zondag 17 januari 2021

Susanna Clarke || Piranesi

 

Ik vermoed dat Piranesi niet iedereen aanspreekt. Daarvoor is de roman te bevreemdend, te bespiegelend. Ik merkte dat juist de intrigerende omgeving mij aansprak, dat ik me steeds afvroeg hoe hoofdpersoon Piranesi in deze wereld terecht was gekomen. Ik weet nog steeds niet zeker of het antwoord me nu wel zo aansprak. Dat bleek opeens wel heel gewoontjes. 

Piranesi woont in een enorm gebouw. Het bestaat uit grote, hoge hallen die door gangen en trappen met elkaar verbonden zijn. Zee en weer hebben vrij toegang tot het complex. Piranesi kent elke beweging van vloed en eb, weet wanneer er springtij is, weet waar hij eten kan vinden. Piranesi heeft een bijna symbiotische relatie met het complex. Hij gelooft dat het met hem communiceert, dat het hem in leven houdt. 

Slechts één andere persoon vertoeft in het complex, de Ander. Piranesi ontmoet hem twee keer per week één uur. Waar Piranesi leeft van wat het complex biedt, totaal versleten kleding draagt en elke hoek van het complex probeert te doorgronden, zit de Ander strak in het pak. Hij beperkt zich tot een enkele hal, vraagt Piranesi om informatie over de andere hallen en tuurt regelmatig op een lichtgevend apparaat in zijn hand.

Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de Ander een spelletje speelt met Piranesi. Hoe kan het dat hij opeens een gloednieuw paar schoenen aan Piranesi kan geven? Waarom hoeft hij niet op zoek te gaan naar eten? Is hij nu wel echt een vriend voor Piranesi? De komst van twee nieuwe mensen, de Profeet en nummer 16, maakt alles anders. De Ander waarschuwt Piranesi voor hen. Zij zien hem als een gevaar, willen hem doden. In eerste instantie gelooft hij dit, dan gebeurt er van alles en nog wat waardoor een andere kant van het verhaal duidelijk wordt. 

Ik was er in eerste instantie van overtuigd dat de Ander en Piranesi na een grote ramp alleen over waren gebleven in de wereld, dat is niet zo. Ik beperk me tot de onthulling dat er sprake is van meerdere werelden, naast elkaar bestaande universums. Het gegeven dat Piranesi heilig gelooft in een verbond tussen hem en complex is cruciaal. De Ander en de Profeet, nog een tipje van de sluier, acteren volledig vanuit eigenbelang te acteren. Piranesi is voor hen een pion. Nummer 16 daarentegen is degene die daadwerkelijk voor hem opkomt. 

Clarke heeft een mysterieuze roman geschreven met een ontwapenende hoofdpersoon. Piranesi is goudeerlijk, wendt niets voor, hij is een onbeschreven blad. Clarke heeft hem in een wereld geplaatst die zij met een aantal zorgvuldig gekozen woorden tevoorschijn tovert. In mijn hoofd verschenen ogenblikkelijk beelden van het complex, in al zijn pracht en tegelijkertijd verval. Clarke speelt bovendien met de structuur. Soms bevinden we ons in het heden, soms neemt ze ons mee terug naar een eerdere of andere wereld, met als resultaat dat zij de lezer voortdurend uitdaagt om mee te bewegen, mee te gaan in andere concepten.

Op een ander niveau is Piranesi ook een roman waarmee Clarke kritiek uit op de manier waarop wij omgaan met onze wereld. Het complex is misschien niet de ideale leefomgeving maar Piranesi gaat er zorgvuldig mee om. Hij is een hoeder, hij zorgt voor het complex en wordt op zijn beurt daarvoor beloond. De boodschap, subtiel verpakt, moge duidelijk zijn. 

Piranesi is een intrigerende roman. Indien je niet openstaat voor de sfeer die Clarke creëert, dan vrees ik dat Piranesi niet aan jou besteed is. Ik weet niet zeker of ik de uiteindelijke waarheid over wat er speelt kan waarderen. Ik was misschien liever in die toekomst na een ramp gebleven. Desalniettemin, ik heb genoten van Piranesi, roman en hoofdpersoon. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten