er behoorlijk goed in om sentimentaliteit in toom te houden. Dat heeft vooral te maken met haar schrijfstijl, haar held en de mensen die hij ontmoet. Harold Fry is een saaie gepensioneerde senior die te grote uitdagingen in zijn leven altijd gemeden heeft, hij ontmoet doorsnee Britten die in meer of mindere mate doorsnee zaken met hem delen. Hij start totaal impulsief een lange wandeling, omdat hij hoopt dat hij op die manier ex-collega Queenie, lijdend aan terminale kanker, in leven kan houden. Tijdens zijn wandeling wordt hij zich bewust van zijn omgeving, hij geeft zichzelf ook de ruimte om na te denken over zijn leven. Zijn wandeling gaat gepaard met hoogte- en dieptepunten. De ontmoeting met een vrouwelijke oost-europese arts die hem belangeloos opneemt en zijn voeten verzorgt (Harold is gaan wandelen op een paar bootschoenen en zijn voeten liggen na een week letterlijk open) is een hoogtepunt. Prachtig beschreven en gevoelig zonder sentimenteel te worden. Tijdens de wandeling slaat de vertwijfeling meerdere malen toe en staat hij bijna op het punt terug te gaan naar huis. De eerste keer dat dit gebeurt, geeft een telefoontje met het verpleeghuis waar Queenie verzorgd wordt de doorslag. Zij weet dat hij komt en is daardoor opgeleefd. De tweede keer houdt echtgenote Maureen hem voor dat hij moet doorzetten; zij wil niet dat hij de rest van hun huwelijk geplaagd wordt door 'had ik maar ...'. Ook Maureen ondergaat haar 'wandeling'. Zij blijft thuis waar zij zich enigszins vertwijfeld afvraagt waarom Harold, vertrokken zonder ook maar iets te zeggen, is gaan wandelen. Ook zij gaat nadenken over gebeurtenissen in haar leven. Zij realiseert zich twee belangrijke zaken: ze houdt nog steeds van Harold en de zelfmoord van hun zoon die zij hem al 20 jaar verwijt, heeft niets met Harold te maken.
The Unlikely Pilgrimage is een moderne parabel. Dus ontdekt Harold planten, beesten en vogels die hij in al zijn jaren als vertegenwoordiger op de weg nooit gezien heeft. Ik vond het wat te Forrest Gump dat hij al na enkele weken al die planten uit zijn hoofd kende en zelfs wist welke hij zonder gevaar kon eten maar oké, het is tenslotte een parabel. Harold wordt halverwege zijn wandeling ontdekt en dankzij social media volgt heel Engeland zijn tocht van Devon naar Schotland. Hij trekt ook een groep volgers aan; laten we het er maar op houden dat deze mensen, met een enkele uitzondering, de keuze hadden tussen meelopen met Harold of meedoen aan Utopia. Dat zij na enkele weken Harold opzij schuiven en de wandeling overnemen, geeft aan dat zij niets snappen van zijn reden.
The Unlikely Pilgrimage is tenslotte goed geschreven. Rachel Joyce houdt haar schrijfstijl onder controle en houdt alles klein. Geen grootse woorden en belangrijke potentiële citaten maar liefdevolle beschrijvingen van het Engelse platteland en bijna onbenullige ontmoetingen met alledaagse mensen. En geen onwaarschijnlijk happy end: Queenie overlijdt snel nadat Harold haar bezocht heeft; met een tevreden uitdrukking op haar door een tumor mismaakte gezicht, dat wel. Dat Harold en Maureen elkaar door de wandeling weer vinden zit op het randje maar zou nog kunnen. Ook hun hereniging is klein: geen violen en verheven woorden maar twee mensen die aan een enkel woord en gebaar genoeg hebben om te begrijpen dat hun huwelijk weer een kans heeft. Gelukkig maar, ik vrees dat The Unlikely Pilgrimage anders een sentimentele draak was geworden. Nu is het een mooi geschreven parabel. Hoogstaande literatuur? Nee, daarvoor is het parabelgehalte te hoog. De Unlikely Pilgrimage is vooral een fijn boek om van te genieten met een lekkere warme kop thee op de bank.


donderdag 6 november 2014

Siri Hustvedt || The Blazing World

Siri Hustvedt maakt het haar lezers bepaald niet gemakkelijk: een moeilijk onderwerp over iemand met een moeilijk karakter verwerkt in een ingewikkelde structuur en doorspekt met citaten van schrijvers, psychiaters en filosofen. Het werkt wel. The Blazing World is bepaald geen makkelijke roman om te lezen, het is wel eentje die je aanspoort om door te lezen. Roman en hoofdpersoon vertonen wat dat betreft aardig wat overeenkomsten. Harry Burden maakt het zichzelf bepaald niet gemakkelijk. Als weduwe van een gefortuneerd kunsthandelaar had ze op haar lauweren kunnen rusten. Na zijn dood groeit bij Harry echter het besef dat ze haar eigen kansen als kunstenaar heeft laten schieten. Omdat ze het moeilijk vindt om te accepteren dat ze daar zelf ook een rol in heeft gespeeld, iets wat Hustvedt niet verbloemt, groeit bij haar gestaag de verontwaardiging dat haar als vrouw geen succes als kunstenaar is gegund. Om haar gelijk te bewijzen bedenkt ze een wat merkwaardige constructie: zij ontwerpt de werken voor drie exposities maar laat de kijkers in de waan dat deze zijn ontworpen voor mannen. De derde keer, bij de meest succesvolle expositie, gaat het mis. Rune, de kunstenaar voor wie zij ontwerpt, claimt de werken. Hij vertelt pers en kijkers dat Harry hem vooral heeft gesponsord en zet haar weg als een 'vriendelijke oude dame die het niet meer allemaal op een rijtje heeft'. Meningen zijn en blijven verdeeld over wie de expositie nu heeft gemaakt. Hustvedt benadrukt dat door niet alleen Harry aan het woord te laten (via haar dagboeken) maar ook andere betrokken: via interviews, artikelen of persoonlijke bijdragen. Op die manier ontstaat vooral een beeld van een intense samenwerking tussen twee personen elk met een eigen agenda waaruit een fantastische expositie is gegroeid. En van twee mensen die niet in staat zijn te beseffen dat juist die samenwerking iets moois iets heeft opgeleverd en niet het aandeel van een individu.
Hustvedt schildert het beeld van een warme vrouw die veel houdt van haar kinderen, echtgenoot en minnaar maar die zich na de dood van haar man steeds meer overgeeft aan de donkere kant van haar karakter. Oude frustraties groeien, verontwaardiging over het feit dat ze zich succes heeft laten ontnemen beheerst haar leven. Hustvedt laat echter doorschemeren dat Harry ook naar haar eigen rol moet kijken. Ze heeft twee redelijk succesvolle tentoonstellingen gehad maar heeft daarna niet doorgezet. Zoals ze zelf zegt 'ik heb gekozen voor de rol van Penelope en niet voor die ik eigenlijk wilde, die van Odysseus'. Haar eigen negatieve gevoelens beïnvloeden de manier waarop ze naar haar verleden, heden en toekomst kijkt en maken haar bepaald moeilijk in de omgang. Haar familie en vrienden lukt het niet om haar tot rust te brengen en te genieten van haar leven. Hustvedt zet Harry via haar dagboeken neer als een vrouw die gepijnigd wordt door herinneringen (het overspel van haar echtgenoot komt na al die jaren nu opeens hard aan) en frustraties. De warme vrouw blijkt ook halsstarrig, betweterig en agressief. In haar dagboeken strooit ze met citaten en verwijst ze voortdurend naar werken van kunstenaars, psychiaters of filosofen. Voor haar gesneden koek, voor de lezer af en toe bepaald een opgave. Op die manier laat Hustvedt echter prachtig zien wie Harry is. Ik kon me haar helemaal voorstellen op een of ander feestje waar ze luidkeels verkondigde wat een obscure dichter uit de 16e eeuw ooit wel heeft gezegd.
The Blazing World is een pittig boek over een vrouw met een moeilijk karakter die een moeizame discussie blootlegt. Is het nu inderdaad zo dat kunst van vrouwen minder gewerkt wordt puur omdat ze van een vrouw zijn? Aan het einde van de roman geeft Hustvedt geen pasklaar antwoord, ze laat juist nog heel veel open. Dat is echter het mooie van de roman. Het is geen gesneden koek, het is een roman die het uiterste vergt van de lezer maar die daar wel voor beloont. ik vind het vreemd dat de jury de voorkeur heeft gegeven aan de lichtgewicht romans van Fowler en Ferris. Misschien dat de jury zich teveel stoorde aan de uitgesproken Harry en de discussie die zij - met Hustvedt - opende.

vrijdag 31 oktober 2014

Akhil Sharma || Family Life

Stel je voor dat je samen met je ouders vanuit India emigreert naar de Verenigde Staten. Daar gaat in eerste instantie alles goed: je vader en moeder hebben redelijke banen, je broertje kan naar een goede school en jij past je aan de omstandigheden aan. Dan duikt je broer het zwembad in, stoot zijn hoofd en blijft drie minuten onder water. Zijn zware hersenbeschadiging beïnvloedt vanaf dat moment het leven van Ajay en zijn ouders. Moeders leeft alleen nog maar voor haar oudste zoon, vader raakt aan de drank en Ajay groeit op in een gezin waarin alles draait om de zorg voor een zwaar-gehandicapte broer. Zijn doorzettingsvermogen zorgt er voor dat hij uiteindelijk geaccepteerd wordt op Princeton, een dijk van een baan krijgt en zijn ouders genoeg geld kan geven om verplegers in te huren voor hun andere zoon. En de ideale - Indiase - vrouw vindt. Dé ingrediënten voor een melodrama eerste klas ware het niet dat Sharma het verhaal onderkoeld en met voldoende afstandelijkheid - af en toe aanschurkend tegen ironie - vertelt. En ware het niet dat Sharma in Family Life even onderkoeld vastlegt hoe Indiase Amerikanen zich aanpassen, of niet. Ja, ook hun kinderen worden gepusht om een zo goed mogelijke opleiding te verdienen, maar voor de examens gaan ze eerst even bij de familie van Ajay langs met de vraag om een zegening door de opofferende moeder en de zieke zoon. Hypocrisie is de Indiase samenleving ook niet vreemd. Op het moment dat bekend wordt dat Ajay's vader drinkt, verdwijnt iedereen uit hun omgeving; op het moment dat Ajay geaccepteerd wordt op Princeton, stromen uitnodigingen voor etentjes binnen.
Family Life schurkt bijna tegen een rapportage aan, maar dan wel op de juiste momenten voorzien van precies de juiste dosis emotie. De manier waarop schrijver Hemingway de jonge Ajay beïnvloedt om zijn ervaringen om te zetten in short stories bijvoorbeeld maar ook de subtiele opmerking die middelbare school-vriendinnetje Minakshi maakt wanneer ze hoort dat Ajay's vader alcoholist is. In een gemeenschap waarin kinderen alleen maar positief horen te spreken over hun ouders merkt zij alleen maar op 'I don't like my father'. Subtiel en emotioneel. Family Life is een ingetogen pareltje. In net iets meer dan 200 pagina's schetst Sharma een prachtig beeld van een familie en een gemeenschap in een ver vreemd land. Absoluut de moeite van het lezen waard.


zaterdag 25 oktober 2014

Curtis Sittenfeld || Sisterland

Ik heb Sisterland besteld bij de bieb, omdat columniste Aaf Brandt Corstius - erg leuk - zo enthousiast was over Curtis Sittenfeld. Ik moet bekennen dat ik haar enthousiasme niet volledig deel. Sisterland is zeker een aardige roman, ik zal ook niemand afraden om deze te lezen. Een meesterwerk van Amerika's beste schrijfster (niet mijn woorden) is Sisterland wat mij betreft zeker niet.

Sisterland gaat over de tweeling Vi and Kate, de laatste vertelt het verhaal. Het is al snel duidelijk dat ze lichtelijk neerkijkt op haar dikke, wat warrige, sociaal niet echt succesvolle zus. Het is jammer dat Vi ervoor kiest om haar diensten te verkopen als medium en niet net als Kate haar paranormale gaven onderdrukt en een normaal leven leidt: man, twee kindertjes, huis tuin auto, carrière even op een laag pitje om voor de kinderen te kunnen zorgen.
En dan voorspelt Vi een aardbeving in St. Louis, met nationale media-aandacht als gevolg. En weer kijkt Kate wat bezorgd mee. Ze heeft er absoluut geen vertrouwen, dat Vi zichzelf redden. Vervolgens verergert ze zelf eea door spontaan tegen Vi te zeggen dat de aardbeving op 16 oktober plaats zal vinden. Of de aardbeving vervolgens plaatsvindt is niet zo belangrijk, wat er verder gebeurt op 16 oktober wel. Sittenfeld schetst namelijk een mooi beeld van twee opgroeiende zussen, ying en yang, die om verschillende redenen kiezen om hun paranormale gaven al dan niet te gebruiken. Sisterland gaat over opgroeien, over relaties en vriendschappen, over keuzes maken. Uiteindelijk blijkt Vi degene die haar leven op de rit krijgt door haar voorspelling en alle commotie erom heen. Zij snapt dat wat zij voelt door de mensen om haar heen anders geïnterpreteerd kan worden (wie was degene die concludeerde dat de door haar voorspelde aardbeving in St. Louis plaats zou vinden?). Zij blijft haar paranormale gaven gebruiken maar brengt haar leven wel in rustiger vaarwater, onder andere door niet langer weg te rennen voor de vrouw die haar helemaal het einde vindt maar door haar letterlijk te omarmen. Kate daarentegen creëert haar eigen chaos. Ze is bang, vertrouwt niet op haar eigen gevoelens, zet haar echtgenoot Jeremy onder druk en doet uiteindelijk op 16 oktober iets waardoor ze haar huwelijk zwaar op het spel zet, een figuurlijke aardbeving. Dan snapt ze pas dat omgaan met haar gaven niet veel verschilt van (leren leven). De ingevingen die ze krijgt moet ze net zo leren interpreteren als de mensen om haar heen en wat zij doen en zeggen: Kate snapt eindelijk dat het leven een kwestie is van keuzes maken, van consequenties accepteren en leren van je fouten.


dinsdag 21 oktober 2014

Meg Wolitzer || The Interestings

Amerikaanse critici waren laaiend enthousiast over The Interestings, het was hét boek dat je in 2013 gelezen moest hebben. Dus reserveerde ik het bij de bieb, wachtte maandenlang totdat ik het eindelijk mocht ophalen, viel vervolgens steeds in slaap wanneer ik begon te lezen en bleef zitten met een vaag ontevreden gevoel. Best een aardig boek, die Interestings, maar hét boek van het jaar? Na een nachtje slapen wist ik waarom het voor mij blijft steken in aardig maar niet meer: Wolitzer is aan de ene kant te uitvoerig en aan de andere kant te beperkt.
Wolitzer vertelt het verhaal van zes vrienden die zichzelf tijdens een zomerkamp 'de interessanten' noemen. Zij focust met name op Jules, Ash en Ethan. The Interestings beslaat zo'n 30 jaar uit hun leven en alles wat de moeite van het vermelden waard is, wordt genoemd. Wolitzer meldt dus ook dat Jules jaloers is op Ash en Ethan en dat dit haar leven en haar huwelijk met Dennis van tijd tot tijd negatief beïnvloedt. Wat Wolitzer niet doet is fatsoenlijk uitleggen waarom Jules zo jaloers is. Het feit alleen dat zij op jonge leeftijd haar vader verloor en dat haar eigen familie zo burgerlijk is, voldoet toch niet helemaal zou je zo zeggen. Wolitzer blijft aan de oppervlakte hangen en geeft vooral veel voorbeelden van het succes van Ash en Ethan, van de worsteling van Jules en Dennis maar waarom Jules al die jaren bevriend blijft met de twee mensen op wie ze ook afgeeft is niet helemaal duidelijk. Het is al helemaal niet duidelijk waarom ze klakkeloos accepteert dat Goodman, de broer van Ash en ook een 'interessante', natuurlijk niet zijn ex-vriendin Cathy, ook lid van het clubje, heeft verkracht. Dat Ash en haar ouders Goodman verdedigen en Cathy afvallen is nog tot daar aan toe maar waarom vraagt Jules zich geen moment af waarom Goodman het land uitvlucht en zijn proces niet afwacht? Is ze zo bang dat ze haar vrienden verliest? En zo ja, wat maakt dat ze zo bang is? Dat antwoord geeft Wolitzer nooit. Dat Wolitzer wel in staat is tot die verdieping van haar personages bewijst ze wanneer ze een hoofdstuk lang aandacht besteed aan Jonah. Jonah, de muzikale zoon van een folkzangeres, wordt een jaar lang uitgenodigd door een vriend van haar moeder. Deze heeft ontdekt dat Jonah niet alleen goed gitaar speelt maar ook mooie nummers componeert. Jonah krijgt zonder het te weten drugs, slaat dan aan het componeren en blijft zijn hele lang bang voor de gevoelens die hij door de drugs krijgt. Hij denkt dat er iets met hem aan de hand is en vermijdt jarenlang relaties en muziek. Het hoofdstuk is wat mij betreft een hoogtepunt in het boek, omdat het de kern van Jonah raakt. Die kern blijft ver weg als het gaat om Jules, Ash en Ethan, toch de hoofdpersonages. Zij blijven in feite stereotypes: de succesvolle trouwe dochter van rijke ouders met een nietsnut als broer, de creatieveling die een imperium opzet en de trouwe lichtelijk jaloerse vriendin die altijd in de schaduw van haar vrienden is blijven staan. En dan bekruipt mij het gevoel 'heb ik dit niet al eerder gelezen of gezien?". Wolitzer heeft geen onverdienstelijke roman geschreven maar ze doet Jules, Ash en Ethan onrecht door hun personages niet verder uit te diepen. Ik vermoed dat 'Amerika' dit prima vindt, zeker gezien het feit dat Wolitzer natuurlijk zaken als AIDS en 0911 nadrukkelijk aandacht geeft, maar voor mij  blijft het hele boek daardoor teveel een verzameling van feiten en gebeurtenissen. Ik heb Jules, Ash en Ethan nooit echt leren kennen en dat vind ik jammer, The Interestings leken namelijk wel de moeite waard om beter te leren kennen.


donderdag 16 oktober 2014

Amanda Coe || Getting Closer

Virago vroeg via twitter om recensenten voor een roman die zij binnenkort gaan uitgeven. Dat wilde ik best doen. Nog niet in de winkel dus, laat staan in het Nederlands.

Getting Colder draait voornamelijk om disfunctionele mensen en hun relaties, verstoorde relaties wel te verstaan. In de roman ontmoeten Patrick, Nigel en Louise elkaar bij de begrafenis van Sara, geliefde van Patrick, moeder van Nigel en Louise. Het gaat er bepaald niet hartelijk aan toe, het is duidelijk dat alle aanwezigen zich niet op hun gemak voelen en het liefst zo snel mogelijk weer uit elkaar willen. Niet zo vreemd gezien het feit dat Sara ooit Nigel en Louise heeft achtergelaten om een stormachtige affaire te beginnen met Patrick. Nigel is naar kostschool verscheept, Louise is bij haar tante gedropt, Sara laat zo heel af en toe iets van zich horen. Moeder en kinderen zien elkaar niet of nauwelijks. Het is dan ook niet vreemd dat Nigel een wat afstandelijke man is geworden met maag- en darmklachten en dat Louise te jong moeder is geworden van twee kinderen met wie het allemaal mis dreigt te gaan. Door de begrafenis ontmoeten de drie elkaar opeens vaker, iets waar ze nog steeds geen enkel plezier aan beleven. Patrick wordt daarnaast verbaasd door de komst van een jonge studente die claimt met een onderzoek naar zijn toneelstukken bezig te zijn. In de werkelijkheid blijkt al snel dat ze vooral geïnteresseerd is in zijn ruime landelijke woning in Cornwall. Ze heeft er zelfs een huwelijk met de oude man voor over om het te mogen opknappen en bewonen. Vooruitlopend op zaken start ze alvast met de keuken.
Door terugblikken en oude brieven wordt langzaam maar zeker duidelijk dat Sara bepaald geen onschuldig slachtoffer is geweest, de disfunctionaliteit is met haar begonnen. Ja, Patrick heeft druk op haar uitgeoefend om haar kinderen achter te laten maar om nu te zeggen dat ze daar erg bedroefd over was, nee.
Er gebeurt weinig in de roman, deze draait voornamelijk om de hoofdpersonen en hun reactie op elkaar. Onverwachte wendingen zitten met één uitzondering die ik niet zal verklappen vooral in de ware aard van mensen. Patrick die daadwerkelijk diepbedroefd is om de dood van een vrouw die hem in latere jaren diep ging haten, Louise die ondanks haar moederkip-gedrag, bereid is veel op te offeren voor haar kinderen, Nigel die al jaren een geheim met zich meedraagt en, een leuke verrassing, James de zoon van Louise die richting werkloosheid lijkt te drijven maar die al lang weet wat hij in de toekomst wil gaan doen en die bovendien een superneef blijkt te zijn voor zijn twee jonge neefjes.

Coe schrijft ook voor tv, het verbaast mij dan ook niet dat ik tijdens het lezen een helder beeld kreeg van de personages. Dat is het knappe aan Getting Colder: redelijk stereotype personages worden zo beschreven dat ze toch op één of andere manier eruit springen. Ik zie het wel verfilmd worden voor BBC, Channel 4 of ITV.


maandag 13 oktober 2014

Howard Jacobson|| J

Waarschuwing: ik onthul in deze blog veel over de inhoud. Ik ben niet enthousiast over dit boek en kan dat alleen uitleggen door zaken weg te geven. Wil je J nog lezen, stop dan nu.




In J heeft een catastrofe plaatsgevonden waardoor een bevolkingsgroep uitgeroeid is. Deze catastrofe - dat wat gebeurd is, als het al gebeurd is, heeft geleid tot het besluit om conflict te mijden. Dus wordt de catastrofe doodgezwegen, leest men alleen lectuur, kijkt alleen naar soaps en luistert alleen naar ballads. Het resultaat: mensen gedragen zich als pubers, zoeken een uitlaatklep in erotiek en drank en langzaam maar zeker groeien frustraties en irritaties. Een ambtenaar zoekt de oplossing in het weer toestaan van spanning en conflict, op een nogal onorthodoxe wijze. Deze dame, Ez, gelooft namelijk dat alles weer goed komt indien de maatschappij weer een zondebok krijgt - eventuele nakomelingen van het ooit uitgeroeide volk. Dus regelt zij een ontmoeting tussen Ailinn en Kevern en zorgt ze ervoor dat ze een relatie krijgen. Ailinn en Kevern weten niet dat ze afstammelingen zijn van het uitgeroeide volk, ze reageren allebei op verschillende wijze wanneer Ez de waarheid onthult. Ailinn gaat mee in het plan van Ez en raakt tegen de met elkaar gemaakte afspraak in zwanger. Zij accepteert de rol die Ez haar heeft toebedeeld in het weer tot leven wekken van een zondebok. Kevern daarentegen is volledig van slag en vreest het ergste. Hij pleegt zelfmoord.

Dit had een mooi boek kunnen worden ware het niet dat 1. het nogal irriteert dat Jacobson het volk nooit met naam noemt terwijl aan alle kanten duidelijk is dat het om Joden gaat. Ja, ik snap dat hij dit doet omdat de maatschappij in zijn boek de naam ook mijdt maar naar mijn mening voert hij het te ver door. 2. Jacobson gebruikt veel woorden veel gebeurtenissen en veel personages op te weinig pagina's, waardoor ik sterk de indruk kreeg dat de roman rommelig en overvol was. Wat mij betreft typisch zo'n geval van of schrappen of uitbreiden. 3. Hoe reëel is het dat Ailinn in een kwestie van enkele weken toegeeft aan Ez en de oermoeder wordt van een nieuwe generatie Joden? Bepaald niet dacht ik toch zo. En al helemaal niet Ailinn, het past niet bij haar personage. Voor mijn gevoel raffelt Jacobson dit cruciale besluit bovendien af. Ik vroeg me 10 pagina's voor het einde serieus af hoe J zou eindigen en was lichtelijk verbaasd toen bleek dat Ailinn zwanger was en Kevern zelfmoord pleegde. Het ging mij iets te snel.

J staat op de shortlist van de Booker Prize 2014. Mij verbaast dat, maar ja, ik heb het boek waarmee Jacobson eerder won na zo'n 40 pagina's weggelegd omdat ik het vreselijk vond. Ik ben bang dat het tussen Jacobson en mij nooit goed gaat komen.



zaterdag 11 oktober 2014

Richard Flanagan || The Narrow Road to the Deep North

Er zijn van die onderwerpen waar je niet zoveel van afweet. Zo leek Wereldoorlog Twee altijd iets dat zich vooral afspeelde in Europa en oh ja, ook in Azië. Ik kende natuurlijk The Bridge over the River Kwai waarin heroïsche Britse officieren de Japanners (uiteindelijk) saboteerden en de levenslange haat van cabaretier Wim Kan die Japan en de Japanners nooit kon vergeven voor wat zij hem en vele Nederlanders hadden aangedaan tijdens de bouw van de spoorlijn naar Birma. Na het lezen van The Narrow Road to the Deep North kan ik me daar iets bij voorstellen. Flanagan beschrijft de martelingen en afranselingen van de krijgsgevangenen nauwgezet en laat niets aan de verbeelding over. Datzelfde geldt overigens voor het kleine inkijkje dat hij geeft in de psyche van twee Japanse officieren. Zij weten  niet beter dan dat zij vechten en wellicht sterven voor de keizer en zijn rijk. Dat die spoorlijn er moet komen, dat is nu eenmaal opdracht en die krijgsgevangenen moeten het toch een eer vinden dat ze voor de keizer mogen sterven. Op het moment dat het zelfs majoor Nakamura teveel wordt (hij weet best wel dat hij een onmogelijke opdracht heeft gekregen) neemt hij nog wat meer drugs (nodig om de malaria tegen te gaan maar zwaar verslavend) en geeft vervolgens zo stoned als maar wat opdracht tot nog harder werken, tot afranseling totdat de dood erop volgt. Chirurg Dorrigo Evans, doet zijn best om de wreedheid van Nakamura enigszins in te tomen maar moet vaak machteloos toezien. Het is dan ook niet vreemd dat hij bij terugkeer in Australië niet meer in staat is tot normaal menselijk contact. Hij is afstandelijk en vlucht in zijn werk en vele buitenechtelijke relaties. Die afstandelijkheid wordt gereflecteerd in de schrijfstijl van Flanagan. Tijdens de eerste 50 pagina's vroeg ik me af waarom mensen enthousiast waren over deze roman met zijn wat hoekige schrijfstijl. En toen ging Flanagan over naar het krijgsgevangenenkamp in Birma en .hing ik aan zijn lippen. Flanagan slaagt er namelijk in de kameraadschap van de mannen volledig en ontroerend tot leven te brengen. Hij slaagt er bovendien in het kamp en de jungle op een bijna poëtische en filosofische manier te beschrijven. Hij is tenslotte meer dan duidelijk over zijn walging voor Japanners die officieren privileges verstrekken (zij hoeven niet te werken aan de spoorlijn en krijgen geld voor eten, kleding ed) en voor de officieren die deze privileges nog accepteren ook. Dorrigo pikt zodra hij kan hun geld in om eten en medicijnen voor de zieken te kopen en zet ze aan het werk in het kamp zelf. Flanagan is ook vernietigend over het feit dat na WO 2 de geallieerden minder streng waren voor hooggeplaatste Japanse officieren dan voor officieren met een lagere rang en soldaten. De doodstraf voor oorlogsmisdaden blijkt vaker gegeven aan het voetvolk dan aan de toplaag van de bevolking waarvan de geallieerden vermoedden dat zij hun kennis, macht en rijkdom nodig hadden (in de strijd tegen de Russen bijvoorbeeld). Flanagan keurt deze praktijk duidelijk af en laat de Koreaan, ooit in het leger gegaan omdat hij zo zijn arme familie van eten kon voorzien, zich afvragen waarom hij moet sterven terwijl de keizer gewoon lekker keizer kan blijven. Idd, krom.
The Narrow Road to the Deep North is meer dan een verslag van een gruwelijke periode in de geschiedenis. Het is een roman die een beladen onderwerp koppelt aan een prachtige vertelstijl en een kunstig opgebouwde structuur. Ik snap waarom deze roman genomineerd is voor de short list van de Man Booker Prize 2014.

De titel is gebaseerd op een oud Japans gedicht, in de roman een favoriet van majoor Nakamura.

The months and days are the travellers of eternity. The years that come and go are also voyagers. Those who float away their lives on ships or who grow old leading horses are forever journeying, and their homes are wherever their travels take them. Many of the men of old died on the road, and I too for years past have been stirred by the sight of a solitary cloud drifting with the wind to ceaseless thoughts of roaming.

http://en.wikipedia.org/wiki/Oku_no_Hosomichi#The_text




zondag 5 oktober 2014

Ali Smith || How to Be Both

Short List Booker Prize 2014

In How to Be Both koppelt Ali Smith op geraffineerde wijze twee levens aan elkaar. Van het boek blijken twee versies te circuleren: in het ene start de lezer met Renaissance schilder Francesco, in het ander met 21e eeuwse George. Mijn boek startte met Francesco, wat niet meteen het makkelijkste deel is. Francesco is namelijk een geest die zich vijf eeuwen na zijn dood openbaart in een galerij waar één van zijn schilderijen hangt. Omdat Francesco zelf niet in de gaten heeft wat er aan de hand is, springt hij van de hak op de tak en lijkt het boek pagina's lang een verward gedicht. Pas na een poosje krijgt je in de gaten dat Francesco commentaar geeft op zijn eigen schilderij. Daarna krijgt Francesco zichzelf in de hand en neemt hij ons mee in zijn leven en dat van het jonge meisje dat zijn schilderij aandachtig bestudeert. Zijn leven is een prachtig betoog over vriendschap, zijn passie voor kleuren en schilderen, zijn vriendschappen en zijn werk. Tegen de tijd dat hij zijn dood herinnert, wordt zijn taalgebruik weer rafeliger. Hij verdwijnt weer. Het verhaal gaat verder met George, een puber die net haar moeder verloren heeft. Zij gaat gebukt onder het verdriet en heeft moeite om haar leven weer op te pakken, de herinnering aan een reis naar Italië helpt. In Italië hebben ze de fresco's bekeken van een vrij onbekende schilder. Fresco's die opvallen door het kleurgebruik en de onconventionele manier waarop de schilder mensen heeft geschilderd. George denkt terug aan dit bezoek en aan de gesprekken die zij met haar moeder heeft gevoerd. Die gingen bepaald niet over koetjes en kalfjes, haar moeder probeerde George duidelijk te laten nadenken over zaken. Alleen zien wat er aan de oppervlakte gebeurde was niet genoeg, George moest van haar op zoek naar wat er onder dat oppervlakte gebeurde.
George zoekt voortdurend naar wat er onder het oppervlakte speelt (ook in verband met de dood van haar moeder), Francesco is niet wat hij lijkt. De overeenkomsten tussen hen beide dragen bij aan de impact van het boek. Deze overeenkomsten zijn subtiel en verrassen de lezer bijna. Doordat Smith ons in het ene verhaal laat kennismaken met het voornaamste personage uit het andere verhaal bouwt zij spanning op; je wordt als vanzelf nieuwsgierig wat er met het jonge meisje aan de hand is. Ik vermoed dat andersom, voor de lezers die starten met George, de nieuwsgierigheid naar Francesco een belangrijke rol speelt.
Smith slaagt erin zowel Francesco als George tot leven te brengen. Op een of andere manier raakten beide mij. Ik was bijna verdrietig toen ik de laatste pagina van het boek bereikt bleek te hebben. Ik had nog uren kunnen doorlezen. How to Be Both is poëtisch, filosofisch en bepaald niet makkelijk om te lezen. Het is echter ook gevoelig en teder. Smith heeft een prachtige roman afgeleverd die mij nog steeds bezig houdt. Het is één van de weinige romans die ik eigenlijk meteen weer opnieuw zou willen lezen. How to Be Both bereikt daarmee het effect dat Francesco wil bereiken met zijn schilderijen: kijken, weer kijken en steeds iets nieuws ontdekken. Wat mij betreft een waardige kandidaat voor de Booker Prize 2014.





zondag 28 september 2014

Neel Mukherjee || The Lives of Others

Short List Booker Prize 2014

Neel Mukherjee heeft zeker geen makkelijk boek geschreven.  Het is dik, zo'n 550 pagina's en in die 550 pagina's laat hij ons kennis maken met de familie Ghosh, de militante communistische partij in het India van de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw en de klassenongelijkheid in dat land. Tegen het einde blijk je bovendien ook nog eens over een zeer sterke maag te moeten beschikken, The Lives of Others is dan bij vlagen gruwelijk. Maar het is ook in die laatste pagina's dat Mukherjee genadeloos menselijke zwakte blootlegt. Hij heeft in de pagina's ervoor de geschiedenis van de familie Ghosh gekoppeld aan de ontstaansgeschiedenis van India en dan met name de opkomst van een militante, anarchistische communistische partij. De familie Ghosh leeft zoals families eeuwen lang geleefd hebben met respect en eerbied voor rangen en standen, waar zij als welgestelde familie natuurlijk behoorlijk profijt van hebben. Bij de opsplitsting van India blijken meerdere van hun fabrieken in het 'verkeerde' land te staan; zij zijn grond, fabrieken en alle investeringen kwijt. Vanaf dat moment is het een gevecht tegen de bierkaai om hun papierfabrieken draaiende te houden. De familie ondervindt bovendien aan den lijve dat er getornd wordt aan het klassensysteem. De zoon van de kok/butler blijkt de drijvende kracht achter stakingen, zoon twee trouwt met een meisje uit een te lage klasse, wanneer zoon vier een vrouw verkracht wordt de familie daar luidkeels op straat mee geconfronteerd en kleinzoon één verlaat de familie. Hij sluit zich aan bij een groepje communisten dat op het platteland aanslagen pleegt. Hoofdstukken 'familie' worden dan afgewisseld met hoofdstukken 'anarchie'. Het rijkeluisjongetje moet zien te overleven in de omstandigheden van de allerarmsten en wordt langzaam maar zeker steeds radicaler in zijn acties om hun omstandigheden te verbeteren. En dat is waar de kracht van The Lives of Others ligt: Mukherjee legt in de veelheid van geschiedenis en natie de vinger op menselijke zwakte en de oorzaak daarvan. De familie Ghosh kraakt aan alle kanten, er is met geen mogelijkheid sprake van een liefdevol nest waarin familieleden elkaar opvangen en helpen. Het tegendeel is eerder waar. Doordat ze met zijn allen in één huis wonen waarin - als in een kleine maatschappij - rangen en standen star doorgevoerd zijn, uiten verdriet en ongeluk zich vooral in hatelijkheid, elkaar niets gunnen en elkaar zoveel mogelijk dwars zitten. De familie Ghosh heeft bovendien moeite om te accepteren dat de maatschappij om hen heen veranderd. Dus op het moment dat de kok meegenomen wordt omdat hij een ring gestolen zou hebben, twijfelt de familie aan zijn onschuld. Hij is weliswaar al een halve eeuw de spil waar de familie om draait (hij is in ieder geval de enige die de kinderen liefdevol heeft behandeld), maar als puntje bij paaltje komt is hij niet één van hen. De familie zal nooit te weten komen dat kleinzoon één, zo betrokken bij de armsten in India, de kok bewust heeft opgeofferd; met de ring kan hij een bomaanslag betalen. De familie zal ook nooit te weten komen, dat kleinzoon één nadat hij is opgepakt tijdens de vele martelingen (vandaar de sterke maag) hoopt op tussenkomst van zijn familie. Dan blijkt de anarchist opeens de voordelen van het systeem te zien. Ook zijn menselijke zwakte wordt genadeloos bloot gelegd.
Als het aan mij gelegen had, was Mukherjee gestopt met schrijven nadat hij de kok zelfmoord heeft laten plegen, een prachtig geschreven ontroerend hoofdstuk. Mukherjee gaat echter door. In het laatste hoofdstuk maakt hij de stap naar het India van 2012 waarin wederom een anarchistisch groepje een aanslag voorbereid (ik vermoed eentje die daadwerkelijk heeft geplaatsgevonden). Ik ga ervan uit dat Mukherjee die stap gemaakt heeft, omdat hij er geen twijfel over wil laten bestaan dat er helaas nog weinig veranderd is in zijn land. Dat had niet gehoeven. Al lezende was dat de gedachte die voortdurend in mijn hoofd zat: 'wat is er nog weinig veranderd ...'.  Ik kan me voorstellen dat Mukherjee de verleiding niet kon weerstaan, hij was er echter al lang in geslaagd om de zwakte van India en haar bewoners bloot te leggen. Zoals gezegd, een boek voor volhouders; een terechte nominatie voor de short list van de Booker Prize. The Lives of Others is een waardige opvolger van Salman Rushdie's Midnight Children.



zondag 21 september 2014

Joshua Ferris || To Rise Again at a Decent Hour

Joshua Ferris schijnt erg goed in staat te zijn boeken te schrijven over een nietszeggend onderwerp en over zeurderige mensen. Misschien dat hij daar met To Rise net iets te goed is in geslaagd. Tandarts Paul O'Rourke navelstaart er heel wat op los, neemt je mee in ellenlange verhandelingen over zijn baseball team en roept een gevoel van plaatsvervangende schaamte op wanneer hij vertelt over zijn pogingen om goed over te komen bij potentiële schoonfamilie. Op het moment dat een onbekend iemand een website publiceert voor zijn praktijk en uit zijn naam twittert, reageert hij eerst ongecontroleerd en agressief. Dan blijkt dat de website bedoeld is om hem erop te wijzen dat hij niet zomaar een Amerikaan is maar een afstammeling van een volk dat tegelijkertijd met de Joden door de woestijn zwierf.  Kenmerk van hun godsdienst: in opdracht van God twijfelen aan God. Door of ondanks de leer van Ulm accepteert Paul beter wie hij is, het boek eindigt zelfs met een zeer positieve noot. Paul die elk jaar door zijn mondhygiëniste wordt meegesleept naar Nepal om daar gratis gebitten te behandelen, ziet een jong kind met een prachtig gebit. Hij blijkt zijn tandarts en gaat blij met het joch cricket spelen. Ik kan me voorstellen dat To Rise je aanspreekt indien je een fan bent van Woody Allen, Paul is namelijk de niet-Joodse variant van Allen. Ik word al sinds ik me kan herinneren kriegel van de acteur/regisseur. Ik kan gewoon niet tegen zijn zeurderige toontje en zijn eeuwige navelstaarderij. Het moge duidelijk zijn dat To Rise niet geheel aan mij is besteed.  Dat Ferris kan schrijven bewijst hij in de laatste 100 pagina's van zijn boek. In de eerste plaats omdat hij dan de jeugdvriendin van de stichter van Ulm aan het woord laat die een prachtig verhaal vertelt over godsdienst, liefde en geloof. En in de tweede plaats omdat Paul steeds minder is gaan lijken op Woody Allen. Geen gezeur meer maar een man die probeert iets van zijn leven te maken en daar redelijk in slaagt. Waar ik me al dagen tergend langzaam door de woordenbrij van Paul worstelde, las ik de laatste hoofdstukken met toenemend plezier uit. Jammer voor de Woody Allen fans, fijn voor mij.

woensdag 17 september 2014

Jessie Burton || The Miniaturist

Laten we voorop stellen dat het echt geen straf is om Jessie Burton te lezen terwijl buiten het zonnetje heerlijk schijnt. Het is ook niet zo dat ik haar Miniaturist niet met plezier gelezen heb, maar ik snap echt niet waarom er zo'n hype geweest is over dit boek de afgelopen zomer. In Engeland regende het superlatieven op Twitter, bij Broese ligt het ons in enorme stapels te verleiden. Weet echter wanneer je dit boek wilt lezen, dat het blijft bij een aangename verpozing. Niets mis mee, maar van een hype verwacht ik meer - enorme spanning of hoogstaande literatuur bijvoorbeeld. Of dat de personages geloofwaardig zijn. En dat is in The Miniaturist bepaald niet het geval. Hoofdpersoon Nella, geboren en getogen in Assendelft, verhuist naar Amsterdam alwaar haar echtgenoot woont. Ze is niet getrouwd uit liefde maar om haarzelf uit de armoede te redden die dreigt na de dood van haar vader, niets mis mee in de Gouden Eeuw. In Amsterdam ziet ze haar echtgenoot nauwelijks, ze heeft vooral te maken met haar schoonzus en de bedienden. Burton verwacht vervolgens van de lezer dat die accepteert dat Nella ruimhartig en vergevingsgezind omgaat met de natuurlijke voorkeur van haar echtgenoot en de controle neemt over zijn handelsbedrijf. Sorry? Een meisje van 18? Net overgekomen uit een klein dorp? In de 17e eeuw waarin man en vrouw de standaard zijn en vrouwen geen rechten hebben? Dat gaat wel heel erg snel. Omdat ze voor haar volwassen poppenhuis miniatuurtjes krijgt die gebeurtenissen blijken te voorspellen? Ik wil best geloven dat Nella verandert, maar dan had Jessie Burton toch echt meer haar best moeten doen om ons kennis te laten maken met Nella. En dat geldt ook voor de andere personages. Even afgezien van het feit dat ik snel in de gaten had op wie schoonzus Marin in het echt verliefd was, maar hoe kan het dat Johannes, de echtgenoot, die Nella niet of nauwelijks gezien en gesproken heeft in de luttele maanden van hun huwelijk haar opeens een o zo sterke vrouw vindt. Wanneer heeft de goede man dan ooit de kans gehad om haar te leren kennen? Het zijn ingrepen van Burton die haar personages en daarmee de roman ongeloofwaardig maken. Dat geldt ook voor de minitiatuurmaker. Zij dwarrelt rond in Amsterdam en in het boek en beïnvloedt blijkbaar het leven van vele Amsterdamse vrouwen met haar miniatuurtjes. Een korte uitleg van haar vader aan het einde van het boek moet voor ons voldoende zijn om te snappen wie de vrouw is en waarom ze doet wat ze doet. Ik vind het lichtelijk ergerlijk dat Burton nu een soort fantasy-aspect introduceert maar dat dit verder onderbelicht blijft. Ze maakt geen keuze en daardoor blijft de roman ergens in het midden hangen. Had Burton de tijd genomen om haar personages goed uit te werken en ze echt diepte te geven (iets wat ze volgens mij wel pretendeert afgaande op sommige passages) dan had The Miniaturist kans gekregen om uit te groeien tot literatuur. Nu is het een vermakelijke roman goed om even een paar vermakelijke uurtjes mee door te brengen, maar ook niet meer. Jammer van die hype.


zaterdag 13 september 2014

David Mitchell || The Bone Clocks

Long List Man Booker Prize 2014

Toegegeven, ik houd van dikke pillen waarin op een Dickensiaanse manier verschillende verhaallijnen naadloos aan elkaar worden geweven. Mitchell is zo'n schrijver die dat tot in de puntjes beheerst. The Bone Clocks is opgedeeld in zes delen die zich afspelen in 1984, 1991, 2004, 2015, 2025 en in 2043. Het boek begint met recalcitrante puber Holly Sykes die van huis wegloopt, omdat haar moeder niet wil dat ze met haar tien jaar oudere vriend omgaat (lees: heftige sex heeft). Het boek eindigt met een bejaarde Holly die weet dat haar galblaaskanker is teruggekeerd. In de tachtig jaar die het boek omvat neemt Mitchell ons mee in een reis door Holly's leven, soms met haar in de hoofdrol soms met iemand anders. Het is een reis die al vrij snel een rare wending krijgt: Holly hoort stemmen en krijgt visioenen, ze is bovendien getuige van een gevecht tussen twee vijanden die over bovennatuurlijke krachten blijken te beschikken. Dit gevecht is de andere rode draad in het boek en komt in elk deel wel op een of andere manier terug. Soms subtiel, soms heftig. In de wereld van The Bone Clocks leven 'Atemporals', mensen die keer op keer sterven en steeds opnieuw weer tot leven komen. Zij beginnen opnieuw in een ander lichaam, vaak dat van een jong iemand die ook net gestorven is: Jacko, het broertje van Holly bijvoorbeeld, sterft aan hersenvliesontsteking maar zonder dat de familie het in de gaten heeft wordt hij 'overgenomen' door een 'atemporal'. De andere groep, 'Anchorites', kiest voor het eeuwige leven maar ten koste van andere mensen: zij drinken de ziel van hun slachtoffers en voorkomen zo dat zij ouder worden. In de loop van het boek onthult Mitchell steeds meer over de 'Atemporals en Anchorites' en wordt steeds duidelijker welke rol Holly in het geheel speelt. Een divers geheel van personages die allemaal zo hun eigen rol spelen in het gevecht, maakt de roman niet alleen nog net dat tikkeltje ingewikkelder maar ook intrigerender. Er is slechts één moment dat ik bij mij zelf dacht 'vind ik dit nog wel leuk?' en dat is wanneer in 2025 Atemporals en Anchorites daadwerkelijk met elkaar gaan vechten. Vechten en 'fantasy' samen werkt voor mij niet zo. Mitchell sloeg vervolgens grandioos weer terug met het laatste deel. In dat deel is de Westerse wereld vervallen tot armoede, anarchie en een atoomramp dreigen. Holly woont met haar kleinkinderen aan de Ierse kust en moet daar zien te overleven. Wanneer de autoriteiten hun dorp opgeven, storten milities zich op de weinige kostbaarheden die mensen nog hebben. De scene waarin een jonge knul vertelt hoe milities dorpelingen en elkaar vermoorden greep mij letterlijk bij de keel. Holly  krijgt de kans haar kleinkinderen te redden met hulp van één van de Atemporals. Zelf blijft zij achter in Ierland, bang voor wat de toekomst gaat brengen maar in de wetenschap dat die voor haar kleinkinderen weer perspectief biedt. The Bone Clocks is niet alleen een spannend verhaal het is ook een allegorie. Goed <=> kwaad, 'the powers that be' <=> de grote massa, arm <=> rijk, zij die manipuleren <=> slachtoffers dat is de eigenlijke rode draad van het verhaal. Of het nu gaat om Thatcher's Engeland, de oorlog in Irak of de verwoeste Westerse wereld van 2043. Het knappe van Mitchell is dat bij hem niet alles zwart-wit is. Holly is geen heilige die alleen maar goed doet, ze is een mens van vlees en bloed. Het blijkt vooral wanneer de personages uit het 'kwade' kamp even een glimps van hun andere kant laten zien. Dus redt één van de Anchorites Holly, omdat hij ooit lang geleden echt van haar hield en ontvangt zij van een ruwe militie-officier drie zelfmoordtabletten zodat ze aan totale anarchie kan ontsnappen. Het leven is nu eenmaal niet zwart-wit en Mitchell laat dat prachtig zien.