zondag 31 januari 2021

Charlotte Wood || Weekend

Drie vrouwen van in de zeventig ruimen tijdens de Kerst de zomerwoning van een overleden vriendin op. Het wordt al snel duidelijk dat het maar de vraag is of hun vriendschap de dood van hun vriendin gaat doorstaan. Zij zou wel eens de lijm blijken te zijn die er al veertig voor zorgde dat de dames lief en leed met elkaar deelden. Weekend is een roman over vriendschap, een roman waarin drie vrouwen van iets boven de zeventig met elkaar om onze aandacht strijden. 

Jude, Wendy, Adele and Sylvie zijn al zo’n veertig jaar vriendinnen wanneer Sylvie overlijdt. De andere drie blijven verslagen achter. In Weekend laat Wood zien hoe het fundament onder een vriendschap uitgeslagen dreigt te worden, omdat één iemand wegvalt. Het kerstweekend waarin gezamenlijk het zomerhuis aan de Australische kust ontruimd moet worden, zal het breekpunt zijn. Wood introduceert de drie vrouwen aan de lezer terwijl ze zich klaar maken voor dit weekend. De verschillen blijken meteen groot.

Jude heeft carrière gemaakt als gastvrouw in een zeer succesvol restaurant, zij is nooit getrouwd maar haar hele volwassen leven draait om een intense relatie met een getrouwde man. Jude weet wat ze wil en is het type dat vindt dat alles op haar manier moet. Ze staat niet bepaald open voor alternatieven. Wendy wordt geïntroduceerd als gevoelsmens, als chaoot. Haar rit naar het zomerhuis eindigt in autopech en zorgen voor een te oude hond van wie ze maar geen afscheid kan nemen. Dat Wendy in werkelijkheid een briljante vooraanstaande wetenschapper is, komt pas tegen het einde van de roman naar boven. Adele is een actrice, eentje die er niet in geslaagd is een dermate succesvolle carrière op te bouwen dat ze ook na haar zeventigste werk heeft. Een breuk met haar vriendin en geldzorgen domineren haar leven. 

In het zomerhuis volgen de vriendinnen de patronen die hun vriendschap al jarenlang domineren. Zo spreekt het bijvoorbeeld voor zich dat Adele de mooiste slaapkamer krijgt, snapt iedereen dat Wendy in haar onhandigheid teveel zal breken en dat Jude de enige is die daadwerkelijk werk zal verrichten. De barstjes in de vriendschap komen meedogenloos naar boven. Voor de goede verstaander is het duidelijk dat na het weekend de vrouwen elkaar niet of nauwelijks nog zullen zien.  Twee los van elkaar staande gebeurtenissen veranderen alles.

Wood heeft een rustige schrijfstijl, zij verhaalt, legt vast. Op die manier laat ze de emoties zien die spelen bij de drie vrouwen zonder te emotioneel te worden. De verschillen tussen de drie vrouwen worden subtiel geduid, kleine hints die de lezer doen denken aan soortgelijke personen in hun eigen levens vullen aan. Ook de omgeving speelt een belangrijke rol: het ‘groezelige maar gezellige huis van Wendy, dat haar de onbelangrijkheid van materiele zaken demonstreert, staat lijnrecht tegenover de kille, strakke, bijna klinische woning van Jude. De witte bank die Jude ooit aan Sylvie geschonken heeft staat symbool: wat is een bank tenslotte? Een plek om comfortabel op neer te ploffen of een bewijs van materiële welvaart (dat uit de buurt gehouden moet worden van een oude stinkende hond)? 

Jude, Wendy en Adele worden geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. In die werkelijkheid doen veel zaken er niet meer toe, alleen maar de liefde en vriendschap voor elkaar tellen dan nog.  Wood slaagt erin om de emoties van drie vriendinnen zo te schetsen dat uiteindelijk hun gezamenlijke kracht sterker blijkt dan hun individuele kwetsbaarheden. Wood bouwt prachtig op naar de apotheose. Ze toont het dunne laagje beschaving dat hen weerhoudt om de waarheid te vertellen maar ook de solide basis van echte vriendschap.  Ook voor vriendschap geldt: onvoorwaardelijk, in goede en slechte tijden. Weekend laat ons zien hoe. 





zondag 24 januari 2021

Jacqueline Woodson || Red at The Bone

 


Longlist Women’s Prize for Fiction 2020

Red at The Bone is een korte roman, een novelle eigenlijk. Elk hoofdstuk wordt verteld uit het perspectief van één van de hoofdpersonen. Gevoelens en emoties spelen vaak een grotere rol dan feiten. Wat er gebeurt, blijkt uit de ontboezemingen. In ruim 100 pagina’s neemt Woodson ons mee in racisme, armoede onder Black Americans, tienerzwangerschap, ouderschap en besef voor geschiedenis. 

Red at The Bone is geen ‘mind of consciousness’, maar schurkt daar soms wel dicht tegen aan. Woodson zet gedachten van haar hoofdpersonen in om de lezer mee te nemen in een voor een dergelijke korte roman best wel veel onderwerpen. Zo blijkt uit de gedachtes van tiener Melody dat zij geen goede relatie heeft met haar moeder Iris, dat zij zich door haar in de steek gelaten voelt. Uit die van haar moeder Iris blijkt haar gedrevenheid, haar behoefte om iets van haar leven te maken . ongehinderd door man en kind.

Vader Aubrey kijkt toe terwijl zijn jonge dochter in een prachtige jurk de trap afdaalt voor een belangrijke ceremonie, ik vermoed dat ze haar middelbare schooldiploma gehaald heeft. Hij uit zijn liefde voor haar, maar ook het verdriet dat hij en Iris niet bij elkaar gebleven zijn. Uit zijn gedachtes en die van Iris blijkt dat een tienerzwangerschap niet voldoende is om twee mensen met wel heel verschillende achtergronden en ideeën  over de toekomst bij elkaar te houden. Iris wil groeien, wil verder. Audrey is tevreden met zijn middelbare schooldiploma en stelt zich tevreden met een baan op de postkamer.

Uit de gedachtes van oma Sabe en opa Po’Boy blijkt dat zij een verleden met zich meedragen bepaald door racisme en geweld maar ook dat zij erin geslaagd zijn ondanks alle tegenwerking een beter leven voor zichzelf op te bouwen inclusief universitaire opleiding. Aubrey’s moeder CathieMarie worstelt elke maand met de rekeningen, is afhankelijk van uitkeringen om te overleven. Aubrey en CathieMarie zijn arm en voor hen is een vaste baan al heel wat. Iris heeft geen besef van deze wereld, gaat er volledig vanuit dat iedereen  natuurlijk verder wil leren, meer ambitie heeft. 

Woodson laat ons weten dat Aubrey gekozen heeft voor het rechte pad door een heel hoofdstuk te wijden aan een crackdealer in zijn straat. Later doet zij eenzelfde iets door een dag uit het leven van witte en zwarte scholieren te beschrijven, een dag die bruut onderbroken wordt door de terroristische aanval op het World Trade Center New York. Een daad die het leven kost aan vaders van de scholieren. Dit soort interventies van Woodson versterkten bij mij het rommelige gevoel van de roman. Zij levert steeds brokjes informatie die aan elkaar een totaalbeeld opleveren. Het zorgde er echter ook voor dat ik niet tot nauwelijks verbonden raakte met de hoofdpersonen. Ik bleef op afstand. 

Woodson laat in ruim 100 pagina’s zien wat er allemaal kan gebeuren door een tienerzwangerschap. Haar keuze om dit met korte fragmenten en met inzichtjes in gedachtes te vertellen, werkte voor mij niet echt. Ik moest in te korte tijd te vaak van de ene naar de andere persoon springen, ik kwam gewoon nooit echt in de roman. Voor mij was Red at The Bone te rommelig. Ik kan me voorstellen dat een lezer die zich vooral richt op de onderliggende boodschap eerder ontvankelijk is voor de roman en zich minder stoort aan het ontbreken van samenwerking tussen vorm en inhoud.  




zondag 17 januari 2021

Susanna Clarke || Piranesi

 

Ik vermoed dat Piranesi niet iedereen aanspreekt. Daarvoor is de roman te bevreemdend, te bespiegelend. Ik merkte dat juist de intrigerende omgeving mij aansprak, dat ik me steeds afvroeg hoe hoofdpersoon Piranesi in deze wereld terecht was gekomen. Ik weet nog steeds niet zeker of het antwoord me nu wel zo aansprak. Dat bleek opeens wel heel gewoontjes. 

Piranesi woont in een enorm gebouw. Het bestaat uit grote, hoge hallen die door gangen en trappen met elkaar verbonden zijn. Zee en weer hebben vrij toegang tot het complex. Piranesi kent elke beweging van vloed en eb, weet wanneer er springtij is, weet waar hij eten kan vinden. Piranesi heeft een bijna symbiotische relatie met het complex. Hij gelooft dat het met hem communiceert, dat het hem in leven houdt. 

Slechts één andere persoon vertoeft in het complex, de Ander. Piranesi ontmoet hem twee keer per week één uur. Waar Piranesi leeft van wat het complex biedt, totaal versleten kleding draagt en elke hoek van het complex probeert te doorgronden, zit de Ander strak in het pak. Hij beperkt zich tot een enkele hal, vraagt Piranesi om informatie over de andere hallen en tuurt regelmatig op een lichtgevend apparaat in zijn hand.

Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de Ander een spelletje speelt met Piranesi. Hoe kan het dat hij opeens een gloednieuw paar schoenen aan Piranesi kan geven? Waarom hoeft hij niet op zoek te gaan naar eten? Is hij nu wel echt een vriend voor Piranesi? De komst van twee nieuwe mensen, de Profeet en nummer 16, maakt alles anders. De Ander waarschuwt Piranesi voor hen. Zij zien hem als een gevaar, willen hem doden. In eerste instantie gelooft hij dit, dan gebeurt er van alles en nog wat waardoor een andere kant van het verhaal duidelijk wordt. 

Ik was er in eerste instantie van overtuigd dat de Ander en Piranesi na een grote ramp alleen over waren gebleven in de wereld, dat is niet zo. Ik beperk me tot de onthulling dat er sprake is van meerdere werelden, naast elkaar bestaande universums. Het gegeven dat Piranesi heilig gelooft in een verbond tussen hem en complex is cruciaal. De Ander en de Profeet, nog een tipje van de sluier, acteren volledig vanuit eigenbelang te acteren. Piranesi is voor hen een pion. Nummer 16 daarentegen is degene die daadwerkelijk voor hem opkomt. 

Clarke heeft een mysterieuze roman geschreven met een ontwapenende hoofdpersoon. Piranesi is goudeerlijk, wendt niets voor, hij is een onbeschreven blad. Clarke heeft hem in een wereld geplaatst die zij met een aantal zorgvuldig gekozen woorden tevoorschijn tovert. In mijn hoofd verschenen ogenblikkelijk beelden van het complex, in al zijn pracht en tegelijkertijd verval. Clarke speelt bovendien met de structuur. Soms bevinden we ons in het heden, soms neemt ze ons mee terug naar een eerdere of andere wereld, met als resultaat dat zij de lezer voortdurend uitdaagt om mee te bewegen, mee te gaan in andere concepten.

Op een ander niveau is Piranesi ook een roman waarmee Clarke kritiek uit op de manier waarop wij omgaan met onze wereld. Het complex is misschien niet de ideale leefomgeving maar Piranesi gaat er zorgvuldig mee om. Hij is een hoeder, hij zorgt voor het complex en wordt op zijn beurt daarvoor beloond. De boodschap, subtiel verpakt, moge duidelijk zijn. 

Piranesi is een intrigerende roman. Indien je niet openstaat voor de sfeer die Clarke creëert, dan vrees ik dat Piranesi niet aan jou besteed is. Ik weet niet zeker of ik de uiteindelijke waarheid over wat er speelt kan waarderen. Ik was misschien liever in die toekomst na een ramp gebleven. Desalniettemin, ik heb genoten van Piranesi, roman en hoofdpersoon. 





zondag 10 januari 2021

Roddy Doyle || Love

 Roddy Doyle heeft een roman geschreven die op één niveau gezien kan worden als het ruim driehonderd pagina’s tellende verslag van de kroegentocht van steeds dronkerder worden oude vrienden, op een ander niveau als een moeilijke, af en toe pijnlijke zoektocht naar liefde. Tussen vrienden, geliefden en jarenlange partners.

Joe en Davy ontmoeten elkaar één keer in de zoveel jaar in Dublin. Joe is er nooit weggegaan, Davy woont al jarenlang met echtgenote Faye in een Brits dorp. Wat begint als een etentje en nog wat biertjes in de kroeg, eindigt met onthullingen over hun levens. Joe bekent dat hij niet meer met zijn echtgenote Trish samenwoont maar ingetrokken is bij een oude jeugdliefde. Onbegrip en een steeds grotere hoeveelheid bier maken dat hij niet meteen uitgelegd krijgt aan Davy waarom. ‘Thuis komen’ na zo’n veertig jaar blijkt dan toch wel een relatief begrip.

Davy luistert toe, wil begrijpen wat Joe probeert te vertellen maar kan in eerste instantie niet bevatten dat zijn jeugdvriend op zijn zestigste als een blok gevallen is voor een vrouw die hij al bijna veertig jaar niet heeft gezien en die hij eigenlijk alleen vanaf een afstand bewonderd heeft. Tussendoor denkt hij aan zijn eigen huwelijk met Faye en laat hij daar sporadisch zaken over los. Hij is gevallen voor een spraakwater, heeft alles en iedereen voor haar opgegeven en leeft nog steeds voor haar. Toch kan hij één belangrijk iets niet met haar delen, het sterfbed van zijn vader.

Joe en Davy drinken steeds meer tijdens hun kroegentocht. Eerst lijken ze te ver uit elkaar gegroeid om nog nader tot elkaar te kunnen komen, dan herleeft de oude vriendschap en vinden ze elkaar weer. Ergens halverwege begon ik me af te vragen of ik nu wel zo’n zin had in een ruim driehonderd pagina’s tellende kroegentocht van twee jeugdvrienden op leeftijd. En dan voegt Doyle subtiel elementen toe waardoor de kroegentocht vooral de trigger is om tot diepliggende waarheden te komen.

Joe woont samen met een vrouw met wie hij een platonische relatie heeft, zijn huwelijk en zijn relatie met zijn kinderen heeft hij ervoor op het spel gezet. Davy snapt logischerwijs niets van deze zet. Hoe kan hij ook? Ik zou denk ik ook niet meteen begrijpen waarom iemand een gelukkig huwelijk op het spel zet voor een platonische relatie met een oude liefde. Doyle strooit sporadisch met hints waarom Joe deze keuze gemaakt heeft, deze hints vallen op hun plek wanneer Joe tegen het einde de waarheid vertelt.

De kroegentocht is een manier om Joe zijn huwelijk en zijn nieuwe relatie tegen elkaar te laten afwegen, om Davy terug te laten kijken op zijn relatie met Faye en te (her)bevestigen dat hij gelukkig is met haar. Wij weten als lezer dat Davy niet alles deelt met Joe, het verhaal wordt namelijk vanuit zijn perspectief vertelt. De lezer hoort wel wat er in Davy’s hoofd omgaat, Joe niet. De lezer heeft het te doen met het perspectief van Davy om te weten wat er in Joe’s hoofd speelt. 

Love is een spel met perspectief. Doyle speelt met waarheden, al dan niet onthuld. Love is ook een verhaal over liefde. Liefde die soms meerdere, verrassende vormen kan aannemen, die door verschillende mensen op verschillende manieren beleefd kan worden. Love is ook een verhaal over ouder worden en leren omgaan met de beperkingen maar ook de winst van dat ouder worden. Joe en Davy zijn zestigers maar Doyle laat zien dat de jonge knullen nog steeds in hen leven. 

Love is de neerslag van een kroegentocht waarin twee vrienden elkaar herontdekken, waarin zij inzichten over liefde delen, (her)ontdekken, met elkaar delen. In de ogen van de mensen om heen zijn Dave en Joe waarschijnlijk twee oude mannen die teveel gedronken hebben, die ondanks hun leeftijd stomdronken van kroeg naar kroeg trekken. In de ogen van Love verandert deze tocht van een ordinaire kroegentocht  in een reis op zoek naar waarheid, erkenning en de waarde van vriendschap.  




zondag 3 januari 2021

Emily St. John Mandel || The Glass Hotel

 In The Glass Hotel zijn het niet zozeer de gebeurtenissen of personages die een belangrijke rol spelen als wel de zaken waar ze voor staan. Of misschien ook niet voor staan. The Glass Hotel draait om niet weten, om alternatieve waarheden, om het ontkennen van de realiteit, om de vraag hoe en waar je gelukkig bent.

Op één niveau draait The Glass Hotel om de belevenissen van Vincent, haar minnaar Jonathan Alkaitis, haar broer Paul en een groep mensen die ze in de loop van enkele jaren tegenkomen. Ze ontmoeten elkaar, gaan uit elkaar, leven eigen levens, meer niet. The Glass Hotel is één plek waar ze allemaal op een bepaald moment aanwezig zijn. Op een ander niveau draait The Glass Hotel om de waarheid achter die levens die geleefd worden. 

Om het feit dat Vincent na de verdwijning en waarschijnlijk dood van haar moeder nooit de draad van haar leven heeft kunnen oppakken. Instemt met een leven als schijnechtgenote van een rijke man en tenslotte gelukkiger dan ooit is als kok op een vrachtboot. Altijd onderweg, nergens en overal thuis. Zich niet druk makend om het feit dat ze jaren lang geleefd heeft ten koste van de slachtoffers van haar rijke, frauderende echtgenoot, dat haar broer succes heeft met haar video’s. 

En om het feit dat Vincent Alkaitis, op het oog een succesvol zakenman, in werkelijkheid een meedogenloze Ponzi-fraude uitvoert. Niet schroomt om naïeve mensen, zelfs vrienden, in die fraude mee te sleuren. Nadat de fraude uitkomt, belanden zij in alternatieve werelden: die van de armoede soms eindigend in zelfmoord, die van het relatief comfortabele bestaan in de gevangenis. In die gevangenis blijft Alkaitis in alternatieve werelden leven: die van de gevangenis zelf en zoals hij het benoemt de andere werkelijkheid waarin hij nooit betrapt is of op tijd, met zijn bij elkaar bedrogen geld, had kunnen ontsnappen. Langzaam maar zeker voegt zich daar een derde werkelijkheid aan toe: die van de niet-corporale wereld. Steeds meer van zijn slachtoffers verschijnen aan hem. Voor hem zijn ze net zo realistisch als zijn mede-gevangenen. 

St.John Mandel schrijft goed, ze heeft haar roman bovendien knap gestructureerd. We beginnen en eindigen met een stervende Vincent, tussendoor springen we naar verleden en heden en soms de toekomst.  Soms is het niet duidelijk dat St. John Mandel naar een andere tijd gesprongen is en lopen werkelijkheden in elkaar over. Dit maakt dat de lezer voortdurend alert moet zijn, voortdurend in de gaten moet houden vanuit wiens perspectief verteld wordt. Het effect is vervreemding.

St. John Mandel confronteert ons met een wereld waarin geluk niet altijd op de logische manier gevonden wordt. Zo blijkt nachtmanager Walter gelukkiger als beheerder van het lege Glass Hotel met alleen de natuur en de eenzaamheid als gezelschap dan in de drukke stad. Blijft broer Paul terugvallen op drugs om zijn geluk te vinden, vindt Vincent uiteindelijk haar geluk op zee. Haar thuis blijkt een eenvoudige kombuis waar ze negen maanden per jaar vertoeft. Eén van Alkaitis’ slachtoffers trekt nadat hij al zijn geld is kwijt geraakt met zijn vrouw in een camper door het land, van baantje naar baantje, een vorm van geluk vindend op lege kampeerplaatsen in overweldigende natuur.

In The Glass Hotel is niets wat het lijkt. St.John Mandel speelt met zekerheden, laat ons op knappe wijze zien dat er meerdere waarheden bestaan. Ik vermoed dat haar roman niet voor de grote massa’s is, daarvoor is die te abstract. De lezer die zich kan overgeven aan de onzekerheid, wordt beloond met prachtig opgeschreven onzekerheden.