zondag 1 november 2020

#ReadingWomen: 25 jaar Women's Prize








Een kwart eeuw Women’s Prize for Fiction. 25 Jaar waarin ik heel veel gelezen heb, veel van die boeken geschreven door vrouwen. Met een doctoraal Engelse Taal- en Letterkunde op zak besloot ik al snel me te beperken tot boeken geschreven in het Engels, in de volle wetenschap dat ik daarmee heel veel geweldige boeken geschreven in andere talen bewust niet lees. Er zijn gewoon te veel boeken, soms moet je keuzes maken. Toen ik begon met BooksandLiliane volgde er nog een keuze: zoveel mogelijk boeken lezen die genomineerd zijn voor literaire prijzen. Vooral de long- en shortlists van de Women’s Prize bleken een goede keuze.  

Voordat ik de prijs bewust ging volgen, had ik ook al aardig wat genomineerde boeken en prijswinnaars gelezen. Terugkijkend op 25 jaar blijk ik vooral die uit de eerste jaren gemist te hebben. Dat heb ik nu dus maar ingehaald. Eén van die romans veroverde ogenblikkelijk mijn hart: A Spell of Winter van Helen Dunmore, de eerste winnares. Ik geniet van haar schrijfstijl, de ingetogen bijna afstandelijke manier waarop zij het effect van een brut oorlog laat zien op mensjes. 

Sommige winnaars vond ik absoluut niets. Smaken verschillen zullen we maar zeggen. Andere romans vond ik absoluut het lezen waard maar niet opzienbarend. Drie romans staken wat mij betreft met kop en schouders boven de rest uit: Eimear McBride’s A Girl Is a Half-formed Thing, Ali Smith’s How To Be Both en onlangs Maggie O’Farrell’s Hamnet.

Ik kan me nog herinneren dat ik schrok toen ik begon met A Girl. Een roman compleet in ‘stream of consciousness’, nu niet echt mijn favoriete schrijfstijl. Die schok veranderde langzaam maar zeker in fascinatie terwijl ik stug doorploeterde. Ik moest de roman regelmatig neerleggen, omdat de inhoud te schokkend was, ik zette echter door. De roman ging in mijn haarvaten zitten, ik moest doorlezen. Toen ik de laatste regels las was ik oprecht ontzet en aangedaan. Tot nu toe heb ik een volgende Eimear McBride nog niet aangedurfd, omdat ik te bang ben dat deze de kwaliteit van A Girl niet zullen halen. 

Het begin van How To Be Both maakte me in eerste instantie ook niet blij. Het leek verdacht veel weer op die “stream of consciousness”. Ik was één van de gelukkigen die mocht beginnen met de overleden schilder. Regel voor regel hervond hij zijn denkvermogen, zinnen veranderden van louter kreten in een weldoordacht geformuleerde gedachtes. De roman is en blijft één van mijn favoriete boeken ooit. De manier waarop Ali Smith de schilder aan ons voorstelde, de manier waarop ze hem koppelde aan een jong meisje dat eeuwen later leeft. Weergaloos. 

Maggie O’Farrell is één van die schrijvers die keer op keer prachtige romans levert die niet afhankelijk zijn van drama of grootste gebaren. Haar schrijfstijl, haar manier om je te laten invoelen overtuigt mij elke keer weer. In Hamnet was ik onder de indruk van de manier waarop zij de familie Shakespeare neerzetten, hem naar de tweede plek terugverwijzend. Eindigend met prachtige, gevoelige pagina’s over het ontstaan van Hamlet. O’Farrell sleepte me mee in haar versie van het leven van een bestaande en tegelijkertijd fictieve familie. 

Hoe kies je tussen vier fantastische romans? Welke sprak me net dat beetje meer aan? En hoewel de andere drie geweldig zijn, blijkt dan toch How To Be Both boven te drijven. Ali Smith is een groot talent, deze roman laat alle aspecten van dat talent zien. Ik was vanaf het begin in de ban van het verhaal, de roman toverde voortdurend een glimlach op mijn gezicht. Een terechte winnaar die staat voor 25 jaar Women’s Prize.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten