zondag 26 april 2020

Marieke Lucas Rijneveld || De avond is ongemak


Shortlist 2020

Ik sloot De Avond is Ongemak met een dubbel gevoel af. Ik heb genoten van de prachtige wijze waarom Lucas Rijneveld haar zinnen formuleerde, de schrijnende wijze waarop zij de onmacht van een familie om met verdriet om te gaan typeert. Ik was minder gecharmeerd van de zoveelste roman over een zwaar gereformeerd milieu, van de obsessieve wijze waarop de drie kinderen uit het gezin met hun ontluikende seksuele gevoelens omgaan.

Wanneer de oudste zoon in een zwaar gereformeerd boerengezin ergens in het noorden van Nederland overlijdt, belandt zijn familie in zwaar weer. Beide ouders zijn niet in staat hun verdriet een plek te geven, laat staan hun drie jongeren kinderen in hun verdriet te begeleiden. Hun gereformeerde gemeente blinkt uit in relevante Bijbelteksten maar kijkt toe terwijl het boerengezin aan verdriet ten onder gaat. Zolang ze maar elke zondag twee keer naar de kerk gaan, komt het wel goed. Nee dus. Een uitbraak van mond- en klauwzweer doet de rest.

De oudste dochter, de verteller, lijdt onder de dood van haar broer. Zij gelooft dat ze verder onheil kan bezweren door haar jas niet meer uit te trekken en door niet meer te poepen. Door de pijn en druk in haar buik plast ze bovendien regelmatig in haar broek. In haar gezin, op school en in haar omgeving grijpt niemand in. Natuurlijk maakt de onderwijzer wel eens opmerking, natuurlijk probeert de dierenarts haar aan het praten te krijgen maar in haar zwaar kerkelijke omgeving vertrouwt men vooral op God.

Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de drie kinderen de dood van hun broer niet goed verwerken. Enige zoon Obbe ontwikkelt een wrede tic, hij doodt onder het motto ‘we moeten leren met de dood om te gaan’ het ene dier na het andere, de wijze waarop hij met zijn zusjes omgaat neigt naar het incestueuze. Zijn verkrachting van de beste vriendin van de verteller is ronduit schokkend. Jongste dochter Hannah is wel heel vroeg rijp. In bed met haar oudere zus masturbeert zij regelmatig, zij tongzoent met het haar zus. Die bevredigt zichzelf elke dag in haar bed door tegen haar teddybeer aan te wrijven.

Moeder hongert zichzelf ondertussen uit, vader trekt zich steeds meer terug. Wanneer al zijn koeien MZK krijgen, weet de man die nooit geleerd heeft zijn gevoelens te uiten niet meer waar hij het heeft. De stemming in het gezin is somber, het gemoed is zwaar. Het geloof in God wordt vertaald naar een sober leven, naar vertrouwen in gebed. Het is echter steeds duidelijker dat God het gezin in de steek lijkt te hebben gelaten.

Lucas Rijneveld schetst een milieu dat ik, geboren en getogen in het katholieke Zuiden, gelukkig niet uit ervaring ken. Ik kan niet helemaal plaatsen of armoede of doorgeslagen zuinigheid de maaltijden van het gezin bepalen. Ik vrees dat het boerenleven in de jaren tachtig bepaald geen vetpot was, toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat vaders elke woensdag oud brood en zoetigheid haalt bij de bakker omdat weggooien van etenswaar door hem wordt gezien als zonde. Genieten van eten past niet in het zwaar gereformeerde gezin.

Lucas Rijneveld schrijft prachtig, komt met beeldende taal die verrast en verblijdt. De obsessie met plas en poep, met vagina’s en piemels ging mij echter te ver. Ik snap dat in het gezin deze obsessies nodig zijn om het verdriet te verwerken (of liever gezegd niet), dat wil echter nog niet zeggen dat ik het waardeerde dat Lucas Rijneveld alles zo plastisch omschreef.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten